Steeds meer mensen worden rijk zonder iets te doen: moeten de Vlaamse erfbelastingen omhoog? 

© Getty
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

Erfenissen worden alleen maar groter. De babyboomers laten straks een historisch grote zak geld na, en de superrijken zien hun familiefortuin generatie op generatie aandikken.

Het Britse zakenblad The Economist had onlangs goed advies voor zijn jongste lezers: in de plaats van iemand die slim is of graag hard werkt, zoeken jullie beter iemand uit een fortuinlijke familie om mee te trouwen.

Het blad zag een nieuwe inheritocracy ontstaan, oftewel een terugkeer naar de achttiende eeuw waarover Jane Austen in haar romans schrijft en waar rijke erfgenamen veruit het populairst zijn bij vrouwen die een huwelijkspartner zoeken.

Een aantal onderzoekjes wezen er, voor wat ze waard zijn, ook effectief op dat in Europa en de Verenigde Staten jongeren die de huwelijksmarkt betreden meer aandacht schenken aan het mogelijke uitzicht op een erfenis dan vroeger.

Knack moeit zich principieel niet met het liefdesleven van zijn lezers, maar er zijn wel wat goede argumenten om op Tinder toch al eens zijdelings te informeren naar het bestaan van een mogelijk familiefortuin. Erfenissen worden steeds groter en belangrijker.

Voor wie in kringen van de superrijken verkeert, is dat het duidelijkst: in 2023 kwamen er al meer miljardairs bij in de wereld doordat zij goed geërfd hadden dan doordat ze er zelf voor hadden gewerkt. Vorig jaar was de balans alweer anders, maar de verwachting is dat het aantal erfenissen-miljardairs in de toekomst alleen maar zal toenemen.

De effecten zijn overal: een huis kopen lukt jongeren in Vlaanderen vandaag het makkelijkst met een zetje van de ouders. Ook in Nederland startte onlangs een debatje over de erfocratie, en de Franse krant Le Monde maakte zich eerder deze maand zorgen over de opkomst van een héritocratie.

‘De erfbelasting is helemaal niet rechtvaardig’: afschaffen dan maar?

Trente Glorieuses

Een reden voor die toegenomen aandacht springt meteen in het oog: de babyboomers beginnen stilaan te overlijden. Die generatie, waar iedereen toe behoort die tussen 1946 en 1964 geboren, is de rijkste ooit. Ze zal een historische grote zak geld aan haar erfgenamen nalaten, voor zover ze die niet al bij leven en welzijn heeft geschonken natuurlijk.

Dat is opmerkelijk, want het was de stille generatie voor de babyboomers die het meest van de economische boom na de Tweede Wereldoorlog profiteerde. Lang niet alle babyboomers waren zelfs maar volwassen toen er al een einde kwam aan de Trente Glorieuses, zoals de dertig voorspoedige jaren na de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk heetten.

Alleen, die stille generatie erfde zelf helemaal niets en moest na de oorlog vaak van nul beginnen, terwijl de babyboomers zelf al een erfenis in de schoot geworpen kregen. Van de spectaculair stijgende prijzen op de huizenmarkt hebben zij dan weer wél kunnen profiteren.

De boomers zijn ook met veel meer, en laten hun geld op hun beurt straks na aan (veel) minder kinderen. De Belgische babyboomers zouden de komende decennia zo’n 800 miljard euro doorgeven aan de volgende generatie, liet De Morgen vorig jaar al berekenen.

In vrede rusten? 5 tips om de erfbelasting te beperken

Keerpunt

Nog een reden waarom onze tijd weer meer op de achttiende eeuw begint te lijken, en waarom de Franse stereconoom Thomas Piketty er ondertussen meer dan tien jaar geleden al eens stevig de aandacht op vestigde: het aandeel van erfenissen in het totale verzamelde vermogen neemt weer toe.

Volgens de cijfers van Piketty voor Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is zo ongeveer 55 procent van het totale vermogen afkomstig uit erfenissen. Voor het Verenigd Koninkrijk ligt het wat lager, voor Frankrijk iets hoger. In het begin van de jaren tachtig was dat minder dan 40 procent.

