Hendrik Schoukens

‘Dat rechters niet aan politiek mogen doen, is bij uitstek een politieke uitspraak’

Hendrik Schoukens Milieujurist verbonden aan de UGent, schepen voor Groen in Lennik

‘De laatste maanden is het bon ton om het Europees Mensenrechtenhof weg te zetten als een activistische rechtbank. De recente uitspraak in de Zwitserse klimaatzaak lijkt koren op de molen van de criticasters’, schrijft Hendrik Schoukens. ‘In het licht van de recente gebeurtenissen in het Zwitserse bergdorpje Blatten, dat na de ineenstorting van een gletsjer van de kaart is geveegd, klinkt die kritiek wel erg wrang.’

Het Europees Mensenrechtenhof is te ‘activistisch’. Deze these is de voorbije weken opnieuw een aantal keer de wereld in gestuurd. Zo pleitten een achttal regeringsleiders, waaronder onze eerste minister De Wever, recent in een open brief voor een minder strikte interpretatie van de mensenrechten in migratiezaken. Het argument: de tijden zijn veranderd, de internationale verdragen, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), zijn niet langer aangepast aan de actuele beleidsuitdagingen, waaronder de toegenomen migratiedruk.

Twee weken terug, pleitte Mark Elchardus in De Morgen, ironisch genoeg met verwijzing naar dezelfde brief, net voor een minder (!) evolutieve interpretatie van het EVRM door dat vermaledijde Mensenrechtenhof te Straatsburg. Waar De Wever en consoorten stellen dat nood is aan een herinterpretatie, poneert Elchardus dat de rechters dingen lezen in de open bepalingen die door de landen die het verdrag ondertekenden nooit bedoeld waren. Elchardus lijkt te pleiten voor een terugkeer naar de jaren vijftig. Een nachtwakerstaat dus. Mensenrechten omvatten binnen die visie vooral en in de eerste plek individuele vrijheden, en dienen als schild tegen de staat om die vrijheden te beschermen.

Waar de één dus pleit voor een evolutieve interpretatie, die rekening houdt met een gewijzigde context rond thema’s als migratie, vindt de ander dat er net een dam moet worden opgeworpen tegen evolutieve, interpretatieve interpretatie.

Dat vormt een merkwaardige paradox. Moeten we nu terug naar de jaren vijftig, of niet? Of enkel wat betreft milieu- en klimaatzaken, niet wat betreft migratie, waar zich wèl degelijk een nieuwe interpretatie opdringt?

Wat moeten al die apolitieke rechters met die ogenschijnlijk gelijkluidende maar finaal erg diametrale visies, die bovenal ook erg ideologisch gekleurd zijn? Het is de ultieme paradox: stellen dat rechters niet aan politiek mogen doen, is uiteraard bij uitstek ook een politiek, ideologisch getinte uitspraak, die een bepaalde visie op de samenleving verraadt. De rechter wordt hier vooral gezien als passieve ‘bouche de la loi’, die de overheid niet te veel obstakels voor de voeten moet gooien. En die zich best niet moeit met thema’s zoals milieu en migratie.

Dat is op zich een respectabele, politieke visie. Maar het blijft een visie.

Laten we Elchardus’ democratie-eis toepassen op zijn eigen claim. Is de meerderheid van de bevolking het eigenlijk wel eens met een rechter die, zoals dat vroeger het geval was, onzorgvuldig overheidsoptreden ongemoeid laat? Want dat lijkt zijn ruimere these: rechters moeten zich niet te fel moeien met het overheidsbeleid? Vertrouwt de meerderheid van de bevolking de overheid blind, tot op het punt dat een rechterlijke sanctie niet langer een optie is?

Wie fluit een falende overheid terug? Is dit enkel mogelijk via verkiezingen? Het zijn in elk vragen die men zich eertijds in de Sovjetunie na de kernramp in Tsjernobyl bijvoorbeeld niet diende te stellen. De gebrekkige informatieverspreiding kon de Sovjetoverheid alvast niet in rechte aangewreven worden. De overheid kon er namelijk niet falen. Zo ziet een samenleving waarin rechters overheden niet sanctioneren er in de praktijk uit.

Toch wint de visie veld. Op eenzelfde lijn zit alvast Marc Bossuyt, voormalig rechter bij het Grondwettelijk Hof. Gevraagd naar voorbeelden van activistische rechtspraak, vorige week in de Afspraak, haalde die een zaak aan waarin het Hof zich volgens hem had gebogen over de keuze van startbanen in de Londense luchthaven van Heathrow.

