Zes Europese landen pleiten voor meer globale aanpak van drugscriminaliteit
De internationale top van België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Spanje in Antwerpen heeft een gezamenlijk statement opgeleverd dat op verschillende vlakken oproept tot meer Europese en globale samenwerking tegen drugscriminaliteit. De algemene teneur is dat Europa meer als één moet handelen, meer bepaald ten opzichte van niet-Europese landen die aan de problematiek worden gelinkt.
De zes betrokken landen werken al onderling samen tegen de georganiseerde misdaad, maar roepen ook de Europese instellingen op om dat nog veel meer te doen dan vandaag al het geval is. Er liggen kansen op het vlak van een gecoördineerde aanpak van de beveiliging van havens, EU-delegaties ter zake in regio’s als Latijns-Amerika, de Caraïben en de Balkan, “op maat gemaakte” uitleverings- en rechtshulpverdragen tussen Europa en specifieke landen waar drugs vandaan komen of waar drugscriminelen onderdak zoeken, en het verstoren van internationale criminele geldstromen, klinkt het.
Enkele meer concrete plannen zijn het oprichten van een netwerk van magistraten verantwoordelijk voor zee- en luchthavens, informatie-uitwisseling over best practices, corruptie en inbeslagnames van drugs in havens via een nieuw platform, en het creëren van een overzicht van alle verbindingsofficiers en -magistraten in de hierboven genoemde regio’s om een efficiëntere internationale samenwerking mogelijk te maken. Er zou ook worden verder gebouwd op het begin dit jaar in Antwerpen gesloten akkoord met rederijen om grensoverschrijdende criminaliteit samen aan te pakken.
Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD), die voor ons land mee aan tafel schoof samen met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V), meent dat de “sense of urgency” over het opvoeren van de strijd tegen drugscriminelen bij andere Europese landen begint toe te nemen. “Eindelijk” zegt hij. “Nederland en ons land waren al zwaar getroffen door drugsgeweld, maar ook in Frankrijk en Duitsland begint het toe te nemen. Het probleem waar we onder meer op botsen, is dat er een aantal landen in de wereld zijn waar drugscriminelen zich ophouden zonder dat we ze uitgeleverd krijgen. We hebben bijvoorbeeld als België een bilateraal verdrag met de Verenigde Arabische Emiraten, maar je ziet toch dat dat uitvoeren niet eenvoudig is. Elk land botst daarop, daarom pleiten we voor een Europees uitleveringsverdrag om samen één vuist te maken tegen zo’n land.”
Van Quickenborne trekt deze week nog naar Londen naar de Internationale Maritieme Organisatie om er op te roepen de in ons land gehanteerde veiligheidsstandaard ISPS-code (International Ship and Port Facility) te hanteren in àlle Europese havens. Het gaat om een soort van minimumvereiste in verband met de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten.
De actiepunten in het statement zouden de komende drie jaar moeten worden gerealiseerd.