Filantroop Brieuc Van Damme: ‘De Koning Boudewijnstichting hoeft niet per se sexy te zijn’

Brieuc Van Damme: ‘Ik heb als topambtenaar een gebrek aan autonomie ervaren.’ © Dieter Telemans
Ewald Pironet

De nieuwe topman van de Koning Boudewijnstichting wil transparanter zijn over de rol en het geld van de Koning Boudewijnstichting: ‘Het is moeilijk om cynisch te worden als je zo veel vrijgevigheid ziet.’

De Koning Boudewijnstichting is zoals het Starship Enterprise, het ruimteschip uit Star Trek’, zegt Brieuc Van Damme. ‘Wij gaan stoutmoedig op zoek naar mensen die zich niet gehoord voelen, vergeten uithoeken van de samenleving en hopeloze zaken. “We boldly go where no man has gone before”, zoals Captain Kirk elke aflevering inleidt. Maatschappelijk relevante maar onderbelichte problematieken brengen we in kaart, en we proberen oplossingen aan te reiken. Soms door projecten financieel te steunen, soms door onze voorstellen over te maken aan administraties, sociale partners, beleidsmakers… zodat zij iets in beweging kunnen zetten.’

Ik vind het erger dat de hulp niet terechtkomt waar die nodig is dan dat er mensen profiteren van onze solidariteit.

Brieuc Van Damme volgde op 1 mei Luc Tayart op als ceo van de Koning Boudewijnstichting. Dit is zijn eerste interview in die hoedanigheid en meteen het eerste interview van een topman van de Stichting in vele jaren. Iedereen mag dan al hebben gehoord van de Koning Boudewijnstichting, wat de organisatie doet, is voor velen even mysterieus als wat zich achter de muren van het koninklijk paleis afspeelt. Van Damme: ‘Als niemand weet waarvoor je staat, word je op termijn minder relevant.’

De 38-jarige Van Damme heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Hij was onder meer medeoprichter en eerste voorzitter van denktank de Vrijdaggroep, adjunct-kabinetschef van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie de Block (Open VLD) en corona-adviseur van premier Alexander De Croo (Open VLD). Daarna was hij nog een goed jaar directeur-generaal Gezondheidszorg bij het RIZIV, tot hij gebeld werd door een headhunter die hem vroeg of hij zin had om baas te worden van de Koning Boudewijnstichting.

Ziet u een rode draad in uw carrière?

Brieuc Van Damme: Impact hebben op het beleid. Bij de Vrijdaggroep verzamelden we een hele groep jongeren met ideeën en een mening. Tijdens mijn voorzitterschap heb ik bijvoorbeeld twee mensen aangetrokken die toen onbekend waren, maar die ondertussen wel al in een regering hebben gezeten: Sammy Mahdi (CD&V) en Thomas Dermine (PS). Toffe kerels, knappe koppen, creatieve geesten. We probeerden met concrete aanbevelingen op het beleid te wegen. En als kabinetslid was ik natuurlijk dagelijks met beleid bezig.

Als directeur-generaal van het RIZIV mocht u nog een stap verder gaan. U deed aan beleid.

Van Damme: Het gaat daar over veel geld, maar… Laat ik het zo zeggen: het kader waarbinnen topambtenaren in ons land moeten werken is zeer uitdagend. Als de regering beslist om bijvoorbeeld 200 miljoen euro vrij te maken voor geestelijke gezondheidszorg, gaat dat niet altijd gepaard met geld voor het personeel dat daar vorm aan moet geven. Integendeel, we moesten ook nog eens 2 procent besparen. Ik kon de mensen die nachten en weekends doorwerkten om de coronacrisis te beheren ook niet compenseren of belonen voor al het extra werk dat ze deden. Bovendien heb je als directeur-generaal ook nog een aantal lagen boven je waarmee je rekening moet houden. In ons land is alles gebaseerd op overleg met alles en iedereen, en als het er dan op aankomt om fundamentele hervormingen door te voeren, is het moeilijk om die tanker te keren. Ik heb als topambtenaar een gebrek aan autonomie ervaren.

