Energie besparen in huis? Waarom 19 graden geen ideale binnentemperatuur is

© illustratie Valerie Geelen

Negentien graden de perfecte binnentemperatuur? ‘Daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor’, klinkt het. ‘De ideale temperatuur verschilt van mens tot mens en van kamer tot kamer.’

In het gezin van B. wordt de laatste weken geregeld over de temperatuur gebakkeleid. Terwijl haar tienerzoon in een T-shirt in zijn onverwarmde slaapkamer zit te gamen, nestelt zij zich met een dikke trui onder een dekentje in de woonkamer. Daar is het de hele dag 19 graden – allesbehalve warm, vindt B. ‘Ben je ziek of zo?’ vraagt haar zoon wanneer hij haar zo aantreft. ‘Het is hier om dood te vallen van de hitte.’

Zo vreemd is dat niet. De ene mens heeft het veel sneller koud dan de andere. Vooral leeftijd, gewicht en geslacht spelen daarbij een rol. Vrouwen hebben over het algemeen meer last van koude dan mannen. ‘Daarom slaat het eigenlijk nergens op om altijd en overal dezelfde temperatuur aan te houden’, zegt Wouter van Marken Lichtenbelt, professor ecologische energetica en gezondheid aan de Universiteit Maastricht. ‘Toch zijn we daar de voorbije vijftig jaar steeds meer aan gewend geraakt. Tot de energieprijzen de hoogte in gingen, vonden we het heel normaal dat onze huizen en kantoren ’s winters allemaal tot 21 à 22 graden werden verwarmd.’

Ook nu we met z’n allen willen besparen, blijven we bij een constante temperatuur zweren. Niet alleen in overheidsgebouwen, maar ook in veel kantoren en huiskamers wordt het de komende maanden 19 graden. Voor het menselijk lichaam zou dat dé ideale omgevingstemperatuur zijn. ‘Ik weet niet waarop dat is gebaseerd, maar in elk geval niet op wetenschap’, zegt Van Marken Lichtenbelt. ‘19 graden is een prima binnentemperatuur, maar 17 of 18 graden is dat evengoed. Alleen zou daar wellicht meer protest tegen komen.’

Hoe dan ook is het niet zo verstandig om elke ruimte van een huis of kantoor evenveel te verwarmen. Het drijft de stookkosten op en bovendien zal de ene mens zich daar heel comfortabel bij voelen, terwijl de andere het te warm of te koud heeft. ‘We kunnen veel energie besparen door meer met die individuele behoeften rekening te houden’, zegt Van Marken Lichtenbelt. ‘In een kantoortuin waar de temperatuur niet overal gelijk is, kunnen werknemers die het snel koud hebben in een goed verwarmde hoek zitten. Collega’s die 19 graden al warm vinden, kiezen dan voor een koelere plek. Laat de infrastructuur dat niet toe, dan zou je bijvoorbeeld ook een aantal werkplekken met een verwarmd bureaublad kunnen installeren.’

Het is ook nergens voor nodig om de thermostaat het hele jaar door even hoog te zetten. ‘Sinds de jaren zeventig zijn we overal en in alle seizoenen dezelfde temperatuur gaan nastreven’, zegt Van Marken Lichtenbelt. ‘Nochtans is uit onderzoek gebleken dat mensen in de zomer ook binnen veel hogere temperaturen nodig hebben om zich goed te voelen dan in de winter. Laat de temperatuur dus maar een beetje meebewegen. Is het buiten heel erg koud? Dan mag het binnen ook wat koeler zijn.’

Lekkere trek

De thermostaat deze winter een paar graden lager instellen, is goed voor de energiefactuur én voor de gezondheid. ‘Staat de verwarming op 21 of 22 graden, dan hoeft ons lichaam niet veel moeite te doen om zijn temperatuur op 37 graden te houden’, zegt Van Marken Lichtenbelt. ‘Is het binnen wat minder warm, dan moet het lichaam daar harder voor werken. Dat heeft een positief effect op de doorbloeding en de werking van hart- en bloedvaten, en ook de suikerhuishouding verbetert erdoor.’

