Waarom politiek Nederland luistert als Belg Tim ‘S Jongers over armoede praat

© Franky Verdickt
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack
Jan Lippens Freelancejournalist

Van straatvechter uit Antwerpen naar directeur van de Wiardi Beckman Stichting: als Tim ’S Jongers – nog altijd met een licht Antwerps accent – over armoede praat, dan hangt de Nederlandse politiek aan zijn lippen.

Vlaming Tim ’S Jongers moet in Nederland de sociaaldemocratie redden. Daaraan werkt hij in een prachtig herenhuis in een van de betere buurten van Den Haag. Aan de muur hangt een oude affiche: ‘Wees optimist, stem socialist.’ Ook in het kantoor van de vroegere SP.A-voorzitters Steve Stevaert en Johan Vande Lanotte hing jarenlang dat souvenir van een verkiezingscampagne uit 1965.

Zo goed als nu heeft ‘S Jongers het nog nooit gehad. In zijn boekje Beledigende broccoli beschrijft hij hoe hij in de goorste ellende opgroeide: ‘Nog voor mijn eerste verjaardag scheidden mijn ouders. Het werd een vechtscheiding, een oorlog die mijn hele jeugd zou duren. Pas als de bijstand was gestort, was er geld voor nieuwe schoenen en kon ik naar school. Zonder schoenen bleef ik thuis. Frikandellen waren jarenlang het standaardavondeten. Of vissticks.

‘Vanaf mijn achtste zorgde ik voor mijn jongere zus. Eten geven, luiers verschonen. Ik heb als kind altijd gevoeld dat zij waarschijnlijk niet meer zou hebben geleefd als ik dat niet had gedaan. Huisjes van 40 vierkante meter. Een douche was er niet, de wc was een gat in de tuin. Het is amper in te beelden in de jaren negentig. Het ging goed met de wereld, maar niet met ons. Aan het eind van de basisschool had ik mijn eerste baantje: hondenhokken schoonmaken bij fokkers. Ik was de kleinste van de klas, dus kon ik handig rechtop staan in die hokken van Deense doggen. Ik verdiende er 2,5 tot 3 euro per avond.’

Hoe wordt een Vlaming directeur van een prestigieus politiek instituut als de Wiardi Beckman Stichting (WBS), het wetenschappelijk bureau van de Nederlandse sociaaldemocratische PvdA?

Tim ’S JONGERS: (lachend) Die vraag stel ik mezelf ook geregeld.

Waren de slimme Nederlanders op? Of niet meer geïnteresseerd?

’S Jongers: Interesse genoeg, maar ik ben blijkbaar opgemerkt toen ik bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving advies mocht geven over bestaansonzekerheid. Veel ambtenaren weten totaal niet wat bestaansonzekerheid inhoudt, maar ik weet dat verdomd goed. Vanuit de loopgraven stel je nu eenmaal andere vragen en kijk je anders naar de wereld. Blijkbaar brengt dat een authentiek sociaaldemocratisch geluid mee…

… dat bijna verdwenen was?

’S Jongers: Bijna. Iedereen die in Nederland aan de knoppen zit – ik noem ze de 15 procent – is hoogopgeleid, gezond en bovengemiddeld tevreden over het leven. Terwijl de meerderheid van de bevolking dat niet is. Zo creëer je een diploma-, gezondheids- en tevredenheidsdemocratie. Bovendien kreeg de sociaaldemocratie een megatik bij de verkiezingen. De PvdA zakte in de Tweede Kamer van 38 zetels in 2012 naar 9 in 2021. Op dat moment moet je wel je wonden likken en weer op zoek gaan naar jezelf. Ik vermoed dat mijn geluid dan aanspreekt.

Hebt u als directeur meer invloed dan als lid van de Tweede Kamer?