Ongeveer in dezelfde ­periode als Piketty deed econoom Antoine Dedry een poging om het cijfer voor België te berekenen. Hij kwam zelfs op 70 procent uit, al bestaat over de berekening wel wat onzekerheid. Wel duidelijk is dat België de internationale trend volgt: het cijfer zal, als er niets verandert, stijgen: er worden steeds grotere erfenissen doorgegeven. De volgende ­generaties hoeven daar helemaal niets voor te doen.

De 10 procent meest vermogenden bezitten in België zo’n 55 procent van het totale vermogen, terwijl de armste helft maar 8,4 procent bezit.

‘Het belang van erfenissen in het totale vermogen volgt dezelfde U-vorm als kapitaal in de geschiedenis’, vertelt Wouter Ryckbosch, die als historicus verbonden is aan de VUB.

Hij is ook de coördinator van An Ancestor’s Tale, een onderzoeksproject dat ons een beter zicht moet geven op de Belgische vermogens, erfenissen en ongelijkheid in de 20e en 21e eeuw. Die resultaten zijn nog niet voor meteen, maar de trends zijn bekend.

‘Aan de vooravond van de ­Eerste Wereldoorlog was het belang van kapitaal in de economie enorm. Het totale vermogen was vele malen groter dan wat er in een economie met arbeid werd verdiend, en wel 80 procent van dat kapitaal kwam uit erfenissen.’ 

‘De Eerste Wereldoorlog was een absoluut keerpunt in onze economische geschiedenis. Veel erfenissen werden uitgevaagd, het aandeel zakte tot een dieptepunt van slechts 40 procent van het totale kapitaal. Sinds 1990 stijgt dat aandeel weer. Ondertussen is het totale vermogen ook weer spectaculair toegenomen. In die zin worden we weer een rentenierssamenleving, waarbij met geld meer geld valt te verdienen dan met arbeid.’

Wat betekent het Vlaamse regeerakkoord voor wie erft en schenkt?

Meritocratie

Veel cijfers zijn er niet over te vinden in België, maar erfenissen zitten heel ongelijk verdeeld. De vermogensongelijkheid geeft daar een indicatie van, hoewel die cijfers niet zomaar op elkaar kunnen worden gelegd.

De Nationale Bank berekende het vorig jaar: de 10 procent meest vermogenden bezitten in België zo’n 55 procent van het totale vermogen, terwijl de armste helft maar 8,4 procent bezit. Het zijn dan ook vooral de erfenissen van die superrijken die ervoor zorgen dat het aandeel van erfenissen in het totale vermogen verder stijgt.

‘En wat is er onrechtvaardiger dan ­iemand die al z’n kansen te danken heeft aan een grote erfenis en iemand anders die nooit één cent heeft geërfd?’ Politiek filosoof ­Philippe Van Parijs stelt de vraag om de kwestie op scherp te zetten. De ontvanger hoeft voor die erfenis vaak helemaal niets te doen. En als een steeds groter deel van erfenissen bestaat uit vermogen dat al eens eerder van generatie op generatie werd doorgegeven, heeft zelfs de gever er maar weinig verdienste aan.

Erfenissen botsen in ieder geval stevig met ons beeld van een meritocratie, waarin beloningen er enkel zijn voor mensen die hard werken, slim ondernemen of heel getalenteerd zijn. ‘Dat klopt’, gaat Van ­Parijs verder.

‘Ik heb zelfs een radicalere visie op sociale rechtvaardigheid, want aan ­onze toevallige talenten hebben we tenslotte ook geen eigen verdienste. Voor ­erfenissen geldt dat des te meer. Bovendien gaan de ­grootste erfenissen vaak naar kinderen die al op talloze manieren beter ­ondersteund zijn door hun ouders: ze genieten een ­bevoorrechte opvoeding en kunnen een beroep doen op het netwerk van de familie.’