In een kamer waar het wat frisser is, zouden we ons ook beter kunnen concentreren. Maar dat voordeel blijkt helemaal niet vast te staan. Volgens sommige studies kunnen we inderdaad beter werken of studeren als de verwarming wat lager staat, maar er zijn er ook die net het omgekeerde aantonen. Uit onderzoek van de Helsinki University of Technology blijkt bijvoorbeeld dat werknemers de beste prestaties leveren bij een temperatuur van 22 graden. Volgens onderzoekers van de Amerikaanse Cornell University zijn we zelfs het productiefst als het nog eens drie graden warmer is. Wellicht verschilt ook dat van persoon tot persoon.

Eén ding is zeker: door alleen maar de verwarming lager te zetten, verlies je geen kilo’s. ‘Dat wordt vaak beweerd omdat je warmteproductie stijgt als je het koud hebt. Je verbruikt dus meer energie’, legt Van Marken Lichtenbelt uit. ‘Maar jammer genoeg niet genoeg om af te vallen. In veel gevallen wordt dat energieverbruik achteraf trouwens weer gecompenseerd doordat je trek krijgt in iets lekkers.’

Schimmel op de muur

Toch zitten er ook nadelen aan minder stoken. De binnentemperatuur heeft niet alleen impact op ons lichaam maar ook op onze huizen en gebouwen. ‘Dat het in huis een paar graden kouder is, hoeft op zich geen probleem te zijn’, zegt burgerlijk ingenieur-architect Jelle Laverge (UGent). ‘Maar in combinatie met andere energiebesparende keuzes kan het wel schadelijke gevolgen hebben. Dat gebeurde ook tijdens de energiecrisis in de jaren zeventig. Door ondoordachte verwarmingsstrategieën zijn toen op veel plaatsen ernstige vochtproblemen ontstaan. Ook nu weer staan de kranten vol tips voor een lagere energiefactuur die haast wel fout moeten aflopen.’

Hoe vochtig de lucht in huis wordt, hangt af van de vochtproductie en de ventilatie. Voor die vochtproductie zijn we grotendeels zelf verantwoordelijk. Telkens als we koken, afwassen, schoonmaken, douchen, thee zetten, slapen of zelfs ademen komt er vocht vrij. Nu we vaker met het hele gezin in de woonkamer of de keuken zitten omdat veel andere ruimtes niet worden verwarmd, kan de vochtproductie daar heel hoog oplopen. Als er goed geventileerd wordt, is dat niet echt een probleem. Alleen doen we dat minder dan vroeger. Om maar geen warmte te laten ontsnappen, zetten we de ramen niet meer open en kopen we isolatiestrips en trendy tochthonden om alle spleten en kieren te dichten. ‘Daardoor kan het vochtgehalte in de lucht enorm toenemen’, weet Laverge. ‘Wordt de grens van 70 procent een tijdlang overschreden, dan riskeer je schimmelvorming. Bij een nog hoger percentage kun je last krijgen van houtrot.’

Het is geen toeval dat er in vergelijking met vorig jaar nu al dubbel zoveel mensen aan een CO-vergiftiging zijn gestorven.

Jelle Laverge, UGent

Vermijd dus dat er zoveel waterdamp in de lucht hangt dat die gaat condenseren. Vanaf welke waarde dat gebeurt, hangt af van de temperatuur. Met andere woorden: condensatie kun je tegengaan door de temperatuur in de kamer hoog genoeg te houden. Hoe hoog precies? Dat is altijd weer anders. Net zoals er geen ideale temperatuur voor de mens bestaat, is die er ook niet voor kamers. ‘Eigenlijk moet je voor elke ruimte in je huis nagaan hoeveel die wordt gebruikt, wat de vochtproductie is, hoe vaak er wordt verlucht en hoe hoog de isolatiegraad is. Op basis daarvan kun je dan de geschikte temperatuur kiezen’, zegt Laverge.

En wat als je een aantal kamers in huis helemaal niet meer verwarmt in de winter? ‘Dat is geen probleem in een woning die leegstaat en waar dus geen vochtproductie is’, zegt Laverge. ‘Maar kamers in een huis dat wordt gebruikt, kun je beter tot 10 tot 16 graden verwarmen. Ook als je er niet vaak komt, is er altijd wel wat vochtproductie. Koelt een ruimte af tot de temperatuur van de buitenomgeving, dan kan de vochtigheid er heel hoog oplopen. In een paar maanden tijd raakt zo’n kamer helemaal beschimmeld. Dat oplossen is allesbehalve gemakkelijk.’

