Ethicus Freddy Mortier: ‘De polarisering rond gender en seksuele geaardheid zal alleen nog maar toenemen’

Aan de vooravond van zijn emeritaat buigt ethicus Freddy Mortier zich over de stand van het land en van de Gentse universiteit. ‘Als professor ga je het best niet met je studenten op café.’

‘Professor is geen zwaar beroep. Je staat niet de hele dag tussen krijsende kleuters en je hoeft ook niet met zakken cement te zeulen’, zegt ethicus Freddy Mortier (UGent) aan de vooravond van zijn emeritaat. ‘Best jammer dus dat ik moet stoppen. Al begrijp ik het ook wel. Het is nu aan de nieuwe generatie. Mijn jongere collega’s brengen andere boeiende thema’s aan die goed in de markt liggen. De ethische uitdagingen van de sociale media, bijvoorbeeld. Daarnaast is er bij studenten een grote gevoeligheid voor gender- en identiteitskwesties. Dat juich ik toe, maar soms gaat die wel ver. Zo hebben ze me al eens gevraagd om te zwijgen over “racisten en seksisten” als Immanuel Kant en Voltaire. Dat heb ik uiteraard niet gedaan.’ (lachje)

U blijft wel aan de universiteit verbonden als voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI). Die kwam vorig jaar in het nieuws omdat ze een oordeel moest vellen over klinisch psycholoog Mattias Desmet. Die beweerde onder meer dat onze angst voor het coronavirus veel gevaarlijker was dan het virus zelf.

Freddy Mortier: Uiteindelijk hebben we geoordeeld dat de zaak buiten onze bevoegdheid ligt. Je kunt het oneens zijn met zijn theorieën of ze zelfs gevaarlijk vinden, maar dat is nog iets anders dan ze wetenschappelijk niet integer noemen.

Hoezo?

Mortier: Integriteit gaat over de vraag of Desmet al dan niet heeft gelogen. Voor mij is het overduidelijk dat zijn theorieën het gevolg zijn van tunnelvisie of confirmation bias. Maar als we elke wetenschapper die zich daaraan schuldig maakt aan een sanctie onderwerpen, is het einde zoek. Bovendien is er een verschil tussen hard wetenschappelijk onderzoek en het essayistische werk van Desmet, dat eerder een soort denkpiste is.

In de talkshow van Alex Jones, een veroordeelde extreemrechtse Amerikaanse complotdenker, vertelde Desmet ook dat hij getuige was van een openhartoperatie onder hypnose. Dat was, uiteraard, kletskoek.

Mortier: Daar is hij inderdaad in de fout gegaan en dat heeft hij ook toegegeven. Maar verder hebben we hem niet op leugens of vervalsingen kunnen betrappen. Geen oog hebben voor tegenargumenten is niet hetzelfde als bedrog. Wél kun je je de vraag stellen of zo iemand de geschikte docent is voor een vak als cultuur- en maatschappijkritiek. Desmets faculteit heeft geoordeeld van niet en een andere oplossing voor hem gezocht. Maar zijn spreekrecht is nooit aan banden gelegd en daar sta ik helemaal achter. Ook stellingen die buiten de consensus vallen moeten op de universiteit een plaats kunnen krijgen.

Ook als die stellingen een potentieel gevaar voor de volksgezondheid vormen?

Mortier: Je moet erop vertrouwen dat het maatschappelijk debat voldoende tegengas zal geven. Dat is in dit geval zeker gebeurd.

De burger die tijdens de pandemie een houvast zocht in de wetenschap kwam er bekaaid af. Terwijl Rik Van de Walle, de rector van de UGent, heilig geloofde in lockdowns en vaccinatie trok de aan dezelfde universiteit verbonden professor Lieven Annemans die systematisch in twijfel.

Mortier: Ik begrijp dat veel mensen het daar lastig mee hebben, maar er is niet zoiets als dé stem van de wetenschap en dé Universiteit Gent. Dat werd tijdens de pandemie inderdaad heel duidelijk. Juristen, sociale wetenschappers en economen benaderden de virologische waarheid elk vanuit hun eigen achtergrond, waardoor ze in veel gevallen eerder oog hadden voor menselijke vrijheden of psychologische gevolgen. Aan de andere kant had je mensen met een virologische of geneeskundige expertise – of iemand als ik, met een achtergrond in de bio-ethiek – voor wie de bescherming van de volksgezondheid de hoofdbekommernis was. Ik huiverde van die pleidooien om alles maar op zijn beloop te laten. Ik was en ben nog altijd voorstander van verplichte vaccinatie, zeker voor het zorgpersoneel. Maar het is perfect legitiem om die premisse ter discussie te stellen. Ik heb deze zomer nog gesproken met een Oostenrijkse arts die ervan overtuigd is dat Zweden de pandemie het best heeft aangepakt. Zijn uitleg deed me twijfelen aan mijn eigen uitgangspunt, en dat is alleen maar goed.