U klinkt een beetje ontgoocheld over die periode?

Van Damme: Er wordt nogal kritisch gedaan over het beleid in ons land, soms terecht, soms onterecht. Het is goed dat er zo veel wordt overlegd, maar – ik zal het voorzichtig formuleren – er is binnen onze overlegstructuren nog marge om dat te doen vanuit een bredere maatschappelijke invalshoek en met de langere termijn voor ogen. Anders komen we als samenleving geen stap verder. We kunnen maar evolueren als iedereen meer vanuit het algemeen belang denkt. En daar willen we met de Koning Boudewijnstichting toe bijdragen.

Daarom dat u al na een jaar van het RIZIV overstapte naar de Koning Boudewijnstichting?

Van Damme: Ik kende de Stichting van bij de Vrijddaggroep want het was onze financier. Ik heb het altijd een prachtige instelling gevonden, waar heel veel thema’s onafhankelijk en pluralistisch aan bod komen. De Stichting kreeg bijvoorbeeld in 1986 drie eilanden in de Semois van een landbouwer, die wilde dat ze het typisch Ardense karakter zouden behouden. Samen met lokale geïnteresseerden zetten we daar nu schapen op en nodigen we scholen uit om over de fauna en flora van hun streek bij te leren. Tegelijkertijd hebben we een studie afgeleverd over de duurzame energietransitie in negen Europese landen, waaruit zelfs Financial Times citeerde en waardoor we werden uitgenodigd door de Europese Commissie. Fantastisch, toch? Daarbij combineert de Stichting het beste van twee werelden: je kunt er het algemeen belang dienen én je geniet de autonomie van een privé-initiatief.

‘We zijn er voor mensen die zich niet gehoord voelen en vervolgens op extreme partijen stemmen.’
‘We zijn er voor mensen die zich niet gehoord voelen en vervolgens op extreme partijen stemmen.’ © Dieter Telemans

De Stichting stelt zich tot doel ‘samen te werken aan een betere samenleving in België, Europa en de hele wereld’ en wil dat realiseren door ‘globale en grensoverschrijdende filantropie te faciliteren’, zo schrijven jullie zelf. Waar komt het geld vandaan?

Van Damme: We zijn in 1976 begonnen als een geschenk van koning Boudewijn aan de bevolking toen hij 25 jaar op de troon zat: een Stichting die zich zou inzetten voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Het geld van de dotatie en de eerste schenkers – toen 25 miljoen euro – is door de jaren fors gegroeid tot meer dan 400 miljoen euro vandaag. Dat vertegenwoordigt een derde van ons kapitaal. Daarnaast krijgen we jaarlijks 10 miljoen euro van de Nationale Loterij en is er het geld van filantropen en donateurs via erfenissen en schenkingen.

Zit vrijgevigheid in de lift?

Van Damme: Zonder twijfel. Het is moeilijk om cynisch te worden over onze samenleving als je voor de Koning Boudewijnstichting werkt, want dan zie je dat er op alle niveaus veel vrijgevigheid bestaat en dat die nog toeneemt. Bovendien kom je ook in contact met veel vzw’s, ngo’s en vrijwilligers die zich allemaal enthousiast inzetten en heel veel creativiteit aan de dag leggen.

U zei dat de Koning Boudewijnstichting in navolging van het ruimteschip Enterprise ‘stoutmoedig wil gaan waar nog nooit iemand is geweest’. Zijn er nog onverkende terreinen?