’S Jongers: Dat kun je niet vergelijken, het is vooral andere invloed. We werken samen met het wetenschappelijk bureau van GroenLinks aan een project om de partijen dichter bij elkaar te brengen. In de Eerste Kamer (vergelijkbaar met de Senaat in België, nvdr) is die samenwerking al een feit. Als de regering van liberaal Mark Rutte valt, en die kans is reëel, komt het misschien tot een gezamenlijke lijst. Daar moet een mooi inhoudelijk verhaal voor gemaakt worden. Op die manier schrijven we geschiedenis in Nederland.

Wat zijn de kernpunten?

’S Jongers: Het moet meer zijn dan de optelsom van twee politieke programma’s. We zoeken een nieuw ideologisch verhaal dat bestaansonzekerheid koppelt aan klimaatonzekerheid. Voor veel mensen zijn ‘rode’ en ‘groene’ thema’s conflictueus, maar dat is niet zo. Het is een schijntegenstelling. Iedereen wil vooral twee dingen in het leven: sociaaleconomische zekerheid of financieel rondkomen. En je wilt ook sociaal-culturele zekerheid: kunnen zijn wie je wilt zijn. Daar komt nu ongetwijfeld klimaatzekerheid bij. Klimaattransitie is het grootste gemeenschappelijke verandertraject ooit.

In Vlaanderen lijkt Vooruit-voorzitter Conner Rousseau liever samen te werken met de rechtse N-VA dan met het progressieve Groen.

’S Jongers: Ik vind zijn keuze electoraal niet onlogisch. Zijn schrikbeeld is een absolute meerderheid van de N-VA en Vlaams Belang. Daarom profileert Vooruit zich als het enige alternatief voor zo’n extreemrechts blok. Ik denk dat Rousseau duidelijke boodschappen brengt en die blijft herhalen. Hij trekt een jong publiek aan en duikt op in allerlei populaire tv-programma’s. Het risico is dat Vooruit een soort eenmanspartij wordt. Naast Bart De Wever (N-VA) staat Rousseau in Vlaanderen eenzaam aan de top.

Is Rousseau populair ondanks of dankzij harde uitspraken en voorstellen over werklozen, langdurig zieken, migranten, leefloners enzovoort? Zo links klinkt dat allemaal niet, zeggen zijn critici.

’S Jongers: Wie in Vlaanderen een absolute meerderheid van rechts en extreemrechts wil vermijden, kan bijna niet anders dan inhoudelijk aan cherrypicking te doen.

Dus die ‘flinkse’ voorstellen van Rousseau zijn de goede strategie om aan de macht te komen?

’S Jongers: Als je een stap verder denkt: misschien kun je een bocht maken zodra je aan de macht bent en laten zien dat het ook anders kan? Dat soort bochtenwerk kennen we toch ook van De Wever toen zijn partij twintig jaar geleden aan de macht kwam?

Bent u bezig met een soort reddingsoperatie van de sociaaldemocratie?

’S Jongers: Zo zou ik het niet noemen. De sociaaldemocratie heeft al heel veel gebracht en heeft veel mensen de sociale ladder laten opklimmen. Als je sociale mobilisatie een megasucces is, word je een slachtoffer van je eigen succes. Dan moet je wel je verhaal herijken om anderen aan te spreken.

En bestaansonzekerheid opnieuw centraal stellen in dat verhaal?

’S Jongers: Ik zou cynisch kunnen vaststellen dat we in een tijd leven waarin we de ene sociaaldemocratische homerun na de andere kunnen scoren. Alle sociale grondrechten zijn in crisismodus: we hebben een wooncrisis, een zorgcrisis, een onderwijscrisis, een arbeidsmarktcrisis, een bestaanszekerheidscrisis en ga zo maar door.

Hoe komt dat?

’S Jongers: Dat is het gevolg van decennia neoliberaal beleid, waarmee we solidariteit de nek hebben omgewrongen. Het is je eigen schuld en verantwoordelijkheid als je arm of werkloos bent. Daardoor is het systeem zo streng geworden voor de lagere sociale klassen. Eind vorige eeuw zaten 1,2 miljoen Nederlanders in de bijstand, op een bevolking van 14 miljoen. Nu zijn we met bijna 18 miljoen en slechts 300.000 mensen zitten in de bijstand.

