Bieke Verlinden

‘Waarom we massaal op straat moeten komen voor onze kinderopvang’

‘Een herstelprogramma voor de hele sector kan écht niet langer uitblijven’, schrijft Bieke Verlinden in de aanloop naar de betoging die vrijdag 1 april in Brussel gepland staat. ‘De kinderopvang in Vlaanderen ligt op apegapen.’

De 1000 eerste dagen. Dat is de naam van de actiegroep van ouders, grootouders, familieleden en professionelen die op 1 april de straat op trekt met een duidelijke eis aan het adres van minister van welzijn Wouter Beke: maak onmiddellijk werk van een Marshallplan voor onze kinderopvang. En dat is niet meer dan terecht, want een herstelprogramma voor de hele sector kan écht niet langer uitblijven. Na jaren van kortzichtige besparingen en ondoordachte doekjes voor het bloeden, ligt de kinderopvang in Vlaanderen op apegapen. Het is onvergeeflijk dat een rijke regio bespaart op kinderen en bijgevolg op de hele samenleving.

Waarom we massaal op straat moeten komen voor onze kinderopvang.

De belabberde staat waarin de kinderopvangsector vandaag verkeert, komt niet als een verrassing. Iedereen die het een beetje volgt, weet dat deze crisis al meer dan 10 jaar aan de gang is. Al die tijd hebben we samen met experts en mensen uit de sector aan de alarmbel staan trekken. Tevergeefs, want met een Vlaamse regering die blinde besparingswoede verkiest boven zorg en kwaliteit, vallen die waarschuwingen in dovemansoren. Het resultaat is een mismeesterde sector die dagelijks de gevolgen draagt van absurde politieke keuzes. Zoals 1 kinderbegeleider doen zorgen voor 8 à 9 baby’s en peuters.

Erkenning en waardering

Het is een geluk dat we al jaren kunnen rekenen op kinderbegeleiders met een enorm groot hart, die in moeilijke werkomstandigheden doen wat ze kunnen. Die elke dag het beste van zichzelf geven maar op hun tandvlees zitten. Ook zij trekken mee een streep in het zand: het is hoog tijd dat we kinderopvang naar waarde schatten en beseffen welke cruciale rol hij vervult in onze samenleving.

Het verzoek van de actievoerders volgende week is dan ook duidelijk: erken het enorme pedagogische belang van de 1000 eerste dagen van een kind. Ze vragen broodnodige structurele veranderingen in de kinderopvang, vertrekkend vanuit de noden van het kind en de ouder en niet vanuit een louter economisch belang. Ze roepen op tot meer waardering voor de job als kinderbegeleider en willen een betere omkadering en vorming. En ze dringen erop aan om zelf mee de pen vast te houden om het herstelplan te schrijven. Want de Vlaamse kinderopvang ligt vandaag ver af van hoe we die als ouders, kinderbegeleiders en experts zouden willen organiseren.

Welzijn begint bij kinderopvang

Kinderopvang is nochtans een motor van onze samenleving. Het is dankzij kinderopvang dat we kunnen werken, leren en deelnemen aan de maatschappij. Maar kinderopvang heeft ook een enorm pedagogisch belang: goede kinderopvang is een springplank voor de ontwikkeling, de kansen en het welzijn van onze kinderen, en zo van ons allemaal.

Het is dan ook tijd om de onderinvestering en besparing op jonge kinderen en hun ouders een halt toe te roepen. Om de werkomstandigheden voor kinderbegeleiders te verbeteren. Geef hen ademruimte, zodat ze opnieuw met tijd, aandacht en zorgzaamheid voor kinderen kunnen zorgen. Want vandaag staan ze constant onder enorme stress. Dat mag niet verbazen: in 2014 vond toenmalig minister Jo Vandeurzen (CD&V) er, in een poging om goedkoop kinderopvangplaatsen bij te maken, niets beter op dan de ratio van 1 begeleider per 6,5 kindjes nog op te trekken naar 1 op 8 of soms zelfs 9 kindjes.

Vragen we huidig minister Beke naar die ratio, dan zwaait hij met de krapte op de arbeidsmarkt als excuus om hem niet te verlagen. Een kromme redenering, want vacatures voor kinderbegeleiders blijven net openstaan omdat de job onaantrekkelijk is door de veel te hoge werkdruk. De oplossing: verlaag de ratio en zorg dat je de job van kinderbegeleider opwaardeert. Zo maak je het beroep aantrekkelijker en verhoog je de instroom.

Controle alleen is niet de oplossing

Wat niét helpt, is het voorstel van Beke om de instapvoorwaarden voor kinderbegeleiders te verlágen. Zo onderwaardeer je dat werk nóg meer, en organiseer je actief kwaliteitsproblemen.

En nee, schrijnende situaties zoals we die de laatste maanden zagen, los je ook niet zomaar even op met meer controles. Natuurlijk moet de handhaving beter, het is onvergeeflijk wat er is kunnen gebeuren in het Sloeberhuisje of De Vlindertjes. Maar als je het systeem zelf niet verandert, mag je controleren zo veel als je wil: de situatie aan de basis zal niet veranderen. De veiligheid van onze kinderen garanderen is het absolute minimum, en zelfs daar slaagt de Vlaamse overheid vandaag niet in. Wij verwachten zoveel meer van het beleid. We moeten het hele systeem durven hertekenen, zoals ‘De eerste 1000 dagen’ vraagt: pas als we echt investeren in betere kwaliteit, zal de zorginspectie op die sterke basis kunnen bijsturen, coachen en waarderen.

Protesteer mee op 1 april

Kinderopvang is een recht. En een publieke taak die de overheid terdege moet vervullen, niet in het minst omdat er enorme nood aan is. Zeggen dat er niet genoeg geld is om die basisvoorziening goed en kwaliteitsvol te organiseren, is niets anders dan een politieke keuze. En die keuze voor kinderen niet maken, is een minister van welzijn onwaardig.

We roepen dan ook iedereen op om zich aan te sluiten bij de oproep van ‘De 1000 eerste dagen’. Kom op 1 april om 10u mee naar het Gaucheretpark in Schaarbeek en eis een Marshallplan voor onze kinderopvang. Want het is tijd dat deze Vlaamse regering niet langer bespaart op kinderopvang, en ervoor kiest om te investeren in een sector die zo cruciaal is voor onze samenleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content