Kroniek van de Week: over het tekort van De Bleeker en De Croo

Staatssecretaris van Begroting Eva De Bleeker en premier Alexander De Croo © Photo News
Ewald Pironet

Het ging deze week onder andere over de begroting en hoe die moet worden aangepakt. En u raadt het nooit: binnen de regering-De Croo is de verdeeldheid groot. Over de pensioenplannen van minister Karine Lalieux werd het dan weer heel stil, al verscheen er op knack.be een opmerkelijk opiniestuk. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.

1. Begroting

‘Er is een begrotingsinspanning van 3 miljard euro nodig.’

Staatssecretaris voor begroting Eva De Bleeker (Open VLD), Le Soir, 16 september.

Bericht in de krant: ‘De regering-De Croo is begonnen met de voorbereiding van de begrotingsopmaak voor 2022.’ We zijn half september en de regering gaat zich eindelijk buigen over de begroting. Dat is laat. De regering-De Croo knoopt zo aan bij de slechte gewoonte van de vorige regeringen om pas na de zomervakantie te beginnen met het opstellen van de begroting. Dat is onverstandig en niet efficiënt, maar het past wel bij het uitstelgedrag dat de Vivaldi-regering kenmerkt.

Eva De Bleeker op 30 april 2021
Eva De Bleeker op 30 april 2021© Belga

(Tussen haakjes: ook de cartoon eerder deze week van Zaza in de krant De Morgen gezien? Zegt minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) tegen oppositielid Raoul Hedebouw (PVDA): ‘Terugkeercoaches om zo langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.’ Zegt Hedebouw: ‘Ik ken een patiënt.’ Vandenbroucke: ‘Wie dan?’ Hedebouw: ‘VI-VAL-DI.’)

Uiterlijk 15 oktober moet elke lidstaat aan Europa een ontwerpbegroting hebben bezorgd. De regering-De Croo heeft dus nog minder dan een maand tijd, en het is een veeg teken dat ze schijnbaar nonchalant met de begroting omspringt. Begrotingsexpert Wim Moesen (KU Leuven) hield in april in Knack nog een pleidooi voor een nieuwe begrotingsdiscipline. Want zelfs zonder pijnlijke ingrepen kunnen we de overheidsfinanciën flink verbeteren, aldus Moesen, als we het opstellen van de begroting opnieuw ernstig nemen. Moesen formuleerde daarbij zes voorstellen. ‘Ze brengen geen extra kosten met zich mee, want het gaat om een verbetering van de procedures. Als we ze toepassen, zullen ze ons winst opleveren’, aldus Moesen.

De begroting wordt ook nu weer gegarandeerd haast- en nachtwerk.

Het eerste voorstel van Moesen luidde: respecteer de afgesproken begrotingskalender, want België moest al vaker bedelen bij Europa om uitstel te krijgen voor het inleveren van hun ontwerpbegroting. Moesen stelde voor om vóór 21 juli aan het begrotingsconclaaf te beginnen: ‘Tot 15 augustus ligt het politieke leven toch zo goed als stil. Het ambtelijk apparaat kan dan alles rustig op papier zetten. Na de vakantie kun je eventueel nog wat bijsturen. De tweede dinsdag van oktober, bij de opening van het nieuwe parlementaire werkjaar, kan de premier dan zijn ‘state of the union’ presenteren, onderbouwd door de ontwerpbegroting. Die kan tegen 15 oktober aan Europa worden bezorgd.’ Dit punt lapt de regering-De Croo alvast aan haar laars. De begroting wordt ook nu weer gegarandeerd haast- en nachtwerk.

Aan de vooravond van begrotingsbesprekingen werd alvast een ballonnetje opgelaten. Net zoals minister Karine Lalieux (PS) dat deed met haar pensioenplannen, zo lanceerde staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) haar begrotingsvoorstellen via een krant, zonder enig overleg binnen de regering. Een garantie voor een mislukking.

Het liet zich raden dat de socialisten die zoektocht naar 3 miljard niet zien zitten.

