De Leraarskamer van Knack: ‘Mannen kiezen vaak bewuster voor het onderwijs dan vrouwen’

Filip Decuypere: ‘Alle leerkrachten – mannen én vrouwen – hebben blinde vlekken.’ © Sander Van Damme
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Is het een probleem dat er in Vlaamse basisscholen amper mannen voor de klas staan? ‘Alle kinderen hebben een rolmodel nodig in wie ze zichzelf kunnen herkennen’, klinkt het in de Leraarskamer van Knack.

In Vlaamse basisscholen staan vandaag veel meer vrouwen dan mannen voor de klas. In het kleuteronderwijs is liefst 96,6 procent van het personeel vrouw en in lager onderwijs 87,4 procent. Hoe komt dat en vooral: is het een probleem? We vroegen het aan mannelijke leerkrachten van De Leraarskamer van Knack die lesgeven in het basisonderwijs.

Hoe zit het bij jullie op school met het genderevenwicht?

Filip Decuypere (leerkracht zesde leerjaar): Maar 4 van de 27 leerkrachten zijn mannen. Wel geven wij allemaal in de bovenbouw les waardoor er in de drie laatste jaren meer mannen dan vrouwen zijn. Dat is tegenwoordig een zeldzaamheid.

Niels Sinnaeve (leerkracht vierde leerjaar): Bij ons probeert de directie erover te waken dat er in elke graad zowel een man als een vrouw lesgeeft.

Anthony Florizoone (leerkracht eerste leerjaar): Dat zouden wij ook wel willen, maar we vinden simpelweg geen mannen. Ik ben de enige mannelijke klasleerkracht en verder zijn ook de directeur en de turnleraar mannen.

Ruben Stals (leerkracht buitengewoon lager onderwijs): Bij ons op school is ongeveer een vierde van de leerkrachten man. Bovengemiddeld veel dus. De directie streeft er bewust naar om het lerarenteam zo samen te stellen dat het zo veel mogelijk een afspiegeling is van de samenleving is. Dat lijkt misschien een beetje op positieve discriminatie, maar ik heb er wel begrip voor.

Hoe komt het volgens jullie dat veel meer vrouwen dan mannen voor de klas willen staan?

Decuypere: Wat zeker meespeelt, is dat een job in het onderwijs goed te combineren valt met een gezin.

Stals: We kunnen inderdaad niet ontkennen dat er nog altijd veel gezinnen zijn waar de vrouw het grootste deel van het huishouden en de zorg voor de kinderen op zich neemt. Dan is het niet zo vreemd dat veel vrouwen graag een baan willen die het mogelijk maakt om de kinderen zo veel mogelijk zelf op te vangen. Mochten leerkrachten elke dag van negen tot vijf moeten werken en niet meer thuis zijn tijdens schoolvakanties, dan weet ik niet of er nog zo veel vrouwen voor de klas zouden staan.

Sinnaeve: Niemand kijkt er ook van op als een meisje leerkracht wil worden, en sommigen komen haast vanzelf in de lerarenopleiding terecht. Vergeet niet dat veel studenten pas aan die studie beginnen nadat ze eerst al een paar andere opleidingen hebben geprobeerd. Bij jongens daarentegen merk ik dat de lerarenopleiding vaak wél hun eerste keuze is. Als je als man een opleiding volgt om les te geven in het basisonderwijs, weet je van tevoren dat je er een buitenbeetje zult zijn. Zeker in het kleuteronderwijs. Daar denk je dus wel even over na.

Florizoone: Jongens maken die keuze inderdaad vaak bewuster doordat het in de ogen van veel mensen niet evident is. Toen ik, een kerel van bijna twee meter met tatoeages, het zesde voor het eerste leerjaar inruilde, zullen er ook wel mensen geweest zijn die dat raar vonden. Dat strookt gewoon niet met het beeld dat ze hebben van iemand die lesgeeft aan kinderen van zes. Maar zodra ze zien hoe ik met die kleintjes omga, beseffen ze dat die job me op het lijf is geschreven.

Stals: Ik ben er ook van overtuigd dat een man die heel bewust voor het basisonderwijs kiest dat in de eerste plaats uit passie doet.  Dat komt inderdaad voor een stuk door de manier waarop de samenleving daarnaar kijkt. Zelf betrap ik me er soms ook op dat ik sneller onder de indruk ben van een man die opvallend goed met kinderen kan omgaan dan van een vrouw die net hetzelfde doet.

Decuypere: Daarnaast hechten mannen door de bank genomen ook meer belang aan erkenning, een goed loon en extralegale voordelen. Stel dat alle lerarenopleidingen aan de universiteit zouden worden georganiseerd en iedereen – ik zeg maar iets – 250 euro per maand meer zou verdienen. Denken jullie niet dat er dan vanzelf meer mannen voor het onderwijs zouden kiezen?

Stals: Totaal niet!

Florizoone: Ik geloof echt dat mannen uit passie voor het onderwijs kiezen en dat extraatjes, zoals een auto en een telefoon, amper een rol spelen.

Anthony Florizoone: ‘Een kerel van bijna twee meter met tatoeages strookt niet met het beeld dat mensen hebben van iemand die lesgeeft aan zesjarigen.’ © Helena Verfaillie

Waarom is een genderevenwicht in het leerkrachtenteam eigenlijk zo belangrijk?

Sinnaeve: Omdat elk kind op school een aanspreekpunt moet hebben bij wie het zich veilig kan voelen, en in veel gevallen is dat iemand aan wie het zich kan spiegelen.

Stals: Kinderen hebben gewoon rolmodellen nodig in wie ze zichzelf herkennen. Daarom is het niet alleen belangrijk om vrouwen en mannen voor de klas te zetten, maar ook mensen van verschillende leeftijd en etniciteiten.

Decuypere: Dat klopt. Elke leerkracht heeft blinde vlekken. Ik geef bijvoorbeeld heel graag wiskunde, maar ik ben totaal niet goed in muzische vorming. Gelukkig zijn er collega’s die daar net in uitblinken.

Stals: Ik speel piano in mijn klas, terwijl andere leerkrachten graag met de kinderen voetballen.

‘Mochten leerkrachten elke dag van negen tot vijf moeten werken en niet thuis zijn tijdens schoolvakanties, dan weet ik niet of er nog zo veel vrouwen voor de klas zouden staan.’

Sinnaeve: Op dat vlak kloppen de stereotypen vaak ook niet. Omdat ik een man ben, denken mensen dat ik graag met de leerlingen voetbal. Maar daar heb ik een enorme hekel aan.  Hebben de kinderen zin in een wedstrijdje, dan stuur ik ze naar een collega die dat wél geweldig vindt.

Stals: Dat is inderdaad niet gebonden aan geslacht. Daarom weet ik ook niet of het wel zo’n groot probleem is dat er vandaag meer vrouwen dan mannen lesgeven.

Sinnaeve: Toch kan ik me niet goed voorstellen dat ik, zoals Anthony, bijna de enige man op school zou zijn. Dat moet in de leraarskamer toch voor een heel andere dynamiek zorgen?

Florizoone: (haalt de schouders op) Ik heb daar geen last van. Wanneer mijn collega’s over typische vrouwendingen praten, luister ik een beetje terwijl ik mijn koffie opdrink.

Sinnaeve: Toch kan ik me dat moeilijk voorstellen. Het omgekeerde trouwens ook niet. Een leraarskamer met alleen maar mannen lijkt me verre van ideaal.

Partner Content