Grondwetspecialisten over volmachten Wilmès: ‘Houdbaarheid op regering zetten is juridisch vreemd’

Premier Sophie Wilmès (MR) op bij de koning op 16 maart 2020 © Isopix
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Tien partijen zitten later op de dag samen om te bepalen welke volmachten premier Sophie Wilmès (MR) en co. precies krijgen. ‘Maar vanuit efficiëntie-oogpunt kan je je afvragen waarom men niet voor een noodregering heeft gekozen.’

Op het Vlaams Belang en de PVDA-PTB na, zullen alle partijen zich buigen over de macht die ze de minderheidsregering-Wilmès van CD&V, Open VLD en MR zullen toekennen om de coronacrisis te bekampen. Door te werken met volmachten katapulteren de partijvoorzitters de Wetstraat terug naar opmerkelijke passages in het verleden. Dat het op de koop toe om een minderheidsregering gaat, maakt het helemaal uniek.

‘Het zou nog vreemder zijn dat een regering in lopende zaken bijzondere machten zou krijgen’, zegt grondwetspecialist Toon Moonen (UGent). ‘Die situatie wil men vermijden door het parlement eerst het vertrouwen te vragen.’ De partijen die tot de oppositie blijven behoren, kunnen twee dingen doen: ofwel geven ze hun vertrouwen bij de stemming, ofwel onthouden ze zich. Het is wel al sinds 1974 geleden dat een regering, toen onder leiding van Leo Tindemans (CVP), aan de macht kwam dankzij onthoudingen, stipt Moonen aan.

Volgens specialisten is het niet nodig dat de regering een uitgebreid regeerakkoord voorlegt. De begroting zal wél moeten worden goedgekeurd. Tot nu toe werkte de regering met voorlopige twaalfden. Wanneer de begroting nu wordt aangenomen, zal ze in principe voor één jaar tijd gelden.

‘Vanuit het opzicht van daadkracht en efficiëntie kan je je natuurlijk afvragen waarom men niet voor een regering van nationale eenheid of een noodregering heeft gekozen’, zegt grondwetspecialist Stefan Sottiaux (KU Leuven). ‘De vaststelling blijft dat deze regering niet de meerderheid van de Belgische burgers vertegenwoordigt.’

Het minderheidskabinet in lopende zaken zal in ieder geval uitmonden in een ‘volwaardige’ minderheidsregering. ‘Het is speciaal’, zegt Moonen. ‘We zijn het niet gewend dat partijen de regering steunen, maar er niet zelf inzitten. We hebben ook geen voorbeelden in de Belgische geschiedenis die succesvol zijn geweest. De regeringen van Gaston Eyskens (CVP) in 1958 en die van Tindemans in 1974 bleven slechts enkele maanden overeind.’

Aanvankelijk was artikel 105 er net om het centrum van de politieke macht bij het parlement plaatsen. Daarna heeft men het voor het tegenovergestelde gebruikt.

Stefan Sottiaux (KUL)

Willem I

In de meteen daaropvolgende tweede fase zal het parlement de macht tijdelijk uit handen geven door volmachten te geven aan de regering. ‘Een volmacht laat de regering toe om met koninklijke besluiten wetten te wijzigen. Als je zo’n macht geeft aan een regering die niet over het vertrouwen beschikt, dan zou dat politieke spanningen kunnen geven’, zegt Moonen.

‘We gaan naar een modus vivendi moeten zoeken’, zegt hij. ‘Ook al zal de regering technisch gezien volle bevoegdheden genieten, zal ze in nauw overleg met de fracties moeten werken.’ Een van de mogelijke opties die naar voren wordt geschoven is dat het kernkabinet van topministers wordt aangevuld met partijvoorzitters en/of fractievoorzitters. Al toonde N-VA-voorzitter Bart De Wever zich daar geen groot voorstander van.

Maar op welke juridische basis zijn die volmachten eigenlijk gebaseerd? Sottiaux neemt ons even terug naar de Belgische onafhankelijkheid. ‘Artikel 105 van de grondwet stelt dat de Koning geen andere macht heeft dan die de wetten hem uitdrukkelijk toekennen’, zegt hij. ‘Aanvankelijk was dat artikel er net om het centrum van de politieke macht bij het parlement te plaatsen – een reactie tegen de voormalige vorst Willem I. Maar vanaf de jaren 1920 heeft men dat artikel gebruikt voor het tegenovergestelde. Het parlement kon via het artikel zichzélf tijdelijk buitenspel zetten. Via een wet verschuift het centrum van de macht dus voor een beperkte periode naar de regering.’

Een houdbaarheid op een regering plaatsen is juridisch vreemd.

Toon Moonen (UGent)

Motie van wantrouwen

De belangrijkste karakteristieken van die bijzondere machten zijn de beperkingen in tijd en bevoegdheden. Voorlopig denkt men aan een periode van drie maanden, die daarna verlengd zou kunnen worden tot in totaal zes maanden. ‘Als over een halfjaar blijkt dat de crisis verdwenen is en de regering nog gebruik zou willen maken van volmachten, dan zal de rechter haar terugfluiten’, zegt Sottiaux. ‘Tot die tijd blijft de rechter zich terughoudend opstellen. Hij zal er wel op toezien dat de regering binnen haar bevoegdheden blijft. De euthanasiewetgeving uitbreiden met een volmacht zal dus niet passeren.’

Volgens de specialisten zal veel afhangen van de inhoud van de wetteksten voor de bijzondere machten. Volgens Moonen is het niet uitgesloten dat de regering teruggrijpt naar de tekst die in 2009 werd opgesteld als reactie tegen de Mexicaanse griep. Er kan ook inspiratie geput worden uit de teksten die het levenslicht zagen in 1996, toen Jean-Luc Dehaene (CVP) de machten kreeg om alle noodzakelijke maatregelen op socio-economisch vlak te nemen om België de eurozone in te loodsen.

Toch zijn er nog wat vragen, zegt Toon Moonen. ‘Een houdbaarheidsdatum zetten op bijzondere machten is één ding, maar een houdbaarheid op een regering is juridisch vreemd. Vergeet niet dat ook wanneer de volmachten beëindigd worden de regering nog steeds volle bevoegdheden zal hebben. Men zal allicht de afspraak maken dat, wanneer de crisis voorbij is, de premier in het beste geval zelf haar ontslag aanbiedt aan de koning, of in het slechtste geval het parlement een motie van wantrouwen aanneemt.’

Partner Content