Verwarm uw slaapkamer dus toch een beetje. Ook daar stapelt zich vocht op, want mensen zweten in hun slaap. ‘Bovendien stroomt vocht naar de koudste plekken’, zegt Marianne Stranger, experte luchtkwaliteit bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). ‘Als je hele gezin ’s ochtends heeft gedoucht, stijgt de vochtigheidsgraad dus ook in aanpalende kamers waar het erg koud is. Zeker nu mensen om te besparen minder geneigd zijn om de mechanische ventilatie in hun badkamer aan te zetten of meteen na het douchen een raam te openen. Daarom is het belangrijk om de temperatuur ook in de slaapkamers op een aanvaardbaar peil te houden en ze elke ochtend een kwartiertje te verluchten.’

Bloempotkacheltjes

Te vochtige lucht is voor uw gezondheid schadelijk. Vooral uw luchtwegen kunnen eronder lijden. Schimmelvorming op muren, plafonds of minder zichtbare plaatsen, kan onder meer huiduitslag, een loopneus, keelpijn, een hoest en zelfs bronchitis of een astma-aanval veroorzaken. Wie er langere tijd aan blootgesteld wordt, kan last krijgen van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, misselijkheid en koorts.

Maar misschien nog gevaarlijker dan schimmelvorming zijn de alternatieve warmtebronnen waarmee sommige mensen thuis experimenteren, van vuurschalen of barbecues tot zelf gefabriceerde bloempotkacheltjes. ‘Alleen al vanwege het brandgevaar is het een heel slecht idee om binnenshuis een open vuur te stoken of iets te verbranden’, waarschuwt Laverge. ‘Daarnaast komen bij die verbranding ook allerlei schadelijke stoffen vrij. Zeker in combinatie met een gebrek aan ventilatie kan dat heel gevaarlijk zijn. Het is geen toeval dat er vergeleken met vorig jaar nu al dubbel zoveel mensen aan een CO-vergiftiging zijn gestorven.’

Onze angst om kostelijke warmte te laten ontsnappen, heeft nog meer schadelijke gevolgen. Door minder te verluchten, hopen zich een heleboel ongezonde stoffen in huis op. ‘Die zitten bijvoorbeeld in luchtverfrissers en schoonmaakmiddelen of in de grillpan waarmee je een stuk vlees bakt’, legt Stranger uit. ‘Als je stofzuigt, wordt er onvermijdelijk stof in het rond geblazen en gebruik je een gasfornuis, dan komt er stikstofdioxide vrij. De concentraties van al die stoffen moet je laag proberen te houden. Dat kan door zo weinig mogelijk producten te gebruiken met schadelijke stoffen en door geregeld goed te ventileren.’ Ook na de schoonmaak zet u dus het best even het raam open. In veel schoonmaakmiddelen zit onder meer de geurstof limoneen. Als die moleculen in de lucht in contact komen met ozon, een gas dat ook door beeldschermen wordt vrijgegeven, dan kunnen ogen of luchtwegen geïrriteerd raken.

Het wordt de komende maanden dus een hele evenwichtsoefening: houd het binnen relatief warm, laat de energiefactuur niet nog hoger oplopen en zorg dat het allemaal een beetje gezond blijft. ‘Genoeg ventileren is de sleutel’, zegt Stranger. ‘Tijdens de covidpandemie hebben we op dat vlak goede gewoontes aangeleerd, maar dat dreigt de energiecrisis nu weer teniet te doen. Als we het binnen gezond én aangenaam warm willen houden, dan moeten we goed leren doseren. De komende maanden mogen we dus niet te weinig verluchten. Maar ook niet te veel.’

GOED IDEE

– De ene werkplek meer verwarmen dan de andere

– De binnentemperatuur laten meebewegen met de buitentemperatuur

– Een vochtigheidsmeter kopen

– Het huis minstens elke ochtend en avond een kwartier verluchten

– Kamers die weinig worden gebruikt tot 10 à 16 graden verwarmen

– Na het douchen het badkamerraam openzetten

SLECHT IDEE

– Het hele kantoor tot 19 graden verwarmen

– Alle gaten en kieren helemaal afplakken

– De verwarming lager zetten om af te vallen

– Ramen en deuren de hele tijd dichthouden

– Nooit de slaapkamers verwarmen

– Een bloempotkachel of vuurschaal in huis gebruiken

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content