De federale regering heeft maandagochtend omstreeks 04.00 uur een zomerakkoord bereikt, na een nacht onderhandelen. Dat heeft premier Bart De Wever aangekondigd. Het akkoord behelst de fiscale hervorming, de pensioenhervorming en een hervorming van de arbeidsmarkt. ‘De beslissingen die we vannacht genomen hebben, zijn de grootste sociaal-economische hervorming die dit land deze eeuw gezien heeft’, aldus eerste minister Bart De Wever.
‘Alleen nog maar het opsommen van wat er allemaal beslist is, duurt al een uur’, zei de premier. ‘Niet alle maatregelen zijn prettig, dat weet ik ook. Zeker in de pensioenen worden er een aantal voordeelstelsels heel geleidelijk afgebouwd. Ik snap dat dat niet aangenaam is. Maar ik denk dat iedereen beseft dat dit moest gebeuren.’
Volgens De Wever worden de overheidsfinanciën op termijn veel gezonder gemaakt met deze maatregelen. ‘We verlichten de vergrijzingsfactuur, die als een zwaard van Damocles boven de publieke financiën hangt’, zei hij. ‘Deze regering brengt de vergrijzingskosten eindelijk onder controle.’ Tegelijk zullen de werkenden erop vooruitgaan. ‘Richting het einde van de legislatuur verlagen we de belastingen op arbeid’, zei hij. ‘Eerst voorzichtig en naar het einde van de legislatuur vrij fors. De focus ligt daarbij op mensen die werken, en vooral dan mensen die werken voor een laag of gemiddeld loon. Tegen 2029 moet die lastenverlaging gemiddeld netto een honderdtal euro per maand opleveren.’
Tegelijk wil de regering met de genomen beslissingen een klimaat creëren waarin bedrijven willen investeren in ons land, verklaarde De Wever. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) ziet in dit akkoord de voortzetting van wat hij in de vorige legislatuur heeft opgestart. ‘Sinds 2020 bouwen we gestaag aan de fiscale hervorming, met veel overleg, veel debat’, zei hij. ‘Een hervorming die voor mijn partij en mezelf al jaren een prioriteit is. Altijd met hetzelfde doel: eindelijk iets doen aan die veel te zware belasting op arbeid. Voor onze hardwerkende gezinnen, maar ook om onze productiviteit en competitiviteit te versterken, twee cruciale parameters voor ons begrotingsbeleid.’ ‘De pensioenhervorming was geen gemakkelijke opdracht’, zei ook Van Peteghem. ‘Maar het was een noodzakelijke. Als we onze sociale zekerheid en onze welvaartsstaat voor de komende generaties willen beschermen, dan moeten we nu ingrijpen. En dat doen we.’
Fiscale hervorming: werkbonus voor laagste inkomens en hervormingen in het voordeel van alleenstaanden
De federale regering is het zondagnacht eens geraakt over de fiscale hervorming van minister van Financiën Jan Jambon, goed voor een pakket aan koopkrachtmaatregelen van 4,4 miljard euro voor wie werkt en onderneemt tegen 2029. De regering trekt onder meer de belastingvrije som op. Voor de laagste inkomens wordt de werkbonus aanzienlijk verhoogd.
Met haar fiscale hervorming trekt de regering in de eerste plaats de belastingvrije som op van 10.910 euro naar 15.300 euro in 2029, met een eerste stap in 2026. Vooral werkenden met laag tot gemiddeld loon zullen zo netto meer overhouden.
Daarnaast wordt de bijzondere bijdrage sociale zekerheid, een noodmaatregel van de regering-Dehaene in 1994, hervormd in het voordeel van alleenstaanden, die er op jaarbasis tot 365 euro moeten bij krijgen.
Verder verhoogt de regering de werkbonus voor de laagste inkomens aanzienlijk. Voor het minimumloon in 2029 wordt bruto netto.
