Wiskundeprofessor Ann Dooms is tevreden met de nieuwe minimumdoelen voor wiskunde in het lager onderwijs. ‘Leerlingen moeten de logica achter de formules begrijpen.’
Ann Dooms doceert wiskunde aan de Vrije Universiteit Brussel, maar spreekt zich ook graag uit over het wiskundeonderwijs voor jongere leerlingen. Eind vorig jaar pende ze nog een moedeloze column in De Tijd over het onderwijs dat haar kinderen in de lagere school hadden gekregen.
‘Ik ben kwaad. Heel kwaad zelfs’, schreef ze toen. ‘Ik heb twee kinderen die pal in het cohort leerlingen zitten die de sterkste dalers zijn in internationale peilingen. Waarom krijgen zij niet langer het onderwijs dat ik genoot? Neem dat laatste woord trouwens gerust letterlijk. Welke impact heeft deze malaise op hun toekomst?’
Met de nieuwe minimumdoelen voor het kleuter- en lager onderwijs krijgen onze scholen een kans om het beter te doen.
Gaat dat ook lukken, professor Dooms?
Ann Dooms: Ik ben tevreden met wat er ligt, ja. De discussie ging er al over of de lat nu niet te hoog wordt gelegd. In mijn ogen is er niet bijzonder veel nieuwe inhoud voor wiskunde bijgekomen. Wel worden de doelen veel duidelijker geëxpliciteerd én aan elkaar gelinkt. Zo wordt voor iedereen duidelijk waarom die gehaald moeten worden. Dat is cruciaal.
Ik durf zelfs te beweren dat de oude minimumdoelen wiskunde op zich ook helemaal niet zo slecht waren. Het ging mis tijdens de implementatie. Daarom wordt het nu ook belangrijk om te zien hoe dat zal gebeuren.
‘Wil Zuhal Demir haar prachtige onderwijsdroom waarmaken, dan moet ze zich wat bescheidener opstellen’
Wat liep er vroeger dan mis?
Dooms: De samenhang ontbrak, ik merkte dat ook bij mijn kinderen. Leerlingen hebben vaak geen getalbegrip, en begrijpen niet meer waarom ze bepaalde rekenoefeningen moeten maken of wat die betekenen. Vandaag hebben we allemaal een rekenmachine in onze smartphone zitten, en denken we dat we zelf niet meer moeten leren cijferen. Maar staartdelingen en andere cijferoefeningen zijn absoluut noodzakelijk om te kunnen werken aan dat getalbegrip.
‘Misschien hadden we van de vorige leerplannen al moeten zeggen dat ze de doelen niet ten volle realiseren.’
Een ander voorbeeld gaat over het berekenen van oppervlaktes: leerlingen in de lagere school moesten kunnen aangeven hoe ze de oppervlakte van een gebogen vorm kunnen meten. Dat moeten ze vandaag nog steeds kunnen. Maar in heel wat handboeken werd dat simpelweg niet uitgelegd.
Kinderen kregen enkel de formules voor de oppervlakte van enkele bekende figuren aangeleerd, zonder dat ze weten waar die vandaan komt. Die formule werkt dan als een deus ex machina. Zo leer je niet te begrijpen wat wiskunde is.
In veel handboeken staan ook nog trucjes voor oefeningen die helemaal niets met wiskunde te maken hebben. Die worden gebruikt om kinderen in de toetsen te helpen slagen, maar daarmee leren ze niet het eigenlijke doel bij waar ze later op moeten verder bouwen. Kinderen moeten de logica begrijpen.
Zullen we dan nu ook betere handboeken krijgen?
Dooms: Ik hoop het. De invulboeken zullen nu misschien wel verdwijnen, maar we moeten afwachten wat er in de plaats komt. Ik wil niemand verwijten maken, het is niet altijd eenvoudig voor uitgeverijen om vakspecialisten te betrekken.
