Overdiagnose

‘Instroom van zwak presterende kinderen was nooit groter’: CLB’s tellen 15 procent meer leerlingen met verstandelijke beperking

© BELGA MAG/AFP via Getty Images
Jeroen de Preter

De Vlaamse Centra Voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) noteerden afgelopen schooljaar 15 procent meer ‘kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking’ dan het jaar voordien. ‘Naar een sluitende verklaring is het gissen.’

Vorig schooljaar (2022-2023) stelden de Vlaamse CLB’s 2793 verslagen op die kinderen toegang geven tot het buitengewoon onderwijs type 2. De cijfers wijzen erop dat de nood aan deze vorm van onderwijs, bestemd voor kinderen met een verstandelijke beperking, snel groeit. Een schooljaar eerder schreven de CLB’s bijna 400 minder van zulke verslagen.

Het lijkt erop dat een reeds bestaande tendens nog verder versnelt. Het aantal leerlingen in buitengewoon onderwijs type 2 steeg tussen 2017 en 2022 al met ongeveer 10 procent: van iets meer dan 10.000 leerlingen naar 11.000 in het schooljaar 2021-2022.

De nieuwste cijfers sporen volgens Stefan Grielens, algemeen directeur van het Vrij CLB Netwerk, duidelijk met observaties op het terrein. ‘Ik hoor onze mensen voortdurend zeggen dat hier echt iets aan de hand is. In onze kleuterscholen zien ze een nooit eerder geziene instroom van zwak presterende kinderen met een grote ontwikkelingsachterstand.’

Ik kan geen reden bedenken waarom jonge kinderen vandaag minder intelligent zouden zijn dan die van vijf jaar geleden.

Stefan Grielens, directeur CLB Netwerk

Als mogelijke oorzaak noemt Grielens de naweeën van de lockdown en beperkingen van contacten voor kinderen tijdens corona, inmiddels al bijna 4 jaar geleden. ‘Er is toen vooral gefocust op de gevolgen voor de ontwikkeling van pubers en adolescenten,’ stelt Grielens, ‘en veel minder op die van jonge kinderen. Ik heb daar toen al voor gewaarschuwd. Voor een peuter is een ontwikkelingsachterstand van enkele maanden problematischer dan voor een zestienjarige.’

Grielens geeft toe dat zijn verklaring niet meer is dan een hypothese. ‘Er bestaat nog geen wetenschappelijk onderzoek naar. Ik geloof ook niet dat de pandemie de enige oorzaak is. Er is meer aan de hand. Alleen weet niemand precies wat. Ik kan zelf ook geen zinnige reden bedenken waarom jonge kinderen vandaag minder intelligent zouden zijn dan die van vijf jaar geleden. Het is een vraag die iedereen die met deze doelgroep werkt, bezighoudt.’

Als verklaring voor het snel stijgend aantal (leer)stoornissen bij kinderen wordt vaak gewezen op ‘overdiagnose’. Om een minder goed presterend kind toegang te geven tot individuele zorgbegeleiding, heeft het een diagnose – zeg maar een ‘label’ – nodig. Dat systeem kan mee verklaren waarom diagnoses als autismespectrumstoornis of AD(H) zo spectaculair toenemen. Maar of het ook een rol speelt bij de diagnose ‘verstandelijke beperking’?

‘Misschien deels’, zegt Grielens. ‘In het verleden heb ik het probleem van de overdiagnose vaak aangekaart. Maar ik betwijfel of het hier een belangrijke rol speelt. Een CLB-verslag dat het kind doorverwijst naar type 2-onderwijs of extra begeleiding in het regulier onderwijs, gaat vaak gepaard met testen bij een van de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen (COS). Zo goed als altijd bevestigen die dan dat er een ernstig probleem is. Ze zeggen net hetzelfde als de mensen op het terrein: dat ze nooit eerder geconfronteerd werden met zo’n grote instroom van zwak presterende kinderen.’

Ook onderzoeker Eva Cloet, directeur van het COS verbonden aan het UZ Brussel, laat via mail weten dat ze in alle Centra voor Ontwikkelingsstoornissen ‘een sterke toename van complexe problematieken’ vaststellen, die zich al manifesteert op zeer jonge leeftijd. ‘Maar een gegronde wetenschappelijke verklaring hiervoor is er nog niet. We deden wel een aanvraag bij de overheid om onderzoek te kunnen doen om deze tendens in kaart te brengen en mogelijke oorzaken te detecteren, maar hier werden (nog) geen middelen voor vrijgemaakt’.

De sterke toename van complexe leerproblematieken zet grote druk op een systeem dat al aan het kraken was.

Ondertussen zet die tendens een grote druk op een systeem dat al aan het kraken was. Eva Cloet meldt dat een aantal van de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen vanwege de grote vraag de doelgroep hebben beperkt tot kinderen tot maximaal 3 jaar. Ook worden de wachtlijsten regelmatig gesloten, met als doel de wachttijd te verkleinen.

Dezelfde tendens zet uiteraard ook druk op het buitengewoon onderwijs. Alleen al in Antwerpen stonden vorig jaar 460 kinderen op een wachtlijst voor een plek in het buitengewoon onderwijs. Het probleem was nergens groter dan bij kinderen die werden doorverwezen naar het type 2-onderwijs. Zo berichtten de kranten van Mediahuis vorig jaar dat van de 245 aangemelde kleuters met een verstandelijke beperking er 226 op de wachtlijst terechtkwamen. Van de 150 lagereschoolkinderen die werden aangemeld, vonden er maar 6 een plek.

‘De toestand in Antwerpen is goed gedocumenteerd,’ zegt Stefan Grielens, ‘maar de problematiek is natuurlijk dezelfde op andere plekken. Je zit met een grote groep kinderen die op een wachtlijst staan en een grote druk zetten op het onderwijspersoneel. Meer en meer hoor je dat de ouders dan gevraagd wordt om die kinderen een of meerdere dagen thuis te houden. Dat is voor die ouders natuurlijk helemaal niet evident en ook voor de kinderen is dit geen goede oplossing.’

Om het probleem te verhelpen wordt de capaciteit van de scholen die buitengewoon onderwijs aanbieden gestaag uitgebreid. In een recent persbericht liet minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) nog weten dat hij hiervoor 6 miljoen euro vrijmaakt. ‘Dat is een goede zaak’, vindt Grielens, ‘we kunnen die kinderen niet in de kou laten staan. Maar in de praktijk zien we dat het toegenomen aanbod niet volstaat om tegemoet te komen aan de veel sneller toenemende vraag. Uiteindelijk komt het erop neer dat we de branden proberen te blussen, maar ons onvoldoende afvragen hoe die branden ontstaan.’

Precies de vraag naar het ontstaan van die ‘branden’ ligt op de tafel bij recent overleg bij het Child and Youth Institute van de KU Leuven. ‘Op vraag van Lieven Boeve (directeur-generaal van het katholiek onderwijs, nvdr) zijn we ons over dit thema aan het buigen’, zegt Grielens. ‘Wat is hier aan de hand? Zijn we minder tolerant tegenover bepaalde problematieken? Ligt het aan de organisatie van ons onderwijs? Voorlopig is het gissen naar een sluitende verklaring.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content