De samenleving is sterk geïndividualiseerd. We zijn een outsourcingsamenleving. Als ik met mijn belastingen worstel, ga ik naar een boekhouder. Als ik geen woning vind, zoek ik een woningadviseur. Als ik kinderen zou hebben die bijles nodig hebben, kan ik dat organiseren en betalen, net zoals mijn eigen zorg enzovoort. Ik kan mijn shit outsourcen, maar mensen aan de onderkant van de maatschappij kunnen dat niet. Zij moeten aankloppen bij de overheid. Alleen heeft die de deuren tot al haar voorzieningen systematisch versmald.

Wat zijn de gevolgen?

’S Jongers: De klassenmaatschappij is helemaal terug. Voor de oorlog in Oekraïne kon 35 procent van de Nederlanders zijn defecte koelkast niet meteen vervangen. Dat is nu 60 procent. De meerderheid van de gezinnen in Nederland heeft het moeilijk om rond te komen. Een derde van de Nederlanders voelt zich ook minder.

Daarnaast wordt de Nederlandse middenklasse steeds onzekerder. De lagere middenklasser is er echt van overtuigd dat hij er nog verder op achteruit zal gaan. Je ziet vaak dat rechtse partijen die onzekerheid aanspreken door een zondebok aan te wijzen. Vroeger waren dat de buitenlanders, maar alleen met hen komen ze er niet meer. Dus ga je verder kijken: wie neemt een hap uit onze sociale zekerheid? Dan kom je uit bij die onderste sociale klasse. Die ga je stigmatiseren en heel streng aanpakken. Risico’s worden niet langer collectief bekeken, maar individueel. We moeten zelfredzaam zijn, is de boodschap.

Maar niet iedereen kan dat?

’S Jongers: Natuurlijk niet. Veel mensen roepen dat werklozen niet willen werken. Dat klopt gewoon niet. In Nederland willen de meeste werklozen wel degelijk werken, maar dan moeten de basisvoorzieningen wel helemaal in orde zijn, denk bijvoorbeeld aan kinderopvang. Nu is die in Nederland veel te duur.

Pleit u er daarom voor om meer ervaringsdeskundigen te betrekken bij het beleid?

’S Jongers: De huidige hoogopgeleide ambtenaren zijn onbewust onbekwaam en zien ervaring niet als kennisbron. Ik heb ooit een bijeenkomst georganiseerd in de aanloop naar een advies over daklozen. Waarom niet vergaderen in een opvangcentrum voor daklozen, dacht ik. Wat bleek? Mensen die al jarenlang betrokken zijn bij daklozenbeleid waren nog nooit in zo’n opvangplek geweest. Ze hadden nog nooit van dichtbij een dakloze gezien. Zowel in Nederland als in België praten vooral de niet-armen over de armen.

Als ik met beleidslui naar een zogenaamd kwetsbare wijk ga, is het eerste wat ze zeggen: hoe kunnen dit soort toestanden nog bestaan in een welvarend land als Nederland? What the fuck, denk ik dan. júllie zitten al twintig jaar aan de knoppen. Ik zou júlie moeten vragen wat armoede nu echt is. (zucht) Die 15 procent die aan de knoppen draait, bekijkt de samenleving met de logica van mono-probleemcultuur. Heb je een probleempje? Hop, even ergens aan een digitaal loketje melden, formulier invullen en wat betalen voor een hulpverlener. Die mono-probleemcultuur staat haaks op de multi-problematiek waarmee mensen aan de onderkant van de samenleving worden geconfronteerd.

Het voorbeeld van Nederland volgen, is voor België de zekerste weg naar sociale drama’s.

Wist u dat men in Nederland spreekt over zelfredzame daklozen?

Wie zijn dat?