Ideale belasting

Ook economen kijken al decennialang met grote ogen naar erfenissen en vooral de weinige belastingen die daar al bij al op hoeven te worden betaald. Volgens de meeste economen is een erfenisbelasting in theorie nochtans misschien wel de ideale belasting, aangezien ze de economische groei niet schaadt.

Vorig jaar deden drie Gentse economen op het forum Gentse Economische Inzichten een voorstel om erfenisbelastingen serieus te verhogen. Ze werkten met een vrijstelling van 300.000 euro per ontvanger voor het totale bedrag van erfenissen en schenkingen, en de opbrengsten gebruikten ze voor een taxshift om de lasten op arbeid te verlagen. Zo zou het overgrote deel van de bevolking erop vooruitgaan.

‘De meeste mensen ontvangen in hun leven een erfenis van zo’n 50.000 euro’, zegt Dirk Van de gaer. Hij is als econoom aan de UGent verbonden en deed in Vlaanderen al het meeste onderzoek naar erfenissen.

‘Dat zien we in Scandinavische landen, waar onderzoekers over veel betere data beschikken dan in België. Dat bedrag is echt ­peanuts. Na tien jaar is het grootste deel al opgemaakt.

Een Noorse studie toont ook de bescheiden impact van erfenissen: ­gemiddeld stellen erfenissen maar zo’n 4,4 procent voor van het geld dat mensen in hun hele leven verdienen. Enkel voor de allerrijksten zijn erfenissen belangrijker dan hun inkomen uit arbeid.’

Onpopulair

Tot verbazing van die economen die er allemaal jarenlang op hebben gestudeerd: weinig belastingen zijn zo onpopulair als erfenisbelastingen. De meeste mensen hebben er veel minder problemen mee dat het geld dat ze door hard te werken hebben verdiend zwaar wordt belast dan dat een deel van de centen die ze in de schoot geworpen krijgen wordt afgenomen door de overheid. Politici weten dat ook heel erg goed, en durven niet te pleiten voor zo’n verhoging.

In heel wat Europese landen zijn de erfenisbelastingen ondertussen helemaal afgeschaft. Internationaal vergeleken haalt Vlaanderen nog best veel geld op met die belastingen – zo’n 1,8 miljard euro per jaar – maar de regering-Diependaele is van plan de tarieven verder te laten zakken. Tegen 2029 mag daar van de minister-president nog eens 350 miljoen euro af.

De grootste korting moet er zijn voor kleine en middelgrote vermogens, maar iedereen zal mee genieten. ‘Ook grote vermogens zullen van de hervorming profiteren, maar verhoudingsgewijs is het effect veel minder groot’, zei Matthias Diependaele (N-VA) daar vorig najaar over. Vrijdag liet Vooruit in De Tijd verstaan het niet langer eens te zijn met de regeringsplannen: zij willen liever een budgetneutrale verlaging die gefinancierd wordt door de allergrootste vermogens.

In een heel aantal Europese landen zijn de erfenisbelastingen ondertussen helemaal afgeschaft.

‘Ik heb van onderzoek onthouden dat de erflaters harder gekant zijn tegen zulke belastingen dan de erfgenamen’, merkt Van Parijs op. ‘Eén reden is dat die erfenis op het einde van hun leven vaak het enige is wat hen nog wat macht geeft. Maar dat maakt het niet rechtvaardig.

‘Ik heb altijd veel sympathie gehad voor een idee van de Engelse filosoof John Stuart Mill, dat ook door de Amerikaanse filosoof John Rawls is over­genomen: maak dat iedereen belastingvrij kan erven, bijvoorbeeld tot 200.000 à 300.000 euro. Boven dat bedrag komt een sterk ontradende belasting van misschien wel 90 procent op alle erfenissen en schenkingen.  Een erflater kan dan, als hij voldoende verschillende personen kiest, al zijn geld belastingvrij wegschenken. Zo blijft de rijkdom niet in een klein deel van de bevolking geconcentreerd.’

