Hugo Lamon

‘Ja, er is sprake van klassenjustitie in de zaak-Sanda Dia (maar om een andere reden dan u denkt)’

Hugo Lamon Advocaat

Werkstraffen en geldboetes: daaruit bestonden de straffen voor de Reuzegommers in de zaak-Sanda Dia. ‘Was de straf te mild?’, vraagt justitiewatcher Hugo Lamon. ‘We moeten ons eerder afvragen of er in het algemeen niet te streng wordt gestraft.’

Met de uitspraak van het hof van beroep te Antwerpen lijkt definitief het doek te vallen over de dood van een beloftevolle jongeman die zelf besliste zich te onderwerpen aan een walgelijk doopritueel van een studentenclub met de voor hem gekende tragische gevolgen. De 18 leden van de studentenclub die terechtstonden kregen werkstraffen, en de bij de zaak betrokken advocaten lieten weten dat er geen cassatieberoep zal volgen. De zaak werd zowel in de gewone als op sociale media al druk becommentarieerd, maar misschien bleven sommige aspecten toch nog onderbelicht.

De bij de zaak betrokken advocaten waren het er allemaal over eens dat de zaak sereen werd behandeld voor het hof van beroep. Dat zou eigenlijk geen nieuws mogen zijn, maar er mag niet worden vergeten dat het aanvankelijk de bedoeling was dat de zaak in Limburg zou worden beslecht. De Antwerpse rechters zouden te dicht bij sommige betrokkenen staan en daarom een schijn van partijdigheid uitstralen. Na tumultueuze zittingen voor de correctionele rechtbank in Hasselt werd er reeds hoger beroep aangetekend nog vooraleer de Hasseltse rechters in eerste aanleg een einduitspraak hadden gedaan. Er was niets dan lof over hoe het er voor het hof van beroep in Antwerpen aan toeging. De debatten werden niet enkel gebruikt om aan waarheidsvinding te doen en de juiste straf vast te stellen, maar ook om op die wijze bij te dragen tot de collectieve verwerking van de gebeurtenissen. Een rechtszaak wordt daarmee een soort collectieve psychologische therapie en het hof van beroep heeft die taak waardig ingevuld.

De grote media-aandacht kan het maatschappelijk debat openen over de wenselijkheid van altijd maar strenger te willen straffen.

Overigens, en dat mag ook wel eens gezegd, ook de in de zaak betrokken strafpleiters lieten zich na de uitspraak van hun beste kant zien en riepen unisono op tot sereniteit, waardoor ze boven zichzelf uitstegen.

Was er sprake van klassenjustitie? Natuurlijk, maar om een andere reden dan veelal wordt gedacht.

Deze zaak werd niet op de normale manier behandeld, want er waren veel meer zittingsdagen voorzien dan in vele andere zaken. Het doet natuurlijk dromen over de ideale wereld waarin justitie voor alle zaken uitgebreid aandacht kan hebben, al valt te hopen dat niet het mediagenieke karakter daarbij het enige criterium is.

Was justitie wereldvreemd door een werkstraf op te leggen in plaats van strenge gevangenisstraffen? Allicht wel, maar ook dat vraagt om duiding. Het door de media opgehitste volk wilde een ‘oog om oog, tand om tand’-justitie, sommigen zelfs inclusief schandpaal en strop.

Jaren geleden schreef de Franse rechter Eric de Montgolfier zijn boek Le devoir de déplaire, waarin hij aangeeft dat rechters er niet zijn om te behagen en ze niet mogen meesurfen op de golven van de publieke opinie. Dat is op zichzelf wereldvreemd, maar het is hun absoluut noodzakelijke verantwoordelijkheid.

Justitie op TikTok

Er viel rond het proces wel iets anders op: de drang om de beslissing uit te leggen en dus te verantwoorden. Via sociale media werd de tekst van het uitvoerig gemotiveerde arrest (119 pagina’s) verspreid, waarbij ook duidelijk werd dat sommige advocaten er een procedurale puree van hadden willen maken en het hof dat vakkundig heeft afgeserveerd.

Op grond van talrijke overwegingen kwam het hof genuanceerd tot het opleggen van een werkstraf. Toen in de daaropvolgende uren er onduidelijkheid was over de draagwijdte van die straf, volgde een (ook voor veel advocaten) interessante nota van justitie, in een poging om een halt toe te roepen aan het opduikende populisme. Die verhelderende communicatie in de marge smaakte naar meer.

Was de straf te mild? In een schitterend opiniestuk stelde mijn confrater Philip Daeninck (zelf een gerespecteerd strafpleiter) dat dit eigenlijk een foute vraag is en we ons eerder moeten afvragen of er in het algemeen niet te streng wordt gestraft. Hij ziet wel een onevenwicht tussen diverse uitspraken in strafzaken, waardoor er bij de buitenwereld begrijpelijke gevoelens van onrechtvaardigheid opwellen. Het is echter aan de rechters, en enkel aan hen, om de strafmaat te bepalen. De grote media-aandacht in deze zaak kan wél het maatschappelijk debat openen over de wenselijkheid van altijd maar strenger te willen straffen.

De rechters hebben zichtbaar hun best gedaan en justitie heeft daarover ook open en breed gecommuniceerd. Wie er Twitter op naslaat zal echter vaststellen dat zelfs academici en hoger opgeleiden die duiding aan zich hebben laten voorbijgaan en meesurfen op primaire gevoelens. Daarbij blijft de vraag onbeantwoord of justitie de uitspraak dan ook moet uitleggen in pakweg TikTok-filmpjes of tweets. Het lijkt eerder de taak van wie begaan is met justitie om iedere dag opnieuw alles te blijven uitleggen.

De behandeling van de zaak zorgde ook voor belangwekkende discussies over de finaliteit van dooprituelen. Het is goed dat deze debatten buiten de rechtbank worden gevoerd. Voor justitie zelf is het geen geringe verdienste dat alle betrokkenen zich kunnen neerleggen bij de uitspraak.

Rechters moet niet behagen, maar wel de orde in de samenleving herstellen. Daar lijken ze in geslaagd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content