‘S Jongers: Dat zijn daklozen die bijvoorbeeld nog bij een familielid terechtkunnen voor een bed. Of iemand die een auto heeft om in te slapen, een fenomeen dat steeds vaker voorkomt. In die gevallen krijg je geen ondersteuning voor daklozen, want je bent nog zelfredzaam. Als je dakloos wordt in Nederland doe je dat het best tussen maandag en vrijdag en tussen 9 en 16 uur, want anders is het loket gesloten. Aan dat loket is de eerste vraag die een ambtenaar stelt: hoe zelfredzaam bent u eigenlijk? De meeste daklozen in Nederland worden niet eens meegeteld in daklozenstatistieken, zoals minderjarigen, 65-plussers en mensen zonder verblijfsvergunning. Officieel zijn er 39.000 daklozen, terwijl het er feitelijk meer dan 100.000 zijn. Dat is een verdubbeling in tien jaar. Nochtans sprak niemand van een daklozencrisis. Maar nu de eigen dochter amper een woning kan vinden, is er plots een woningcrisis.

U bent echt kwaad.

’S Jongers: Terecht toch? Zowat álle sociale doelgroepen gaan er stilaan onderdoor. Als je daar niet woedend van wordt, heb je het écht niet begrepen. Er wordt systematisch en constant neergekeken op die mensen. Op mij werd ook neergekeken. Sinds ik kon studeren, valt het me heel erg op dat al die hoogopgeleiden belachelijk goed voor zichzelf weten te zorgen. En hoe hoger je klimt, hoe groter de voordelen. (’S Jongers studeerde pas op zijn 28e politieke wetenschappen aan de UAntwerpen en nadien bestuurskunde in Den Haag, nvdr)

Als ambtenaar kon ik bijvoorbeeld een cursus over leiderschap volgen. Dat kost 6000 euro voor drie dagen en ik leer daar geen bal bij. Als ik de poetsvrouw op het ministerie vraag waarom zij cursus moet volgen, is dat om twee redenen. Omdat de Excelformulieren die ze moet invullen veranderen of om met een nieuw toestel te leren werken. Voor die 6000 euro van mijn cursus kun je drie poetsvrouwen hbo- (hoger beroepsonderwijs, nvdr.) cursus laten volgen. Maar we vragen haar dat nooit. Sterker nog, die poetsvrouw is meestal niet in dienst van het ministerie, maar werkt met onzekere flexcontractjes voor een onderaannemer.

‘Jij kunt de armoede verlaten, maar de armoede verlaat jou niet. Bovendien was armoede in de jaren 90 anders dan de armoede vandaag. Toen waren de vangnetten sterker, de mazen kleiner’, schrijft u. Hoe is armoede veranderd?

’S Jongers: Wie vandaag arm is, krijgt het hele systeem tegen zich. De bijstand in Nederland (vergelijkbaar met het leefloon in België, nvdr) werd in 1965 ingevoerd vanuit het idee dat mensen met opgeheven hoofd door het leven moeten kunnen gaan. Vandaag kan niemand in de bijstand nog met opgeheven hoofd leven. Je bent alleen maar voorwerp van controles, berispingen en sancties, van wantrouwen en achterdocht. In die zin is armoede compleet veranderd. Leg vandaag maar eens een krantenartikel over armoede naast eentje van zelfs maar een of twee jaar geleden. De toon is helemaal anders. En vreemd genoeg zijn de armoedecijfers niet dramatisch gestegen, we kijken alleen anders naar al die grafieken.

Hoe?

’S Jongers: De middenklasse komt in het gedrang, want de prijzen stijgen. Het wordt spannend als ook die middenklasse haar rekeningen steeds moeilijker kan betalen. Dus wat doen we? We kijken niet meer naar de inkomenskant maar naar de uitgavenkant. Maar dat echt arme mensen hun facturen niet konden betalen, daar hebben we vroeger nooit rekening mee gehouden. Tegen die armen hebben we altijd gezegd: je krijgt een leefloon en dat is het. We hebben ons nooit afgevraagd of we moesten kijken naar een vast weekbudget, los van vaste kosten zoals huur. Of je nu 600 of 900 euro huur moest betalen, je leefloon bleef 1100 euro. Klaar. We keken bij de armen nooit naar die uitgavenkant.