Die uitspraak kan men gerust afdoen als ‘fake news’. Waar een gewone kamer van het Hof te Straatsburg in 2001 nog oordeelde dat de overmatige geluidshinder door nachtvluchten aanleiding gaf tot een schending van het recht op privé- en gezinsleven, werd deze uitspraak expliciet overruled door de Grote Kamer in 2003. Die bevestigde weliswaar dat overmatige geluidshinder een inbreuk kan maken op dat privé- en gezinsleven, maar oordeelde dat rechters rekening moeten houden met een ‘grote appreciatiemarge’ van de overheid in het uittekenen van het milieu- en economisch beleid. Activistische rechtspraak, tja.

Dat brengt ons uiteindelijk bij het klimaatthema. Steens des aanstoots is het arrest van het Hof te Straatsburg van 9 april 2024 in de Zwitserse klimaatzaak, waarin het Hof op erg voorzichtige wijze tot de conclusie kwam dat overheden verplicht zijn hun burgers bescherming te bieden tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Bij de criticasters luidt het dan dat het toch ‘godgeklaagd’ is dat de bescherming tegen klimaatverandering nu binnen de scope van het recht op privacy- en privéleven wordt gebracht. Wat heeft klimaat met privacy en gezinsleven te maken?

Ook die kritiek is erg goedkoop. Zij negeert dat het Hof de complexe aard van het klimaatprobleem expliciet erkent en dat Zwitserland géén concrete maatregelen oplegt. Er is zelfs geen sprake van een reductiebevel. De scheiding der machten in de praktijk gebracht, zeg maar.

Dat het Hof tot de conclusie komt dat Zwitserland er een boeltje van had gemaakt, is overigens vooral op het conto van het Alpenland zelf te schrijven. Het land had immers nagelaten om een afdwingbare en uitvoerbare klimaatwetgeving op te stellen.

Het klopt dat het arrest van het Hof vorig jaar zwaar werd bekritiseerd in het Zwitserse parlement. Alsnog koren op de molen van de criticasters? Geenszins. Het Mensenrechtenhof kon Zwitserland enkel maar veroordelen omdat het Zwitserse parlement herhaaldelijk, bij meerderheid, alle klimaatverdragen had geratificeerd. Ook dat is dus democratie.

Wat had het Hof dan wel moeten doen? Erkennen dat klimaatverandering géén impact heeft op het gezinsleven van de inwoners van Zwitserland? Dat Zwitserland géén internationale verbintenissen op dit punt heeft? Dat het wél operationele, effectieve klimaatwetgeving had aangenomen?

Door klimaat buiten de rechtbank te willen houden, verdwijnt het probleem immers niet. Die werkelijkheid toont zich de laatste tijd erg weerbarstig. De toename van de CO2 in onze atmosfeer, maakt immers dat heel wat gletsjers en permafrost in de Alpen volop smelten. Ook in Zwitserland.

Welke risico’s dat inhoudt, dat hebben we vorige week kunnen aanschouwen. De inwoners van het Zwitserse bergdorp Blatten zagen hun woning voor hun eigen ogen verzwolgen worden door een grote water- en moddermassa. Als dat geen inbreuk op het recht op privacy- en gezinsleven vormt, wat dan wel nog?

Nu kan men opperen dat de Zwitserse overheid zich wel van zijn beschermingsplicht heeft gekweten door het dorp op voorhand te evacueren. Maar al de herinneringen aan het mooie gezinsleven dat de dorpsbewoners er hadden uitgebouwd, zijn voorgoed verdwenen onder een dikke laag modder en ijs. En elders in Europa hebben burgers minder geluk gehad: in Valencia zorgde zware overstromingen, versterkt ten gevolge van klimaatverandering, voor méér dan 200 doden. Ook in ons land zijn in de vallei van de Vesder al de eerste klimaatslachtoffers gevallen.

Zwitserland of, bij uitbreiding, Europa mag dan het klimaatprobleem niet op zijn eentje oplossen, dat neemt niet weg dat het zich verbonden heeft zijn deel te doen. Dat rechters die commitments toetsen, ook via mensenrechten, zou niet mogen verbazen in tijden waarin het klimaat nadrukkelijk onze levens binnendringt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content