Niemand kan Nicole de Moor dwingen om dwangsommen te betalen: ‘Je kunt de schatkist niet openbreken met een koevoet’

Bij protest tegen de opvangcrisis in de Brusselse Wetstraat in april. © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

De overheid moet in principe tientallen miljoen euro’s aan dwangsommen betalen door de opvangcrisis. Dat weigert ze evenwel. ‘De precedentswaarde is niet te onderschatten’, zegt Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Eigenlijk doet het er niet toe hoeveel dwangsommen de overheid moet betalen, zegt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) deze week in Knack. ‘Want we betalen die toch niet. Dat zou niet opportuun zijn voor het migratiebeheer, en dan druk ik me nog zacht uit.’

Die dwangsommen bedragen ondertussen 51,5 miljoen euro. Dat is fors minder dan het bedrag van 168 miljoen euro dat in maart circuleerde. Het kabinet-De Moor verklaart dit door het feit dat de schuldeisers ‘niet voor alle dwangsommen een procedure tot inbeslagname verderzetten’.

Die theoretische som is het gevolg van de minstens 8600 veroordelingen door verschillende arbeidsrechtbanken, die stellen dat de overheid haar plicht verzuimt om asielzoekers ‘bed, bad en brood’ te geven. Al sinds het najaar van 2021 krijgen asielzoekers, veelal alleenstaande mannen, niet meteen een plekje in de asielopvang. De Moor breidde de opvangcapaciteit uit en werkte zowel op de in- als uitstroom van asielzoekers. De laatste weken is de wachtlijst geslonken, maar ze is nog steeds aanzienlijk met 2100 wachtenden.

De dwangsommen gelden in grote mate voor Fedasil, de overheidsdienst die instaat voor de opvang van asielzoekers, maar ook de Belgische staat kreeg al meerdere dwangsommen opgelegd.

Waarvoor dienen ze eigenlijk? ‘Een dwangsom is géén boete’, zegt grondwetspecialist Cedric Jenart (UAntwerpen). ‘Het is een manier om iemand te verplichten een fysieke of juridische handeling te stellen. In dit dossier gaat de redenering als volgt: de overheid kan geen mensenrechtelijk verplichte opvangplek aanbieden, dus moet de overheid een dwangsom betalen voor elke dag dat ze daar niet in slaagt.’ Uiteraard zijn er mogelijkheden om in beroep te gaan, iets wat De Moor niet nalaat te doen.

Arm omwringen

Rechters hebben nogal wat speling in het bepalen van de hoogte van de dwangsom. Dat kan gaan van 250 euro per dag, tot 1000 euro. De dwangsommen blijven lopen tot de asielzoeker een plaats in het Fedasil-opvangnetwerk krijgt, ondertussen goed voor 34.000 plekken. Maar dat wil niet zeggen dat de opgestapelde geldbedragen dan worden kwijtgescholden: die zal de schuldenaar nog steeds moeten betalen, ook al is het initiële probleem van de baan. En dan nog dit: de schuldeiser moet de rechterlijke uitspraak wel ‘betekend’ hebben. Zet hij die juridische stap niet, dan begint de dwangsom niet te lopen en kan het geld niet worden geïnd.

Alleen: dat is de theorie.

Cedric Jenart geeft toe dat ‘niemand de arm van de overheid kan omwringen’. Of nog: ‘Je kunt de schatkist niet openbreken met een koevoet. De basisgedachte is dat je verwacht dat de overheid de rechtsstaat respecteert, net zoals de burgers die onderhevig zijn aan dat recht.’ Maar dat blijkt dus niet het geval.

Wat wel kan: laten beslagleggen op de goederen van de overheid en ze desnoods openbaar verkopen. Op het kabinet van Nicole de Moor werd onder meer het koffiezetapparaat door de deurwaarder op de lijst gezet, maar dat kan niet openbaar verkocht worden, aangezien het gehuurd wordt van een derde firma. Tot nu toe vond er geen daadwerkelijke inbeslagname plaats.

Bij Fedasil was dat wel het geval. Oppositielid en voormalig staatssecretaris Theo Francken (N-VA) stuntte nog in februari door een tafel van Fedasil op de kop te tikken bij een openbare verkoop.

Maar het is een illusie dat er zowel op het kabinet als bij Fedasil goederen ter waarde van 51,5 miljoen euro gevonden kunnen worden. ‘Wat dat betreft is de overheid een vreemd beestje’, zegt Jenart. ‘Door een specifieke wettelijke bepaling kan er geen beslag worden gelegd op goederen die de dienstverlening in het gedrang brengen.’ En die definitie van essentiële goederen kan erg ruim geïnterpreteerd worden. Alle wegen richting het effectief innen van de dwangsommen lijken dus dood te lopen.

Sanda Dia

Volgens Vluchtelingenwerk Vlaanderen ‘is de precedentswaarde niet te onderschatten’. De ngo sleepte de overheid samen met andere organisaties voor de rechter en heeft in feite recht op 490.000 euro aan dwangsommen.

‘Maar we merken dat we als eisende partij weinig middelen hebben om de effectieve betaling af te dwingen’, zegt Thomas Willekens. ‘Het recht op opvang wordt manifest geschonden, ons voornaamste doel is dat recht opnieuw gerespecteerd te zien. De dwangsommen zijn een middel dat we liever niet inzetten en we betreuren dat het tot deze bedragen moet komen. De overheid hecht helaas geen waarde aan een rechterlijke uitspraak. Daarmee geeft deze regering een signaal aan alle toekomstige regeringen, van welke politieke signatuur dan ook: “jullie hoeven nooit te betalen.”‘

Afgelopen week bracht Theo Francken de kwestie ter sprake in het parlement. ‘Naar aanleiding van de zaak-Sanda Dia hebben we veel debatten over de rechtsstaat, vooral in Vlaanderen’, klonk het. ‘Maar het pertinent weigeren van het betalen van dwangsommen is een absoluut gebrek aan respect voor de rechtsstaat.’

Volgens Jenart kan enkel internationale druk, bijvoorbeeld door arresten van internationale hoven, nog een en ander in beweging zetten. ‘Maar als de regering zich kan vinden in de internationale vernedering, dan is dat zo.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content