Een andere krachtlijn is de hervorming van de gezinsfiscaliteit. De toeslag voor het eerste kind ten laste stijgt met een derde van 1.980 euro vandaag naar 2.650 euro in 2029. Op langere termijn moeten de bedragen evolueren naar eenzelfde bedrag per kind.
Het wetsontwerp voorziet ook in een structurele hervorming van de overuren, en een algemene regeling van 180 ‘fiscaalvriendelijke’ overuren. Gepensioneerden die blijven verder werken na hun pensioen zullen in plaats van de progressieve tarieven die oplopen tot 50 procent nog maar een maximale heffing van 33 procent betalen.
Zelfstandigen zonder vennootschap zullen kunnen genieten van een ondernemersaftrek van 650 euro, die oploopt tot 900 euro in 2029. De belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetaling wordt afgeschaft.
Voor de IT-sector worden auteursrechten opnieuw mogelijk. Er komt ook een zogenoemde ‘Vinted-vrijstelling’ voor al wie al eens iets online verkoopt. Tot een bedrag van 2.000 jaar zal er geen risico meer zijn op een eventuele belasting van 33 procent.
Pensioenen: bonus-malussysteem afgeklopt
Er komt ook een invoering van een bonus-malussysteem voor de pensioenen. Voor de malus wordt rekening gehouden met periodes van technische werkloosheid, zorgverlof en voor een stuk ook langdurige ziekte.
Met de pensioenhervorming wil de regering de band tussen werk en pensioen versterken. Zo vermindert het bonus-malussysteem het pensioen per jaar dat het vroeger dan 66 jaar opgenomen wordt, en vermeerdert het het per jaar dat het na 66 opgenomen wordt.
Voor wie dichtbij zijn pensioen staat, bedraagt de malus of bonus 2 procent per jaar vervroeging of uitstel. Vanaf 2030 wordt dat 4 procent, vanaf 2035 5 procent. De pensioenmalus geldt niet voor wie 35 jaar minstens halftijds gewerkt heeft en 7.020 gewerkte dagen kan voorleggen. Er wordt daarbij rekening gehouden met periodes van technische werkloosheid, zorgverlof en langdurige ziekte. Zo worden technische werkloosheid en zorgverlof volledig geteld als gelijkgestelde periodes.
Voor langdurige ziekte wordt de malus ‘verzacht’. Bij Vooruit valt te horen dat de impact van ziekte op de malus-regeling in tweede lezing van het ontwerp nog wordt herbekeken.
Daarnaast is het doel van de hervorming om de pensioenen van ambtenaren, werknemers en zelfstandigen te harmoniseren. Zo worden de pensioenleeftijden van 55 en 56 jaar voor rijdend personeel van de NMBS en de militairen geleidelijk opgetrokken tot de pensioenleeftijd die voor iedereen geldt. Speciale ambtenarenstelsels, waarbij iemand na 36 jaar een volledig pensioen opbouwt, worden bijgestuurd. Voortaan zal iedereen daar 45 jaar voor nodig hebben. Het pensioen van ambtenaren, dat vandaag nog berekend wordt op de wedde van de laatste tien, of soms zelfs vier jaar, zal – na een overgangsperiode die loopt tot 2062 – bovendien berekend worden op de laatste 45 jaar.
De regering harmoniseert ook het minimumaantal loopbaanjaren dat vereist is om met vervroegd pensioen te mogen. Sommige ambtenaren kunnen vandaag nog met vervroegd pensioen vanaf 40 gewerkte jaren, terwijl dat voor een gewone ambtenaar of werknemer 42 gewerkte jaren is. De hervorming zal dit jaar nog niet in werking treden. Voor wie in 2025 met pensioen gaat, verandert er dus niets.
Arbeidsmarkt: geen verbod op nachtwerk meer en opzegtermijn beperkt tot een jaar
De federale regering is het eens geworden over een tiental maatregelen om de arbeidsmarkt te hervormen. Die hebben onder meer betrekking op nachtwerk, overuren en de opzegtermijn bij ontslag.