Van Damme: O ja. We hebben de afgelopen maanden bijvoorbeeld een telling van het aantal dak- en thuislozen georganiseerd. Daar bestonden geen cijfers over. Samen met de universiteiten van Leuven en Luik hebben we die problematiek voor het eerst in kaart gebracht. Twee derde van de dak- en thuislozen is niet zichtbaar. Ze leven niet op straat, maar doen bij vrienden aan couchsurfen, verblijven in tijdelijke woningen enzovoort. Zo’n 26 procent van hen zijn kinderen, bijna 35 procent vrouwen, en bij 20 tot 30 procent is er een vermoeden van verslaving. Je kunt het fenomeen van dak- en thuislozen pas goed aanpakken met een beleid als je over die profielkenmerken beschikt. Maar het blijft niet bij dat onderzoek, we helpen ook de mensen op het terrein. Zo zijn we medefinancier van het Oranjehuis in Kortrijk, waar vaak dak- of thuislozen verblijven.

Wie bepaalt waar het geld naartoe gaat, de donateurs of de Koning Boudewijnstichting?

Van Damme: We zullen dit jaar 160 miljoen besteden. De donateurs die ons geld ter beschikking stellen via giften of erfenissen, zijn goed voor vier vijfde daarvan. Dat kan via allerlei formules. Voor een fonds op naam moet je minstens 75.000 euro schenken, maar je kunt ook zelf geld verzamelen voor een bepaald doel en dan is het minimumbedrag 10.000 euro per jaar. Die filantropen geven met het geld vaak een bepaald concreet doel op en doen een beroep op onze kennis en ervaring om de besteding in goede banen te leiden.

De VRT-actie Warmste Week doet weer een beroep op jullie expertise. Deze keer is het thema kansarmoede.

Van Damme: Klopt, dat thema werd door de VRT zelf gekozen en wij zetten onze machinerie in om de projecten te selecteren, de rekeningen van de acties te beheren, te zorgen voor de fiscale attesten zodat de giften fiscaal aftrekbaar zijn. Daarnaast zetten we zelf ook veel in op kansarmoede. Zo gaat dit jaar 5 miljoen euro van ons budget naar kinderarmoede, waarmee zes projecten worden gesteund. Een project wordt bijvoorbeeld gefinancierd door het Fonds Vergnes (opgericht in 2014 door de familie waarvan de vader Microsoft in Europa leidde, nvdr). Dat fonds wordt door de Stichting beheerd en zo zijn achttien crèches in ons land er tien jaar lang van verzekerd dat ze voldoende geld krijgen om 500 kinderen uit kansarme gezinnen op te vangen.

En wat met het geld van de opbrengsten uit jullie beleggingen en de steun van de Nationale Loterij?

Van Damme: Die zijn goed voor een vijfde van onze middelen en daarvan beslissen we zelf hoe we dat geld aanwenden.

En waar wilt u zelf op inzetten?

Van Damme: Met dat beetje geld dat we vrij kunnen besteden, willen we duwen waar we de grootste impact kunnen hebben. Dat kan gaan over een rapport over armoede bij zelfstandigen, maar we willen ook werken rond de aantrekkelijkheid van het ambtenarenberoep. Dat zijn die vergeten problematieken, waar niemand aandacht aan schenkt en die ook de pers niet halen. Zo is het nu eenmaal: er is voor een bos alleen maar aandacht als er door een storm veel bomen zijn ontworteld of als er een serieuze bosbrand woedt. Een bos dat elk jaar een beetje groeit, is geen nieuws. En de Stichting wil bijdragen aan de groei van dat bos. Dat is allemaal niet sexy, maar wij hoeven ook niet per se sexy te zijn.

Bij het RIZIV kon ik de mensen die tijdens de pandemie nachten doorwerkten niet belonen voor hun vele werk.

Toen de affaire-Sihame El Kaouakibi uitbrak, waarbij subsidies blijkbaar werden afgeleid naar privévennootschappen, bleek dat ze ook geld had gekregen via het fonds ‘De vrienden van Let’s Go Urban’, dat door de Koning Boudewijnstichting werd beheerd. Hoe kijken jullie daarop terug?

