Rector Luc Sels (KU Leuven): ‘Maak werk van een Verzetsmuseum’
Aan de vooravond van 8 mei, de viering van de capitulatie van nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog, wordt gepleit voor een Verzetsmuseum. De vraag wordt gedragen door meerdere universiteitsrectoren, onder wie Luc Sels (KU Leuven). ‘Dit is een oproep om de grote vergetelheid te voorkomen.’
We zijn 78 jaar na het einde van de oorlog. Komt een Verzetsmuseum niet rijkelijk laat?
Luc Sels: Dat is zeker zo, maar dat mag geen excuus zijn om het niet alsnog te doen. We moeten voorkomen dat het té laat komt, wanneer de ooggetuigen van de oorlog allemaal weg zijn.
Er bestaan wel al veel wetenschappelijke studies en fictiewerken – denk aan Hugo Claus’ Verdriet van België – over de collaboratie.
Sels: Dat is een bizar sociologisch fenomeen, dat deels verklaard wordt door de verschillende visies in Vlaanderen en Wallonië op het verzet en de sporen die de collaboratie in het politieke weefsel heeft achtergelaten. Maar het gaat ook over documentatie. Na de oorlog zijn zo’n 100.000 mensen veroordeeld voor collaboratie. Al die gegevens zijn publiek beschikbaar, waardoor een socioloog als Luc Huyse destijds prachtig onderzoek kon verrichten. Die documentatieopbouw bestaat veel minder over het verzet. Net daarom zou de oprichting van een museum een hefboom kunnen zijn. Uit ervaring weten we dat privéarchieven makkelijker ontsloten worden zodra ze een museale functie kunnen krijgen.
We missen de gezichten van de mensen die zich hebben opgeofferd.
Een hardnekkig cliché is dat op het einde van de oorlog zowat iedereen bij het verzet was.
Sels: Ongetwijfeld zal er opportunisme zijn geweest in de latere fase van de oorlog, en dat is begrijpelijk. Maar het klopt niet dat het verzet dan pas op gang is gekomen. Al vroeg zien we hoe verzetslui Jodentransporten proberen te saboteren, neergestorte Britse piloten naar het Verenigd Koninkrijk helpen ontsnappen, of de mensen moed inspreken via de clandestiene pers. Naar schatting 150.000 mensen hebben zich geëngageerd en vermoedelijk zo’n 45.000 verzetslui zijn gearresteerd. Velen van hen zijn naar concentratiekampen als Buchenwald, Dachau of Neuengamme gestuurd. Het aantal dat het niet overleefd heeft, wordt geschat op 16 à 17.000. Maar als ik hier in Leuven lukraak 1000 mensen zou vragen om me een naam te geven van iemand die een belangrijke rol in het verzet heeft gespeeld, zal ik niet ver komen. Geen Louis Van Brussel, Jean Burgers of Marcel Louette. Wel kennen we de namen van collaborateurs als Staf Declercq, Léon Degrelle of August Borms. Daarom doe ik graag mee aan de voorleesmarathon die op 6 mei begint in Fort Breendonk, waar duizenden namen van verzetshelden worden voorgelezen.
Het Vlaams Belang legde enkele weken geleden nog bloemen neer bij het graf van Borms in Merksem.
Sels: De extreemrechtse flank verheerlijkt wel vaker figuren die geen al te mooie rol hebben gespeeld. De collaboratie is uitgebreid bestudeerd en is vanuit sociologisch perspectief soms begrijpelijk geweest, maar er moet meer evenwicht in het verhaal komen. We missen de gezichten van de mensen die met kleine of grote acties de duur van de oorlog hebben verkort. Let wel, het Verzetsmuseum is géén politiek dossier. De waarheidsgetrouwheid is essentieel.
Het is géén politiek dossier. De waarheidsgetrouwheid is essentieel.
Eind vorig jaar ontstond er commotie in Nederland omdat het Verzetsmuseum in Amsterdam niet meer sprak van verzetshelden, maar van verzetsmensen. ‘Het waren gewone mensen met twijfels en fouten.’
Sels: Het museum gaat niet over goed versus kwaad. Binnen de collaboratie en het verzet waren er vele stromingen. Zeker in tijden van schaarse informatie zijn er ongetwijfeld ontelbare fouten gemaakt. Maar ook het heldhaftige moet een voorname plaats krijgen. Een grote groep mensen heeft zich opgeofferd om levens te redden, om democratische waarden en mensenrechten overeind te houden, of om een onderdrukte bevolking perspectief te geven. Het zou dan ook mooi zijn dat bezoekers zo’n museum gebruiken om te reflecteren over de gelijkenissen met vandaag. Via onze Iraanse studenten leef ik mee met de protestbeweging in Iran. Ik weet hoe moedig de demonstranten zijn die vaak hun eigen leven wegcijferen. Maar kijk ook naar Rusland, waar het volk desinformatie ingelepeld krijgt door het regime en journalisten hun werk met hun leven bekopen. Dat alles moet mensen doen nadenken over de moed om tegen de stroom in te gaan wanneer democratische waarden onder druk komen te staan.
Lees het opiniestuk van de rectoren op knack.be/verzetsmuseum