‘Dakloos word je in Nederland het best op werkdagen tussen 9 en 16 uur, want anders is het loket gesloten.’
‘Dakloos word je in Nederland het best op werkdagen tussen 9 en 16 uur, want anders is het loket gesloten.’ © belga images

Terug naar de sociaaldemocraten. Kun je electoraal succes boeken met een programma dat vooral op die armste onderklasse gericht is?

’S Jongers: Blijkbaar leeft het thema wel. Als ik Tom Van Grieken (VB) hoor over hogere pensioenen of minimumlonen of Geert Wilders (van de Nederlandse extreemrechtse PVV) over pensioenen en zorg… Je ziet cultureel rechtse partijen steeds meer een ruk naar economisch links maken.

Tegelijk stemmen VB’ers in het Europees Parlement wel tegen voorstellen voor hogere minimumlonen.

’S Jongers: Europa is ver weg en wat daar gebeurt, dringt niet altijd goed door. Ik ben geen politicus, maar ik denk dat het niet zozeer gaat over groepen aan de onderkant die voor sociaaldemocratische partijen zouden moeten stemmen. Die partijen moeten er vooral voor zorgen dat de brede middenklasse doorkrijgt dat solidariteit – ook met die onderklasse – hét cruciale punt is en dat we daarin moeten investeren. In Nederland is bijvoorbeeld de zorg nu al zowat onhoudbaar. Laten we mensen die nu al in armoede leven en daardoor minder gezonde levensjaren hebben en dus meer zorg behoeven, hogere premies betalen? Dan laten we die groep helemaal los, zonder een eerlijke kans op een gezond leven, want ze wonen nu al in wijken waar je niet wilt leven. Tegelijk ontnemen we die groep ook de kans op genezing. Gaan we het blijven hebben over individuele leefstijl en gedrag, terwijl we allang weten dat vooral de sociale context dat gedrag en die leefstijl bepaalt? Als je die mensen geen kans geeft op een gezond leven, kun je evengoed klaar en duidelijk zeggen dat ze tweederangsburgers zijn.

Het risico bestaat dat Vooruit een soort eenmanspartij wordt.

Wat is daarvan het gevolg?

’S Jongers: Dat kan voor hen de laatste druppel zijn om zich volledig af te sluiten van de samenleving. In Nederland noemen we nu al 30 procent ‘afgehaakt Nederland’, mensen die niet op gevestigde partijen stemmen of helemaal niet meer stemmen. De vertrouwenskloof met de politiek wordt perfect weerspiegeld in de gezondheidskloof. Het is niet omdat je ziek bent dat je vertrouwen verdampt. Maar als je ziek bent, kom je vaak in aanraking met de overheid en als die niet levert wat van haar mag worden verwacht, dán haken mensen af. Als sociaal beleid geïndividualiseerd is en alles uitsluitend je eigen verantwoordelijkheid is, moeten we misschien niet meer praten over afgehaakt maar over weggeduwd Nederland.

Verklaart dat de bijna viscerale afkeer van veel burgers voor politiek? Uit De Stemming, een peiling in opdracht van de VRT en De Standaard, bleek onlangs dat 60 procent een technocratisch bestuur verkiest.

’S Jongers: In Nederland heeft meer dan 50 procent geen vertrouwen meer in de politiek. Dat gaat over te scherpe politieke tegenstellingen, geruzie en gebrek aan daadkracht om problemen aan te pakken. Waarom zou je dan nog stemmen? Ook het politieke discours dat je erop vooruitgaat als je maar heel hard werkt, geloven ze niet meer. Je kunt keihard werken in laagbetaalde jobs en als je aan het einde van de maand toch niet rondkomt, is dat dan je eigen schuld? Iemand die in armoede leeft, bepaalt het minimumloon niet, he?