De Bleeker liet via Le Soir, en dus best verstaanbaar voor de PS en Ecolo, weten dat ze 3 miljard euro zocht. Het moet een eerste stap zijn om het tekort, dat vandaag tegen de 8 procent van het bbp zit, richting de Maastrichtnorm van 3 procent te duwen tegen het eind van deze regeerperiode.

Het liet zich raden dat de socialisten die zoektocht naar 3 miljard niet zien zitten. Zij willen eerder nog meer geld investeren, na de coronacrisis. Dus nog meer uitgeven. Volgens de PS zal de economische groei vervolgens het begrotingstekort wel terugdringen. En meer inkomsten, meer belastingen, daar willen de liberalen dan weer niet van horen. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wil zelfs niet raken aan het gunstregime waardoor de voetbalmiljonairs minder sociale bijdragen hoeven te betalen. Geen besparingen, geen nieuwe belastingen, dan kom je nooit aan 3 miljard, en zo werd het ballonnetje van De Bleeker meteen afgeknald.

De premier en de verantwoordelijke staatssecretaris, beiden Open VLD’ers, zijn het duidelijk niet eens over wat er met de begroting moet gebeuren.

Ook premier De Croo vindt die 3 miljard veel te hoog gegrepen. De premier en de verantwoordelijke staatssecretaris, beiden Open VLD’ers, zijn het duidelijk niet eens over wat er met de begroting moet gebeuren. Met andere woorden: er is binnen de regering niet alleen een diepe verdeeldheid tussen groen en links enerzijds en de liberalen anderzijds, ook binnen de Vlaamse liberalen zijn de violen niet gelijk gestemd over zoiets cruciaal als de begroting, waar de regering het geld zal halen en waar ze het aan zal uitgeven.

Dat belooft niet veel goeds voor de begrotingsbesprekingen. Die dus op een drafje en met veel nachtelijk drama gepaard zullen gaan, ook omdat men er weer te laat aan begon. Het resultaat zal navenant zijn.

2. Pensioenen

‘Misschien zou het een goed idee zijn om een commissie samen te stellen met experten uit verschillende disciplines en met een verschillende ideologische achtergrond en hen te vragen om wat afstand te nemen en een evenwichtig voorstel uit te werken?’

Econoom Erik Schokkaert (KU Leuven), knack.be, 14 september.

Begin deze maand lanceerde minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) haar voorstel tot pensioenhervorming. Er is op deze plek toen uitgelegd dat het bestond uit enkele losse ideeën, die vooral de achterban moesten tevreden stellen. Ze moeten gezien worden als verkiezingspropaganda in de strijd die de PS voert tegen het oprukkende communistische PTB/PVDA. Daarnaast, of de losse flodders van Lalieux betaalbaar zijn, is uiterst twijfelachtig, want ze gaat ervan uit dat de werkzaamheidsgraad tegen 2030 80 procent zal bedragen. Een onrealistisch vertrekpunt, zoals eerder werd uitgerekend in Knack.

Minister van Pensioenen Karin Lalieux (PS)
Minister van Pensioenen Karin Lalieux (PS)© Belga Image

Binnen de regering-De Croo werd er nauwelijks over de plannen van Lalieux gerept, ook al telt ze drie ministers die in het verleden minister van Pensioenen waren en er dus iets van zouden moeten kennen: van 1999 tot 2004 Frank Vandenbroucke (Vooruit), in 2011 – 2012 Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en van 2012 tot 2014 Alexander De Croo (Open VLD). Daarbij was het vooral uitkijken naar een reactie van Vandenbroucke, die ook de voorzitter was van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, maar die bleef tot nu toe uit.

Maar op knack.be verscheen er eerder deze week een bijdrage van professor Erik Schokkaert (KU Leuven), eminent lid van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040. Hij zegt wat Vandenbroucke niet wil of kan zeggen over de voorstellen van Lalieux. Het is in elk geval zeer de moeite waard om zijn bijdrage goed te lezen.