Het algemene verbod op nachtwerk, waarop nu al uitzonderingen bestaan, verdwijnt. Premies voor nachtwerk zullen enkel nog gelden tussen middernacht en 5 uur ’s ochtends in de sectoren e-commerce en logistiek. De maatregel geldt niet voor werknemers die nu al ’s nachts werken. Er komt ook een eenvormig systeem voor overuren. Zo wordt het mogelijk 360 uur vrijwillig over te werken, waarvan 240 uur belastingvrij wordt. In de horecasector wordt dat respectievelijk 450 en 360 uur.
En de opzegtermijn bij ontslag wordt beperkt tot maximaal een jaar. Voorts wordt er gesleuteld aan de minimale wekelijkse arbeidsduur. Werkgevers moeten nu nog mensen aanwerven voor minstens een derde van een voltijdse baan, maar die voorwaarde wordt afgeschaft. Dat moet helpen in de strijd tegen zwartwerk, zei minister van Werk David Clarinval (MR), die het arbeidsmarktpakket van het zomerakkoord uitwerkte. De ministers keurden ook de eindeloopbaanregeling goed waarover vakbonden en werkgevers eerder een akkoord hadden bereikt in de Nationale Arbeidsraad (NAR).
Kaderwet gezondheidszorg
In de kaderwet is niet langer sprake van plafonds van 125 procent op supplementen in het ziekenhuis en 25 procent op supplementen in privépraktijken. De mogelijkheid om Riziv-nummers in te trekken bij fraude wordt wel behouden. De regering besliste dus om in 2026 in te zetten op overleg. Minister Vandenbroucke stelt 1 juli 2027 als deadline om tot een akkoord te komen over de ereloonsupplementen. Op de persconferentie waar de federale regering het zomerakkoord voorstelde, zei Vandenbroucke dat het om een ‘heel open uitnodiging’ ging. Als er geen akkoord is tegen midden 2027, zal de regering zelf limieten opleggen, klinkt het.
Nu ook een federaal klimaatplan
De federale regering heeft zondagnacht ook een akkoord bereikt over haar bijdrage aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP). Dat meldt minister van Klimaat Jean-Luc Crucke (Les Engagés). Daarnaast steunt de regering nu ook het voorstel van de Europese Commissie om de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 te verminderen met minstens 90 procent tegenover 1990.
Met de goedkeuring van de federale bijdrage aan het NEKP kan het geïntegreerde plan in de loop van de zomer worden samengesteld met de bijdragen van de gewesten. Tegen eind september kan het plan vervolgens, na goedkeuring van de betrokken regeringen, aan de Commissie voorgelegd worden. Normaal had het NEKP wel al midden vorig jaar ingediend moeten worden. Met het NEKP moet ons land haar energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030 bereiken, inclusief het doel om haar uitstoot van broeikasgassen met 47 procent te verminderen in andere sectoren dan energie-intensieve industrieën in vergelijking met 2005.
In het plan staat het energie- en klimaatbeleid van ons land gedetailleerd beschreven. Zo worden fiscale stimuli versterkt, zoals een invoering van een mobiliteitsbudget voor iedereen. ‘Het is een strategische tekst die de beleidsrichtlijnen en de federale hefbomen vastlegt die zullen worden ingezet om de klimaattransitie te ondersteunen’, zegt Crucke. ‘Deze goedkeuring betekent een belangrijke vooruitgang die vanaf nu zal worden omgezet in operationele maatregelen. Via deze goedkeuring bevestigt de federale regering het belang van een NEKP als structurerend maatschappelijk en economisch instrument.’
De regering raakte het ook eens over het voorstel van de Commissie dat een vermindering van minstens 90 procent tot doel heeft van de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2040, in vergelijking met 1990. Het is voor het eerst dat een Belgische federale regering zich formeel uitspreekt over een Europese klimaatdoelstelling. Voorwaarde is wel dat de doelstelling gepaard gaat met concrete waarborgen rond concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en technisch-economische haalbaarheid.