Van Damme: Elk fonds moet van de Stichting met een onafhankelijke jury of onafhankelijk comité werken. Zij selecteren de beste projecten op basis van de doelstelling van de schenker. Zo proberen we misstappen maximaal te voorkomen, al kun je die nooit helemaal uitsluiten. Dan kom je bij de vraag: zijn we gevoeliger voor vals negatieven – mensen die steun hadden moeten krijgen maar niet kregen omdat er zo streng wordt gecontroleerd – of gevoeliger voor vals positieven, mensen die onterecht steun ontvangen? De twee zijn niet oké, maar ik ben gevoeliger voor vals negatieven. Ik heb het er moeilijker mee dat mensen die steun moeten krijgen, geen steun zouden ontvangen omdat we veel te streng zijn, dan dat er mensen profiteren van de solidariteit van anderen.

Controleren jullie voldoende waar het geld naartoe gaat in al die projecten?

Van Damme: We voeren steekproeven uit, maar we zijn bij de Koning Boudewijnstichting bereid om een bescheiden risico te nemen. We willen niet zot veel tijd en mankracht steken in het voortdurend controleren van allerlei facturen en bonnetjes. We investeren liever meer middelen in het algemeen belang. En dan krijg je af en toe te maken met een Let’s Go Urban, dat is onvermijdelijk. Maar wij vertrekken steeds vanuit vertrouwen.

De Koning Boudewijnstichting doet niet aan crisis- of humanitaire noodhulp?

Van Damme: Dat is niet onze rol. Wij willen vooral op middellange termijn blijven werken, al is er sinds corona wel een kentering. Zo hebben we tijdens de crisis met de hulp van partners laptops geschonken aan kansarme kinderen zodat zij thuis de lessen digitaal konden volgen. En vorig jaar hebben we na de overstromingen in Wallonië via onze fondsen en schenkers 2 miljoen euro uitgedeeld. We stuurden daarvoor een heel eenvoudig formulier naar de inwoners van alle getroffen gemeenten met vijf criteria. Per criterium waar een inwoner aan beantwoordde, kreeg die 500 euro, zonder bewijslast, dus maximaal 2500 euro. Een aantal plaatselijke OCMW’s heeft ons systeem overgenomen en dat bedrag zelfs verdubbeld.

Ze kregen zomaar, zonder bewijslast, tot 2500 euro?

Van Damme:(knikt) Natuurlijk zullen sommige inwoners 500 euro te veel hebben gekregen, maar alle mensen die lang moesten wachten op hun verzekeringsuitkeringen hebben we toch geholpen. Het is een illustratie van hoe dicht we bij de mensen proberen te staan, die vaak denken dat ze niet worden geholpen. Dat moeten we in de toekomst nog meer in de verf zetten: we zijn er ook voor de mensen die vaak de indruk hebben dat ze niet worden gehoord, dat ze niet kunnen deelnemen aan de maatschappelijke dialoog en vervolgens op extreme partijen stemmen. Op zich is dat niet de taak van de Koning Boudewijnstichting, maar we willen hen laten zien dat er mensen zijn die wél naar hen willen luisteren en hen proberen te helpen.

Tot slot, u wilt vooral impact op het beleid. Wanneer mogen we minister Brieuc Van Damme interviewen?

Van Damme: Je kunt op veel manieren impact hebben op het beleid, dat is het mooie aan onze democratie. Een partijkaart heb ik niet, ministeriële ambities evenmin.

Brieuc Van Damme

— 1983: geboren in Ottignies-Louvain-la-Neuve, groeide op in Brugge en Afrika

— Master in de economie (UNamur, KU Leuven en Europacollege)

— Doceert gezondheidseconomie aan de ULB

— 2013 – 2017: medeoprichter en voorzitter van de Vrijdaggroep

— 2011 – 2014: adviseur gezondheid van vicepremier Vincent Van Quickenborne (Open VLD)

— 2014 – 2016: adjunct-kabinetschef van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD)

— 2017-2020: Oprichter en zaakvoerder van een adviesbureau in Noorwegen

— eind 2020 tot begin 2022: directeur-generaal Gezondheidszorg bij het RIZIV

— sinds 1 mei 2022: ceo van de Koning Boudewijnstichting

Partner Content