‘Inkomensgarantie voor ouderen: voornaamste slachtoffers van huidige regeling zijn vrouwen’

‘De huidige bedragen van de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO), bieden net als die van het minimumpensioen, nog steeds onvoldoende bescherming tegen armoede, en zijn te laag om van een waardig en rustig pensioen te kunnen genieten’, schrijven zo’n 40 vrouwen van vakbonden en vrouwenrechten- en armoedeorganisaties. Ze klagen aan dat vooral vrouwen getroffen worden door de huidige gang van zaken.

Het is een realiteit die al vele malen is bevestigd: politieke besluiten benadelen nog steeds in vele gevallen vooral vrouwen. Een recent voorbeeld is de onrechtmatige controle van IGO-gerechtigden, waarbij vooral oudere vrouwen getroffen worden. In aanloop van 8 maart, de Internationale dag van strijd voor vrouwenrechten, kunnen we onmogelijk zwijgen over dit onrecht.

Inkomensgarantie voor ouderen: voornaamste slachtoffers van huidige regeling zijn vrouwen.

De Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) is een uitkering voor mensen die een ontoereikend pensioen ontvangen. “Ontoereikend” betekent dat de IGO er voor zorgt dat men niet met minder dan € 1131,78 per maand moet rondkomen voor alleenstaanden, of € 754,52 voor samenwonenden. Ter vergelijking: de armoedegrens wordt geschat op € 1187,17 per maand. Hierbij moet bovendien rekening gehouden worden met het feit dat deze grens een gemiddelde is en dat het leven van een oudere bijzondere kosten met zich meebrengt (gezondheidszorg, aanpassingen aan de woonplaats, verplaatsingen, enz.). De huidige bedragen van de IGO, net als die van het minimumpensioen, bieden dus nog steeds onvoldoende bescherming tegen armoede en zijn te laag om van een waardig en rustig pensioen te kunnen genieten.

De IGO dicht de kloof veroorzaakt door de arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen

De situatie op pensioengerechtigde leeftijd is in grote mate een weerspiegeling van het beroepsleven. De jaarlijkse loonkloof tussen mannen en vrouwen bedraagt 23,7% en loopt op tot 28% bij het pensioen. De carrières van vrouwen zijn nog steeds minder volledig dan die van mannen. De arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen speelt hierin vandaag, net als vroeger, een belangrijke rol: mannen bouwen via betaald werk doorgaans volledige sociale zekerheidsrechten op d.m.v. sociale bijdragen; vrouwen hebben vaker een lager salaris, presteren meer deeltijds werk en gratis huishoudelijk werk, en nemen meer loopbaanonderbrekingen om de zorgtaken voor kinderen en familieleden op te nemen. Zoals iedereen die zich voorbereidt om te demonstreren op 8 maart, kondigen wij ook aan: ‘Wanneer vrouwen stoppen, dan stopt de wereld’. Veel vrouwen hebben dus hun hele leven bijgedragen aan de samenleving en de economie, maar de huidige voorwaarden om sociale rechten op te bouwen laten niet toe dat deze vrouwen kunnen genieten van een adequaat pensioen, waardoor ze in een precaire situatie terechtkomen. En logischerwijs weerspiegelt deze realiteit zich ook in de IGO: 65,5% van de gerechtigden (ongeveer 70.000 mensen) zijn vrouwen.

Het Comité van de Verenigde Naties dat toeziet op de uitvoering van het Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen was afgelopen november terecht bezorgd over de situatie van oudere vrouwen en vroeg België om de “maatregelen te preciseren die genomen zijn om de relatieve armoede van deze vrouwen te bestrijden, in het bijzonder met betrekking tot de lagere pensioenen die zij ontvangen als gevolg van de lagere lonen tijdens hun beroepsleven en het hoge percentage deeltijds werk en loopbaanonderbrekingen.