Als de meeste mensen er al twintig jaar niet op vooruitgaan, dan verkoop je als politicus al twintig jaar fake news. De radicalisering zit ook bij de middenklasse die onder druk staat, onzeker wordt en puur voor zelfbehoud kiest. Ze denken dat een sterke leider hen zal helpen. Als je je niet meer herkent in overheid en politiek, lijkt populisme misschien eerst aantrekkelijk. Maar ik kan me voorstellen dat je op den duur denkt: wat maakt het allemaal nog uit? En als je aan de onderkant van de samenleving zit, zal het geen verschil maken. Want ook zonder populisten had je al een kutleven.

Is de democratie in gevaar? Ilja Leonard Pfeijffer schrijft in zijn nieuwe boek Alkibiades over het verval van de democratie in het oude Athene. Hij waarschuwt voor vergelijkbare tekenen van verval vandaag.

’S Jongers: De AIVD (Nederlandse staatsveiligheidsdienst, nvdr) heeft twee jaar geleden al gezegd dat de extremen steeds groter worden en aan onze democratie knagen. Kijk wat er nog op ons afkomt met de vergrijzing, de toenemende diversiteit, artificiële intelligentie, welvaartsgroei onder druk en, niet te vergeten, de klimaattransitie. Al die fenomenen zullen veel mensen pijn doen en tegenstellingen verscherpen. Ze dragen het in zich om grote groepen te doen radicaliseren en zo de samenleving te ontwrichten. Dat gevaar neemt toe sinds de afbraak van de verzorgingsstaat met als gevolg de opdeling in de haves en de havenots. Met de zogenaamde participatiemaatschappij zijn we inmiddels opgeschoven naar de cans en de cannots. De volgende fase is wellicht de opdeling in wants en wantnots, tussen wie nog wel en wie niet meer wil meedoen. Dat is toch schrikbarend? In Nederland zie je dat nu al.

Keert u nog terug naar België?

’S Jongers: Dat zou me verbazen en dat heeft veel te maken met mijn verleden en met slechte herinneringen aan België. Wat ik in Nederland heb klaargespeeld, zou in België nooit zijn gelukt. In België hing mijn verleden als een molensteen rond mijn nek. Nederland voelde voor mij als een bevrijding. Ik was als een verwaarloosde plant die te lang in de schaduw stond te verdorren, maar plots in het volle licht werd gezet en sterk begon te bloeien. Ik ben dus heel dankbaar voor wat Nederland me heeft geboden.

Tot slot, is Nederland nog een gidsland voor België?

’S Jongers: Dat beeld van gidsland is in Nederland zelf aan het afbrokkelen. Toen ik hier pas was, zei ik weleens dat Nederland in stenen investeert en België in mensen. In Nederland bouwen ze binnen een jaar een complexe brug, in België duurt het 20 jaar voor zo’n brug helemaal klaar is. (lacht) Daar klopt wel iets van. Enfin, ik overdrijf nu, maar de infrastructuur is hier opvallend beter dan in België. Ik krijg mijn Vlaamse vrienden wel moeilijk uitgelegd dat ik in Nederland 150 euro zorgpremie per maand betaal, terwijl dat in Vlaanderen 58 euro per jaar is. Als ik hier ziek word, kan ik met veel geluk over een of twee weken een afspraak bij de dokter krijgen. Als het gaat over bestaansonzekerheid, leefomstandigheden en armoede van een groeiende onderklasse, dan is Nederland een gidsland, maar helaas in heel negatieve zin. Het voorbeeld van de noorderburen volgen, is voor België de zekerste weg naar sociale drama’s.

Tim ‘S Jongers

Geboren in 1981 in Lier.

Studeerde politieke wetenschappen aan de UAntwerpen en bestuurskunde in Den Haag.

Adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.

Sinds september 2022 directeur van de Wiardi Beckman Stichting

Schreef Beledigende broccoli. Over ervaringskennis van kwetsbare mensen.

Columnist de Volkskrant en Correspondent Samenleven voor De Correspondent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content