Schokkaert schrijft dat het niet makkelijk is om tot een coherent voorstel voor de noodzakelijke hervorming van de pensioen te komen omdat het hele dossier de voorbije jaren zeer gepolariseerd is. ‘Misschien zou het een goed idee zijn om een commissie samen te stellen met experten uit verschillende disciplines en met een verschillende ideologische achtergrond en hen te vragen om wat afstand te nemen en een evenwichtig voorstel uit te werken?’, zo schrijft Schokkaert een beetje cynisch. ‘De paradox is dat dat reeds gebeurd is, in 2012, door Alexander De Croo, toen hij minister van Pensioenen was. De Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 bestond uit twaalf experten onder voorzitterschap van Frank Vandenbroucke. In 2014 leverde ze een uitvoerig rapport op met een reeks voorstellen die rekening hielden met elk van de aparte punten die hierboven werden beschreven, en waarvan gehoopt kon worden dat ze zouden inspireren tot een goed gedocumenteerd debat.’

Schokkaert vat de voorstellen vervolgens nog eens samen, maar moet besluiten dat ‘het verhoopte brede debat over dit rapport nooit van de grond is gekomen. De voorstellen van de Commissie werden weliswaar grotendeels opgenomen in het regeerprogramma van de regering-Michel, maar geen enkel ervan werd ooit gerealiseerd. In het begin van de regeerperiode werden maatregelen genomen die als effect (of als bedoeling?) hadden dat de vakbonden alle vertrouwen in de pensioenplannen verloren en ook daarna werd een strategie gevolgd die enkel tot een fiasco kon leiden.’

‘Van een coherent plan was geen sprake. Incompetentie, gebrek aan interesse, sabotage?’

Schokkaert vervolgt: ‘Partiële voorstellen om de achterban van de minister te plezieren werden uitgevoerd, van een coherent plan was geen sprake. Incompetentie, gebrek aan interesse, sabotage? Misschien zegt dat iets over de besluitvorming in de Belgische politiek, misschien was het rapport te omvangrijk en te ambitieus, misschien werden sociale partners te laat in de discussie betrokken, wie zal het zeggen? In elk geval waren de voorstellen van de Commissie Pensioenhervorming op het einde van de vorige regering dood en begraven.’

‘Het rapport van 2014 speelt amper nog een rol in de discussie en het is waarschijnlijk naïef om te denken dat het kan gereanimeerd worden’, beseft Schokkaert. ‘Zeven jaar is een eeuwigheid in dit soort van debatten. Maar het blijft toch evident dat een globale hervorming noodzakelijk is, en dat die enkel kan uitgewerkt worden na een eerlijk debat over basisprincipes, eerder dan na een loopgravenoorlog vanuit vast ingenomen stellingen.’

‘Van actieve politici en lobbyisten hoeven we die brede benadering waarschijnlijk niet te verwachten.’

Schokkaert besluit: ‘Ondanks al zijn zwakheden, is er vooralsnog geen beter startpunt voor zo een discussie dan het rapport van de Commissie Pensioenhervorming. Over elk van de voorstellen in het rapport is een debat mogelijk (…) Tegelijkertijd mogen de individuele voorstellen niet los gezien worden van het bredere kader. Van actieve politici en lobbyisten hoeven we die brede benadering waarschijnlijk niet te verwachten. Maar van opiniemakers, academici, studiediensten misschien toch wel?’

Het is een zeer pijnlijke vaststelling: ‘Van actieve politici en lobbyisten hoeven we die brede benadering waarschijnlijk niet te verwachten.’ Kunnen we van hen dan nog wel verwachten dat ze de noodzakelijke pensioenhervorming zullen doorvoeren, of zal het blijven bij een los floddertje hier en wat draaien aan een schroefje daar?

Ondertussen kalft het vertrouwen in het wettelijk pensioen verder af en doen Belgen wat ze altijd doen: hun plan trekken.

Ondertussen kalft het vertrouwen in het wettelijk pensioen verder af en doen Belgen wat ze altijd doen: hun plan trekken. Ze sparen op allerlei manieren en zorgen zo zelf voor een financiële buffer voor als ze met pensioen gaan (over deze problematiek stond in Knack deze week een lang stuk met cijfers en tips). Ook al groeit de angst dat de politici ooit het aanvullend pensioen, het pensioensparen of de beleggingen en investeringen fiscaal zullen aanpakken, nu er steeds meer geld naar toevloeit. Zo wordt het wantrouwen over een mooie oude dag totaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content