Behoud de bewegingsvrijheid van ouderen, geeft ze wat ademruimte

Om een IGO te kunnen verkrijgen is het noodzakelijk om zijn of haar hoofdverblijf in België te hebben (wat niemand betwist). De laatste jaren worden IGO-gerechtigden echter verplicht om quasi permanent in België en zelfs op zijn of haar hoofdverblijfplaats te verblijven (wat meer en meer wordt aangeklaagd). Op dit moment heeft een IGO-gerechtigde bijna geen recht meer om te reizen of om enkele vakanties te nemen: enkel 29 dagen – al dan niet aaneengesloten – vanaf vertrek naar het buitenland worden in de loop van een jaar toegekend. En daarbovenop moeten de autoriteiten van tevoren op de hoogte worden gebracht…

Sinds 1 juli is de controle op IGO-gerechtigden nog verder verscherpt. Niet enkel elk verblijf in het buitenland, maar zelfs een verblijf van langer dan 21 dagen buiten de hoofdverblijfplaats in België moet vooraf gemeld worden. En nog erger: via de nieuwe procedure, die duidelijk het recht op het privéleven schendt, zijn het nu de postbodes van Bpost die moeten controleren of de IGO-gerechtigde daadwerkelijk thuis is. Deze nieuwe procedure zorgt ervoor dat een persoon die niet in staat is om zijn of haar brievenbus binnen de 5 dagen te controleren, het risico loopt dat zijn of haar IGO geschorst wordt. Deze sancties, die plaatsvinden zonder dat de persoon zich op voorhand kan verdedigen, zijn ongemeen hard : de IGO is voor de gerechtigden een minimumrecht, het laatste vangnet. Het niet meer kunnen beschikken over de IGO staat zo goed als gelijk aan het verliezen van de weinige middelen waarover men beschikt.

Vorige week demonstreerden zo’n 40 organisaties en vakbonden op initiatief van ‘Le Gang des Vieux en Colères’ aan het kabinet van Minister Bacquelaine tegen de nieuwe controleprocedure. Een petitie met meer dan 4.000 handtekeningen werd overhandigd aan een vertegenwoordiger van het kabinet. De minister houdt echter voet bij stuk.

In aanloop van 8 maart komen wij, vakbonden en feministen, in opstand tegen het onder druk zetten van de meest kwetsbaren in onze samenleving en in het bijzonder, nogmaals, vrouwen!

De bewegingsvrijheid en het sociale leven van de IGO-gerechtigden mag niet ondermijnd worden door steeds meer verregaande controles. Oudere vrouwen die geen adequaat pensioen hebben kunnen opbouwen, hebben net als éénieder recht op respect voor het privéleven, op een waardig leven met een toereikend inkomen, om zich vrij te kunnen verplaatsen en om te kunnen reizen en op vakantie te gaan. Als “een samenleving wordt beoordeeld op de manier waarop zij haar ouderen behandelt”, dan is het de hoogste tijd om deze onrechtvaardige maatregelen te herzien.

Ondertekenaars

Ann Vermorgen (Nationaal Secretaris, ACV-CSC) Ariane Estenne (Voorzitster, MOC), Aurore Kesch (Voorzitster, Vie feminine), Caroline Van der Hoeven (Coördinatrice, BAPN), Charlotte Gwizabera (Coördinatrice Permanente Vorming, Collectif des Femmes), Christine Mahy (Algemeen Secretaris, Waals Netwerk Armoedebestrijding), Dalila Larabi (Federaal Raadgeefster Gender, ABVV-FGTB) , Gaëlle Demez (Nationaal Verantwoordelijke ACV-CSC Vrouwen), Greet De Ceukelaire (Algemeen Voorzitster, Femma), Jolien Pollet (Stafmedewerkster Gender en Gelijke Kansen, ACV-CSC), Magda De Meyer (Voorzitster, Vrouwenraad), Maria Miguel-Sierra (Directrice, La Voix des Femmes), Miranda Ulens (Algemeen Secretaris, ABVV-FGTB), Noémie Van Erps (Algemeen Secretaris, Femmes Prévoyantes Socialistes, FPS), Reine Marcelis (Voorzitster, Synergie Wallonie pour l’Egalité entre les Femmes et les Hommes), Sarah Scheepers (Coördinatrice, Ella vzw), Selena Carbonero Fernandez (Voorzitster Bureau Vrouwen, ABVV-FGTB Wallonië), Sylvie Lausberg (Voorzitster, CFFB), Violaine Alonso (Advocate, Fem & Law).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content