Allerlei kerken zullen meer naar rechts bewegen en soms ook allianties aangaan met extreemrechts.

Freddy Mortier

Twijfel over de rol van de mens in de klimaatopwarming heeft voor een mogelijk bijzonder schadelijke vertraging in onze aanpak gezorgd.

Mortier: In dat verband kun je je afvragen of zij die twijfel zaaien wel wetenschappelijke motieven hebben, of er niet iets anders speelt. De consensus is overweldigend en de groep wetenschappers die eraan twijfelt wordt met de dag kleiner.

Is er aan de UGent plaats voor klimaatsceptici?

Mortier: In theorie wel. Al acht ik de kans klein, want om in dat domein professor te kunnen worden, moet je natuurlijk de data juist hebben. Ik zal wel altijd blijven luisteren naar argumenten. De geschiedenis van de wetenschap heeft geleerd dat de consensus niet altijd correct is. Het is juist de dissidentie die ervoor zorgt dat gevestigde standpunten worden bijgesteld.

Integriteit gaat ook over macht en hoe je ermee omgaat. Uit een Pano-reportage bleek eerder dit jaar dat met name doctoraatsstudenten vaak met machtsmisbruik te maken krijgen. Heeft dat u verbaasd?

Mortier: Dat is niet nieuw. We zien al langer dat doctoraatsstudenten in sommige vakgebieden plots massaal afhaken. Soms ligt de oorzaak bij toxisch gedrag van één individu, maar meestal is het in de eerste plaats een gevolg van het systeem. Vandaag krijgen professoren heel duidelijke doelstellingen opgelegd. Ze moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat ze binnen de vijf jaar een x-aantal doctoraten hebben begeleid en tot een goed einde hebben gebracht. Met andere woorden: hun bevordering hangt af van de prestaties van hun doctoraatsstudenten. Het gevolg is dat ze hen vaak zwaar onder druk zetten. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe we dat systeem kunnen veranderen, want die doctoraten vormen een belangrijk deel van de wetenschappelijke opdracht van universiteiten en zijn ook een aanzienlijke bron van inkomsten.

Uw universiteit is ook in opspraak gekomen door professoren die zich aan grensoverschrijdend gedrag schuldig maakten.

Mortier: Veel professoren beseffen zelf niet dat ze een grens overschrijden. Daarom is het beter om van meet af aan een zekere afstand te bewaren. Zo zal ik studenten nooit met de voornaam aanspreken of aanschrijven als zij dat niet eerst zelf doen. Dat lijkt misschien iets kleins, maar het zet wel de toon. Met studenten op café gaan, vind ik geen goed idee, ook al zien sommige collega’s er geen graten in. Net zoals sommige proffen op Facebook met studenten bevriend zijn. Ik zeg niet dat zoiets altijd problematisch is, maar je creëert wel een bepaalde sfeer. Hetzelfde met doctoraatsstudenten, met wie je als professor vaak nauw samenwerkt. Het is bijvoorbeeld niet omdat je naar hetzelfde congres gaat dat je ook hetzelfde hotel moet boeken. Je kunt evengoed allebei apart een slaapplaats reserveren.

Als ethicus hebt u ook altijd uitgesproken meningen gehad over de samenleving buiten de universiteit. Zo’n vijf jaar geleden zei u in Knackheel overtuigd dat we blij mogen zijn dat we in een van de meest progressieve landen ter wereld wonen. Denkt u er vandaag nog zo over?

Mortier: Zeker. Zo hebben we dankzij onze euthanasiewet de regie over ons levenseinde voor een groot stuk zelf in handen. Dat is in andere Europese landen wel anders. Ik zou er alles aan doen om niet in Italië te hoeven sterven. Niet alleen is euthanasie daar illegaal, de palliatieve zorg is er onderontwikkeld en er wordt veel te weinig naar de wensen van de patiënt geluisterd. In België is de situatie totaal anders. Veel artsen zien euthanasie als een mogelijke aanvulling op goede palliatieve zorg en zijn ook bereid om die uit te voeren – ook katholieke artsen.