Fiscaal expert Michel Maus (VUB) ­begrijpt heel goed waarom mensen erfenisbelastingen zo haten. ‘Ook voor mij gaat het over rechtvaardigheid’, zegt Maus. ‘Neem de familie Frère: zij geeft het familiefortuin door en betaalt daar bij wijze van spreken geen cent erfenisbelastingen op. Er zitten zoveel onrechtvaardigheden in het systeem dat het als een sanctie aanvoelt als iemand iets van belastingen moet ­betalen. Als er aan dat gevoel van onrechtvaardigheid niks gedaan wordt, schaffen we die belasting beter af.’

Achterdeuren

Het gaat in de fiscaliteit al snel over spitstechnologieën waar enkel de allerbeste fiscalisten over beschikken, maar in het geval van de erfenissen hoeft u niet eens heel erg onderlegd te zijn om aan de fiscus te kunnen ontsnappen. Maus zegt het zelf: dit gaat niet meer over achterpoortjes, hier staan de achterdeuren, de ramen en het dak open.

De grootste vermogens gebruiken stichtingen om hun kapitaal door te geven, maar iedereen weet dat een schenking  veel lager belast wordt dan een erfenis. Het is kwestie van op tijd te geven, want later dan drie en straks vijf jaar voor uw dood moet u alsnog de volle pot betalen. Schenkingen brengen de overheid sneller (minder) geld op, en het zorgt ervoor dat geld ook sneller wordt opgesoupeerd in plaats van te liggen slapen op een spaarrekening. Verder zijn er maar weinig argumenten om erfenissen en schenkingen anders te behandelen.

‘Er is een klasse van vermogensbeheerders en fiscalisten ontstaan die ervoor zorgt dat de allerrijksten alleen maar meer aan hun geld en erfenissen verdienen dan al de rest van ons.’

Een andere belangrijke uitzondering: familiale ondernemingen worden tegen een zeer gunstig tarief overgeërfd. Het zijn zulke voordelen die ervoor zorgen dat families over generaties heen makkelijk grote rijkdommen kunnen doorgeven zonder er echt op te worden belast. Maar het is ook niet erg moeilijk om voor te stellen dat het aanslaan door de overheid van zo’n familiebedrijf niet enkel voor die familie oneerlijk aanvoelt.

Zouden hoge tarieven er niet toe kunnen leiden dat families verplicht worden hun eigen bedrijven te verkopen? ‘So what’, reageert econoom Van de gaer. ‘Als een bedrijf goed draait, moeten de eigenaren toch in staat zijn om een eerlijke erfenisbelasting te betalen? Uit Duits onderzoek blijkt trouwens dat de familiale overerving vaak niet gunstig is voor een bedrijf. Als de familie een externe ceo aanstelt, gaat het nog wel goed. Als de zoon zelf zijn vader opvolgt, is dat meestal funest voor de toekomst van het bedrijf.’

Nieuwe klasse

Vorige eeuw waren het twee wereldoorlogen die veel (familie)kapitaal verwoestten. Zolang er vrede en stabiliteit heerst, zullen erfenissen – voor wie er een beetje verstandig mee omgaat – alleen maar blijven toenemen.

Keren we terug naar de ongelijkheden van de achttiende eeuw tussen een aristocratie en de rest van de bevolking? ‘Ik heb al veel van zulke voorspellingen gehoord’, zegt historicus Ryckbosch. ‘Ook Thomas Piketty ziet gelijkenissen met de tijd van Jane Austen. Zelf zie ik toch ook verschillen. We leven vandaag in een democratie en een rechtsstaat die ons beter beschermen tegen de almacht van de superrijken dan in het verleden.

‘Er zit misschien weer evenveel geld bij de allerrijksten, maar ze kunnen er minder invloed en macht mee uitoefenen. Kapitaal is wel mobieler dan ooit tevoren in de geschiedenis, en er is een klasse van vermogensbeheerders en fiscalisten ontstaan die ervoor zorgt dat de allerrijksten meer aan hun geld en erfenissen verdienen dan al de rest van ons. Hun kapitaal groeit vanzelf verder aan.’

Partner Content