Er zijn er ook niet veel in Vlaanderen. Vaak worden oude leerboeken herwerkt door mensen die achtergrondkennis missen. Zij baseerden zich dikwijls op de leerplannen van de onderwijskoepels, die niet altijd de doelen in dat breder samenhangend kader plaatsten. Misschien hadden we al vroeger moeten zeggen: dat zijn leerplannen die de doelen niet ten volle realiseren.
De gedroomde correctie voor N-VA: Zuhal Demir rekent af met het onderwijsbeleid van Ben Weyts
Minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) gaat wel erg snel met deze hervorming. Ze hoopt waarschijnlijk al op het einde van deze legislatuur een verbetering te zien. Zal dat ook lukken?
Dooms: Het is belangrijk om daarin realistisch te zijn. Hoe snel kunnen we schakelen om het lesmateriaal te verbeteren en ook de leerkrachten mee te krijgen? Het zal ook zes of zeven jaar duren voor we kunnen zien hoe het de generatie die de nieuwe doelen kreeg in het secundair vergaat. Willen we de leerlingen die nu in het lager zitten nog op peil krijgen, dan zal er snel moeten worden geschakeld.
‘Alleen de minimumdoelen herschrijven is niet voldoende. Er moeten ook budgetten worden voorzien om de omslag te maken.’
Daarom denk ik ook dat je hard moet doorduwen als je ergens wil landen. Als de minister zacht en traag te werk was gegaan, dan zouden we over twaalf jaar nog altijd niet veel verder staan. Ik hoop wel dat er ook budgetten worden voorzien om de omslag te maken: alleen de minimumdoelen herschrijven is niet voldoende. Hoe dan ook zal aan het einde van de legislatuur geen gigantische verbetering merkbaar zijn, maar ik ben zeker dat we een kentering zullen zien.
In de minimumdoelstellingen voor fysica waren enkele pijnlijke fouten geslopen, berichtte De Standaard. Gaat het dan niet te snel?
Dooms: Het is inderdaad op lichtsnelheid gebeurd, maar het gaat over schoonheidsfoutjes. Wat stelden de wetenschappen in het lager onderwijs ook nog voor? Heel weinig in vergelijking met wiskunde. Zij komen van veel verder.
Het doel bij wetenschappen is ook niet pure feitenkennis. Het gaat er eerder over om kinderen verwondering over het leven op aarde bij te brengen: met proefjes experimenteren met iets als zwaartekracht, en horen dat wetenschappers dat in wiskundige formules hebben kunnen gieten waardoor je dezelfde resultaten ook gewoon had kunnen berekenen.
Dat geldt ook voor vakken als geschiedenis en aardrijkskunde: de lessen moeten vooral goesting geven om meer over de wereld te willen weten. Dat miste ik toen mijn kinderen naar de lagere school gingen. Ik zal niet zeggen dat ze zich verveelden, maar het ontbrak hen soms aan enthousiasme om verder te willen leren omdat ze op school niet geprikkeld werden. Ik hoop dat dat nu verandert.
U was veel minder tevreden over de minimumdoelen voor het secundair onderwijs. Heeft dat met de verschillende ministers te maken, Demir en daarvoor Ben Weyts?
Dooms: Dat denk ik niet. Die eerste doelen zijn uiteindelijk vernietigd door het Grondwettelijk Hof, waarna men de koepels een voorstel heeft laten doen. Een collega heeft het toen al geschreven: dat is als atleten zelf laten kiezen waar de lat ligt waar ze over moeten springen. Dat was geen goed idee.
Is dat de schuld van de minister? Hij heeft de koepels het vertrouwen gegeven, maar zij hebben dat voor een deel misbruikt. Uiteraard moet het allemaal haalbaar zijn voor scholen, en er zal heel hard moeten worden gewerkt. Maar we mogen het belang van ons onderwijs voor de samenleving niet uit het oog verliezen. De stem van de koepels was deze keer minder bepalend, dat is te merken aan het resultaat.
Wiskundige Ann Dooms: ‘Mijn onderzoek kan zo in de les esthetica’