De onthoofden van München: hoe de jonge verzetsheld Benoni Vercaempst stierf onder de guillotine

Benoni Vercaempst

In het West-Vlaamse Zwevegem herdenkt men elk jaar op 15 augustus de slachtoffers van de naziconcentratiekampen, en in het bijzonder ‘de 15 onthoofden van München’. De jonge Benoni Vercaempst maakt deel uit van dat luguber stukje geschiedenis.

Benoni Vercaempst (18 april 1926 – 31 oktober 1944) was veertien jaar toen de Duitse troepen België binnenvielen. In zijn streek, het landelijke en dunbevolkte zuidoosten van West-Vlaanderen, tussen Kortrijk en Ronse, dook vrij snel een ratjetoe van lokale verzetsbewegingen op: België voor Alles, Nationaal Legioen, de Witte Brigade en het Onafhankelijkheidsfront.

Het is niet meteen duidelijk tot welke groep Vercaempst behoorde en de kans is groot dat het voor hem ook geen punt van belang was. Zonder veel overleg werkten (jonge) verzetslui vaak in verschillende groeperingen tegelijk: sluikpers, sabotage of hulp aan neergestorte Britse piloten. Het gebrek aan afbakening creëerde grote risico’s. De vondst van bijvoorbeeld een drukpers in een kelder kon leiden tot de arrestatie van een netwerk dat onderduikers naar het neutrale Spanje begeleidde.

Lees verder onder de quiz.

De Geheime Feldpolizei Kortrijk was verantwoordelijk voor de veiligheid in de regio en telde amper acht agenten. Ze steunde voornamelijk op de inlichtingen van collaborateurs en verklikkers om partizanen op te sporen. Het schrok de jonge verzetsstrijders niet af, integendeel. Maar die overmoed had ook een prijs.

Vercaempst liep tegen de lamp op zijn zeventiende verjaardag. Na een ongeval met explosieven hield hij zich schuil in de landelijk gelegen herberg Zomerland in Bissegem om een wonde aan zijn hand te laten genezen. Op zijn verjaardag, op 18 april 1943, dronk hij samen met de oud-Spanjestrijder en Izegemnaar Jozef Normon een glas. Het feestje werd ruw verstoord door een razzia van de GFP, die voor zulke gelegenheden de steun kreeg van soldaten van het bezettingsleger. Normon opende meteen het vuur, maar het was een ongelijke strijd. De twee werden opgepakt.

Lees verder onder het artikel.

De Duitse veiligheidsdiensten gebruikten foltering om verzetslieden te dwingen namen te noemen. Een week na zijn aanhouding kon de GFP Vercaempst kraken. Hij gaf de naam van verzetslid Jozef Depraetere op. Die gaf op zijn beurt weer iemand anders op, zoals een zekere Julien Destadbader na de oorlog getuigde: ‘Den dag na mijn aanhouding werd ik geconfronteerd met Jozef Depraetere. Deze had namelijk aan de Duitschers gezegd dat ik den adjudant was van Goethals Arthur en dat ik een groot deel der weerstanders uit Harelbeke moest kennen. Ik heb eerst ontkend, maar na veel slagen bekomen te hebben, heb ik toegegeven dat ik lid was van het Onafhankelijkheidsfront en heb ook als leden genoemd de genaamden Six Jules, Goethals Arthur en Goeminne Achille.’

Het toont hoe snel de bal aan het rollen kon gaan: Vercaempst noemde de naam van Depraetere, die noemde de naam van Destadbader, die op zijn beurt de naam van drie andere mannen opgaf. Door zulke kettingreacties kon men in geen tijd volledige verzetsgroepen oprollen.

Op 15 september 1943 veroordeelde een rechter in Gent Vercaempst en maar liefst vijftig andere verzetslui tegelijk. De veroordeelden vertrokken naar Duitsland, waar ze via verschillende gevangenissen en kampen zoals Esterwegen en Börgermoor op hun eindpunt afstevenden. Op 15 augustus 1944 verschenen vijftien jonge verzetslieden uit Zuid-West-Vlaanderen voor het Volksgericht van Donauwörth. De rechter veroordeelde hen zonder enige vorm van verdediging tot de dood, een vonnis dat niet veel later in München op twee verschillende data werd voltrokken. Een eerste groep van zes mannen, onder wie Jules Six en de inmiddels achttienjarige Benoni Vercaempst, stierf in de namiddag van 31 oktober 1944. De andere negen volgden drie dagen later, op 3 november. De executiemethode was middeleeuws: onthoofding met de guillotine. Pas in de lente van 1952 kregen de families de overblijfselen van de slachtoffers terug.

Jozef Depraetere, Arthur Goethals en Jozef Normon stierven op 15 oktober 1943 in het Nederlandse Vught door ophanging. Over Achille Goeminne is verder geen informatie bekend.

Partner Content