Ondertussen gaan er wel stemmen op om euthanasie niet langer toe te laten voor mensen die psychisch lijden.

Mortier: Dat komt vooral doordat men vaak een totaal verkeerd beeld ophangt van euthanasie bij psychisch lijden. Alsof iemand die wat dwaalt na een maand euthanasie kan krijgen. Zo werkt het natuurlijk niet. In de praktijk gaat het om mensen die jarenlang ondraaglijk hebben geleden en geen andere uitweg meer zien. Elke psychiater heeft zulke patiënten. Vaak kunnen ze ook niet veel meer voor hen doen, want de psychiatrie is een behoorlijk onmachtige tak van de geneeskunde. Bij mensen met heel zware psychiatrische problemen, zoals schizofrenie of andere psychosen, helpt gesprekstherapie doorgaans niet, en ook medicatie werkt niet altijd. Sommige patiënten met psychiatrische problemen liggen daardoor weken of zelfs maanden in bed en krijgen op den duur doorligwonden. Mochten die verhalen meer naar buiten komen, dan zou er veel meer steun zijn voor euthanasie bij psychisch lijden. Het probleem is dat de Belgische euthanasiecommissie, in tegenstelling tot haar Nederlandse tegenhanger, geen details vrijgeeft over de zaken waarover ze zich buigt. Meer transparantie zou nochtans voor meer begrip zorgen.

Er wordt al jaren gepraat over een mogelijke uitbreiding van de euthanasiewet voor mensen met dementie. Komt dat er ooit van?

Mortier: Zowel onder politici als onder juristen gaan steeds meer stemmen op om dat mogelijk te maken. Ze kunnen er niet langer aan voorbij dat een groot deel van de bevolking erachter staat. In eerste instantie verwacht ik dat de wet onder druk van rechtspraak consequenter zal worden gemaakt. Zo is het in Nederland ook gegaan. Op den duur zal de politiek wel volgen. Zelfs de CD&V heeft al gezegd dat ze bereid is om er minstens over te praten.

Ondertussen lopen pogingen om de abortustermijn van twaalf naar achttien of twintig weken zwangerschap op te trekken spaak.

Mortier:Dat dossier ligt politiek moeilijker dan een uitbreiding van de euthanasiewet. Niet alleen bij de christendemocraten, maar bijvoorbeeld ook bij de MR, waar duidelijk nog heel wat mensen van christelijken huize zitten. Het argument is meestal dat er zich na achttien weken zwangerschap al een individu zou hebben gevormd. Conclusie: dan is het moord. Anderen wijzen erop dat een foetus op achttien weken fysiek veel meer is ontwikkeld dan op twaalf weken – wat natuurlijk zo is. Daardoor zou een abortus ingrijpender zijn. Maar dat klopt niet: ook op achttien weken is een abortus medisch gezien niet ingrijpender dan veel routineoperaties. Het komt erop neer dat veel mensen er moeite mee hebben dat er – om het brutaal te zeggen – wordt gesneden in een foetus die al in die mate gevormd is. Terwijl dat moreel gezien niet van betekenis is. Wel belangrijk is het moment waarop de cortex voldoende is ontwikkeld om pijn te kunnen voelen en er ook een vorm van bewustzijn aanwezig zou kunnen zijn. Maar dat is pas op 22 of 23 weken.

Nadat het Amerikaanse Hooggerechtshof een jaar geleden het historische arrest Roe vs. Wade had geschrapt, werd abortus in heel wat staten verboden.Is iets dergelijks in België denkbaar?

Mortier: Wat in de Verenigde Staten is gebeurd, hangt samen met de opkomst van christelijke kerken die merkten dat veel diepgelovige Amerikanen niet alleen tegen abortus maar bijvoorbeeld ook tegen hulp bij zelfdoding zijn. Sommige predikanten begonnen het recht op abortus ter discussie te stellen en vervolgens sprong een rist conservatieve politici op die kar. In België zie ik zoiets niet gebeuren. Vanuit deMens.nu, de koepel voor vrijzinnig humanisme, hebben we Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken eens gevraagd hoe zijn partij tegenover abortus staat. ‘Wij laten de burger wat dat betreft vrij’, was zijn antwoord. Een partij die zou pleiten voor een verbod op abortus of euthanasie zou in België ook weinig succes hebben. Dat zijn verworvenheden waarvan de mensen niet willen dat ze worden teruggeschroefd.

