‘In Vivaldiland kunnen de wensen van de deelstaten gewoon blijvend worden genegeerd’

‘Het wordt niets, die paars-groene staatshervorming’, schrijft Sander Loones, Kamerlid voor N-VA over de communautaire plannen van de nieuwe federale regering.

Premier Alexander De Croo die zijn paars-groene regeerverklaring niet voorlas in de Kamer, maar in het Europees parlement. Ik zag er de communautaire ironie wel van in. Het Belgische parlement buiten gebruik gesteld en zo voor het eerst een nationale regeerverklaring in het parlement van een confederale instelling. Helaas die van de Europese Unie. Nog niet die van een confederaal België. En als het van Vivaldi afhangt, wordt het op dat laatste trouwens nog lang wachten.

In Vivaldiland kunnen de wensen van de deelstaten gewoon blijvend worden genegeerd.

Om CD&V een schaamlapje voor regeringsdeelname te gunnen, wordt wel enige staatshervorming in het vooruitzicht gesteld. Zal die serieus en verregaand zijn? De barometer staat niet op ambiance, maar op windstil. Wil de regering-De Croo liever nogmaals het onbewijsbare proberen te bewijzen, dat dit België toch efficiënt zou kunnen worden bestuurd?

De communautaire oven

Door centrumrechts te besturen, maakten we de PS warm voor een communautaire ronde. Die Zweedse strategie was succesvol. Het institutionele uit de ijskast en in de oven. Het leidde deze zomer alvast tot een institutioneel zeer bereidwillige Paul Magnette. De PS beseft al langer dat ze Waals de touwtjes stevig in handen kan houden, maar Belgisch meer en meer afhankelijk wordt van de radicaliserende Vlaamse kiesuitslag.

Maar in het nu gesloten paars-groene regeerakkoord is helaas geen sprake meer van een communautaire paradigmashift. Met dank aan ‘Mister Belgium Bouchez’ en met instemming van Egbert Lachaert en CD&V lonkt de stilstand. Ja, met mooie woorden en twee ministers beweert Vivaldi een staatshervorming te zullen voorbereiden. Maar dat dunne laagje gele verf kan de werkelijke tricolore ambitie niet bedekken.

De nieuwe federale regering weigert namelijk het institutionele de plaats te geven die het verdient, in de Kern van de regering. Nochtans voorziet het regeerakkoord dit uitdrukkelijk, door twee vicepremiers verantwoordelijk te stellen. Helaas, die belofte wordt door de MR en de CD&V verbroken. Dat vicepremier Sophie Wilmès niet staat te springen om de deelstaten te versterken, was te verwachten. Maar dat ook de CD&V geen vicepremier bevoegd maakt en zo de staatshervorming niet in het hart van de regering plaatst, verraadt hoe weinig de christendemocraten er zelf van verwachten.

Onder Belgische curatele

‘Positief samenwerkingsfederalisme’ de Vivaldisten hebben er de mond van vol. Maar opnieuw loont het om voorbij het Belgische verflaagje te kijken. Wie het regeerakkoord doorneemt, stelt vast dat deze regering niet wil samenwerken met Vlaanderen, maar net haar paars-groene programma wil opdringen.

Van laksere migratie tot gesloten kerncentrales, falende artsenquota en paars-groene facturen. In het Vlaams parlement is er geen meerderheid voor paars-groen, maar via de Belgische achterdeur wil men zo’n beleid nu toch aan de Vlamingen opleggen. En wat geeft De Croo trouwens het recht om zich in te laten met exclusief Vlaamse bevoegdheden zoals preventieve gezondheidszorg, economische diplomatie en handel?

De federale regering zou ten dienste moeten staan van de deelstaten, niet omgekeerd. Want de deelstaten zijn de motor van onze economie en dus van onze welvaart, de bron van ons welzijn. Het Vivaldesque regeerakkoord stelt dat er ‘mogelijk’ federaal assymetrisch ‘kan’ worden bestuurd om rekening te houden met de verschillende noden in Vlaanderen en Wallonië. Bij De Wever en Magnette gold wel een absolute verplichting. Wanneer een federale minister niet eerst de instemming kreeg van de deelstaatministers zou die zijn dossier zelfs niet kunnen agenderen op de Belgische ministerraad.

In Vivaldiland kunnen de wensen van de deelstaten gewoon blijvend worden genegeerd. Bovendien hangt een nieuwe dreiging Vlaanderen boven het hoofd: de herunitarisering ligt ‘zonder taboes’ op tafel bij kersvers CD&V-minister Verlinden. Volgens de Open VLD zou alvast het mobiliteitsbeleid afgenomen moeten worden van Vlaanderen om het opnieuw onder Belgische curatele te plaatsen. Een motie van wantrouwen ten aanzien van de eigen Vlaams-liberale mobilteitsminister Lydia Peeters. Blijkbaar verkiest Open VLD Belgische mobiliteitscompromissen met PS en Ecolo boven centrumrechts en overtuigd Vlaams bestuur.

Een meer nabije gezondheidszorg?

Dat de splitsing van de gezondheidszorg toch door CD&V werd binnengehaald, klinkt het vergoelijkend. Is dat ook zo? Ja, het regeerakkoord pleit voor een zorg op het niveau van de ‘gefedereerde entiteiten’, maar preciseert niet of dat dan de gemeenschappen (Vlaanderen en Wallonië) of de regio’s (ook Brussel) betreft. Een fundamentele vraag die duidelijk nog niet is getrancheerd tussen de coalitiepartners. Bovendien mag geenszins ‘aan de solidaire financiering’ worden geraakt, waardoor elke responsabiliseringsinspanning nu al uitgesloten lijkt. Wat ben je met extra bevoegdheden als je niet zélf de vruchten van een beter beleid kan plukken?

Is er dan geen hoop aan de horizon? De heropgeviste en deskundige Vooruit-vicepremier Frank Vandenbroucke heeft een duidelijke regionalistische reflex. Zijn Waalse PS-collega Pierre-Yves Dermagne omschrijft zich zelfs als regionalist en republikein. Laat ons hopen dat hun inzichten louterend kunnen werken op Vincent Van Quickenborne die zich in sneltempo omschoolde tot grootste supporter van het nieuwe België. En op premier De Croo die destijds als Open VLD partijvoorzitter het evidente verwoordde: ‘liberaal rijmt op confederaal’.

Sander Loones is parlementslid voor N-VA.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content