De twijfels van schrijver Rik Van Puymbroeck: ‘Hoe raak je af van het oplichterssyndroom?’

© GF

Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.

‘Toen ik zeventien was, zag ik mijn beste vriend verongelukken. Al heel lang weet ik dat dat mijn leven veranderde, maar het is nog maar pas dat ik besef dat die gebeurtenis een trauma moet zijn geweest. Ogenschijnlijk ging het leven toen verder, weliswaar met dat verlies, maar ik dacht al die jaren dat het zo gaat: dat je met tegenslagen geconfronteerd wordt en dat je daar dan maar mee verder moet. Ik praatte er zo goed als met niemand over, bang om weggezet te worden als iemand die met zijn verdriet te koop loopt. Pas een jaar of twee geleden, nadat ik gepraat had met een professionele hulpverlener, begreep ik hoe indringend die gebeurtenis is geweest. Toen ik er met haar over sprak, kwamen er tranen naar boven die ik niet meer had vermoed. Meer dan dertig jaar later dus.’

Wat hebt u daaruit geleerd?

Rik Van Puymbroeck: Dat het geen schande is om je hoofd neer te leggen en uit te spreken dat iets niet gaat. Privé en op het werk. Ik ben een pleaser, ik doe mijn best en wil dat laten zien. ‘Kijk eens hoe hard ik kan en wil werken. Zie mij graag.’ Ik zei altijd ‘ja’ als iemand me op de krant vroeg of ik dit of dat nog kon doen. Nu durf ik al eens te zeggen: het gaat niet. Dat is nog altijd moeilijk. Het was een openbaring toen een vorige chef, telkens wanneer hij me belde met de vraag of ik tijd had voor een verhaal, er meteen bij zei dat een ‘nee’ ook mocht. Soms lukt me dat nu. Zoals het me steeds beter lukt me uit te spreken als iets privé niet loopt zoals verhoopt.

Het grootste inzicht was dat ik iemand ben die moeilijk afscheid kan nemen van mensen. Omdat het afscheid door de dood me al zo vaak is opgedrongen, vermijd ik conflicten of ruzies. Nu kan ik dat iets beter. Zelfs van vriendschappen kan ik iets gemakkelijker afscheid nemen. Ook al blijft vriendschap voor mij onvoorwaardelijk, als het erover gaat hoe vaak je elkaar kunt zien of horen.

Ik ben een pleaser, maar nu durf ik al eens te zeggen: het gaat niet.

Bent u iemand die vaak twijfelt?

Van Puymbroeck: Ik twijfel constant. Als ik een verhaal voor de krant inlever, doe ik dat ook na tweeëndertig jaar nog altijd met dezelfde twijfel: zal het wel goed genoeg zijn, zal nu blijken dat alles maar toeval was, zal ik door de mand vallen? Dat is het oplichterssyndroom, dat weet ik, maar hoe raak je ervan af? Toen ik mijn boek Treurwil schreef, sloeg die angst me nog meer om het hart. Over mijn schouders zaten al die grote schrijvers mee te kijken en in gedachten zag ik hen het hoofd schudden. Ik stuurde de delen van mijn boek op de afgesproken dag naar de uitgever, maar wel pas ’s avonds. Dan had ik me aan de deadline gehouden én wist ik zeker dat ze diezelfde dag niet meer aan lezen zouden toekomen. De twijfel gaat niet weg en dat is best lastig. Maar soms ben ik er blij mee. De twijfel is ook een motor.

Rik Van Puymbroeck, Treurwil, De Bezige Bij, 208 blz., 21,99 euro.

Partner Content