Geldt dat ook voor homorechten?

Mortier:Ook voor het homohuwelijk, dat ondertussen twintig jaar bestaat, is er veel steun. Er gaan voor zover ik weet geen stemmen op om het terug te draaien. Op juridisch vlak is er een muur gemetseld die men niet zo snel weer kan slopen. Iets anders is de publieke opinie. Ik vrees dat de polarisering rond thema’s als gender en seksuele geaardheid alleen nog maar zal toenemen.

Hoe belangrijk is de rol van religie in die evolutie?

Mortier: Op dit moment bedraagt de secularisering van moslims bij ons ongeveer 1,5 procent per jaar. Dat zijn dus mensen die de islam aanhingen en nu een neutraal standpunt innemen. Bij dat tempo zal 30 procent over twintig jaar geseculariseerd zijn en nog eens tien jaar later komt er al een heel nieuwe generatie aan. Tegelijkertijd zal er, vooral door migratie, een instroom zijn van mensen die nog veel meer in de strikte versies van de islam geloven. Binnen die groep zal er dus een grote kloof zijn tussen geseculariseerden en fundamentalisten. Hetzelfde zal ook in andere geloofsgemeenschappen gebeuren. Veel Afrikaanse en Poolse katholieke gemeenschappen zijn veel conservatiever dan het open en verlichte conservatisme dat we hier kennen. Dat zal ook binnen de kerk voor almaar meer polarisering zorgen. Volgens het PEW Research Center, het Amerikaanse observatiecentrum voor religie, is de kans groot dat de conservatieve versies van allerlei godsdiensten de komende dertig jaar in alle Europese landen veel meer aanhangers zullen vinden. Daardoor zullen die kerken meer naar rechts bewegen en in sommige gevallen allianties aangaan met extreemrechts.

U hebt er nooit een geheim van gemaakt dat u een lidkaart hebt van Vooruit. In 2018 stond u zelfs op de voorlaatste plaats van de Vooruit-lijst voor de provincieraad, naar eigen zeggen omdat uw partij zwaar onder druk stond.

Mortier: Dat is ondertussen wel anders. Conner Rousseau heeft de partij uit het slop gehaald. Al moet ik toegeven dat ik mijn hart vasthield toen hij partijvoorzitter werd. Ik dacht dat hij niet meer was dan een soort verleidingsstrategie om zo veel mogelijk jongeren aan te trekken. Ondertussen is gebleken dat zijn communicatiestijl bij heel uiteenlopende groepen aanslaat. Hij slaagt er ook in om mensen op dezelfde lijn te krijgen en durft heel duidelijke standpunten in te nemen. Niet dat ik het altijd met hem eens ben. Ik sta bijvoorbeeld niet achter zijn pleidooi om levensbeschouwelijk onderwijs op school te schrappen. En het feit dat hij het recht op ouderschap aan banden wil leggen, vind ik niet te verteren. Maar hij vertelt tenminste een duidelijk verhaal en weet Vooruit te profileren tegenover de andere partijen. De vraag is wel wat er zal gebeuren als er iets komt van zijn vrijage met de N-VA. Dat zou een wel heel merkwaardig huwelijk zijn.

Sommigen vragen zich af of Rousseau wel echt links is.

Mortier: Stel dat hij anno 2023 zou beweren dat we alle grenzen wagenwijd open moeten zetten. Iedereen, ook de achterban van Vooruit, zou beseffen dat zoiets onmogelijk is. Rousseau stelt zich dus niet rechts op, maar wel pragmatisch. Hij blijft een sociaaldemocraat die standpunten inneemt waarmee hij aan de kant van de zwaksten in de samenleving staat. Hij vaart de centrumlinkse koers die zijn voorganger John Crombez heeft uitgetekend. Alleen weet Rousseau die boodschap ook aan de man en vrouw te brengen, en daar had de partij dringend behoefte aan. Voor zijn komst was Vooruit langzamerhand aan het wegsmelten. Net zoals de CD&V vandaag.

Nu de partij weer in de lift zit, hoeft u zich geen kandidaat meer te stellen bij de verkiezingen van volgend jaar?

Mortier: (lacht) Helemaal juist. Ik heb ook nooit de ambitie gehad om in de politiek te stappen. Ik stond alleen maar op een lijst om de partij te steunen. Ik hoop en denk dat het niet meer nodig is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content