Ivo Flachet (PVDA)

‘Een deurwaarder die rechter mag spelen, is dat wel zo’n goed idee?’

Ivo Flachet (PVDA) Politiek medewerker van Peter Mertens en Justitiespecialist van PVDA

Vandaag stemt de Kamer over het eerste deel van het justitieplan van minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Ivo Flachet (PVDA) vreest dat deurwaarders binnenkort te veel macht zullen krijgen. ‘Deze evolutie naar het uitschakelen van een rechter is verontrustend.’

‘Een deurwaarder die rechter mag spelen, is dat wel zo’n goed idee?’

Vandaag stemt de Kamer over het eerste deel van het justitieplan van minister van Justitie Koen Geens(CD&V). De hele dag zullen ze debatteren over het “Wetsontwerp houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie”, beter bekend als ‘Potpourri 1’. De regering en de Kamercommissie Justitie hebben het voorbereidende werk er op een drafje doorgejaagd. Ze willen de wetswijziging immers kunnen publiceren in het Belgisch Staatsblad voor 24 oktober, datum waarop de misdaden van de Bende van Nijvel verjaren.

“Wat hebben de misdaden van de Bende met het burgerlijk procesrecht te maken?”, vraagt u zich nu wellicht af. Goede vraag. Niets. Toch gebruikt de regering de Bende als argument om een hele reeks wijzigingen aan te brengen aan het Gerechtelijk Wetboek, zonder echt debat met de actoren van justitie en het betrokken middenveld.

De regering wil 10% besparen op het budget van justitie en dat door de “overconsumptie” bij justitie aan te pakken. Dat wil minister Geens bereiken via 4 methodes:

1. Door de financiële drempel tot justitie te verhogen, met hogere griffierechten, de invoering van Btw op advocatendiensten – die extra belasting stamt nog uit vorige legislatuur – en de beperking van het recht op juridische bijstand door het invoeren van remgeld.

2. Door het juridisch-technisch moeilijker te maken voor de burger om een procedure op te starten. Zo komen er vormvereisten voor “besluiten”. Dat zijn de geschreven documenten van de partijen in een proces. Een proces voeren zonder raadsman die de formaliteiten wel kent, wordt dus nog moeilijker.

3. Door het afbouwen van de rechten van de verdediging. Voor bepaalde zaken wordt het moeilijker of onmogelijk om in beroep te gaan en er komt een strengere verzetsprocedure.

4. Door de kamers bestaande uit 3 rechters in grote mate af te schaffen en de rol van het parket te beperken. Dat laatste heeft vooral nefaste gevolgen voor de burger in zaken die voor de Arbeidsrechtbank komen, omdat het parket daar een belangrijke voorbereidende rol heeft.

Deze vier methodes wijzigen in hoofdzaak bestaande procedures. Volledig nieuw is het voornemen om een niet gerechtelijke procedure in te voeren voor het invorderen van onbetwiste geldschulden. Minister Geens voegt voor het eerst in de Belgische rechtsorde het principe in dat een deurwaarder een uitvoerbare titel kan verlenen ter invordering van schulden. Voorlopig enkel in geschillen tussen handelaars, maar dat kan natuurlijk snel veranderen.

Een uitvoerbare titel is een document, dat een deurwaarder de macht geeft om goederen of geldmiddelen in beslag te nemen om de schuld van zijn klant te innen. Momenteel komt een deurwaarder enkel tussen bij een minnelijke poging tot invordering of bij het ten uitvoer leggen van een gerechtelijke beslissing. In beide gevallen is zijn rol aan strikte regels onderworpen. Zo moet op een minnelijke aanmaning duidelijk vermeld staan dat het niet gaat om de uitvoering van een beslissing van een rechter. Tot nu toe geldt het principe dat zolang een onafhankelijke rechter zich niet heeft gebogen over een geschil, een deurwaarder geen titel heeft om iemand tot iets te dwingen. Dat duidelijk onderscheid tussen de rechterlijke beslissing en de uitvoering ervan door een deurwaarder zal nu wegvallen.

In het wetsontwerp dat voorligt, is het met name de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders die een “Centraal register voor de invordering van onbetwiste geldschulden” zal opzetten en die op vraag van een individuele deurwaarder een uitvoerbare titel zal verlenen. Een schuldeiser zal dus een uitvoerbare titel kunnen bekomen via zijn persoonlijke raadsman en zijn deurwaarder. Advocaten en deurwaarders zijn nochtans bij uitstek 2 beroepen die per definitie de belangen verdedigen van diegenen die hun (kunnen) betalen.

Deze evolutie naar het uitschakelen van een rechter is een verontrustende constante die we de laatste jaren ook tegenkomen in het administratief recht. Het meest recente voorbeeld is de procedure voor het opleggen van een Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS). Het is een ambtenaar die die ‘GAS-boete’ oplegt, en niet de rechter. Gaat de burger niet in beroep, dan ontstaat er een uitvoerbare titel die de deurwaarder kan betekenen op vraag van de gemeente. Dat systeem bestaat ook al voor het innen van boetes, opgelegd door de NMBS. Zij werken bijvoorbeeld rechtstreeks met het gerechtsdeurwaarderskantoor Modero. Ook gekend in deze business is het kantoor van deurwaarder Michel Leroy. Dat zijn heuse incassobedrijven met kantoren in heel Vlaanderen.

Koen Geens wil de besparing bij justitie onder meer realiseren door veralgemening van dit soort systemen. Hoe meer een ambtenaar of een deurwaarder zelf rechtstreeks een uitvoerbare titel kan afleveren, hoe minder justitie er natuurlijk aan te pas komt. In ditzelfde kader moeten we ook het voornemen lezen om de administratieve sanctionering een uitgebreidere toepassing te geven.

‘Het zou interessant zijn indien justitieminister Geens ons openlijk zou vertellen welke contacten er zijn geweest met de lobbygroep van de deurwaarders bij de totstandkoming van het nieuw systeem.’

Het zou interessant zijn indien justitieminister Geens ons openlijk zou vertellen welke contacten er zijn geweest met de lobbygroep van de deurwaarders bij de totstandkoming van het nieuw systeem. Want voor hen is dit natuurlijk de kip met de gouden eieren.

Om te weten hoe deurwaarders de nieuwe regeling zullen toepassen is het aangewezen eens te kijken naar de manier waarop zij de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument hebben uitgevoerd. Deze wet verbiedt een deurwaarder de consument een vergoeding te vragen voor de kosten van een minnelijke invordering. Het Steunpunt Schuldbemiddeling bracht hierover in oktober 2012 een rapport uit met de veelzeggende titel: “Gerechtsdeurwaarders en minnelijke invordering: stoppen met de excessen”.

Het verzamelde tal van voorbeelden van inbreuken op de wet, door deurwaarders gepleegd. Naar aanleiding van de klachten die het Steunpunt daarover formuleerde, kwam het tot de vaststelling dat de controle op gerechtsdeurwaarders onvoldoende en ontoereikend is. Sterker nog, in samenspraak met de deurwaarders pasten veel schuldeisers hun algemene voorwaarden aan, om het door de wet bepaald principieel verbod om extra kosten te verhalen op de schuldenaar, te omzeilen. De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders dekte dit soort praktijken, dezelfde Kamer die nu bevoegd wordt voor het afleveren van uitvoerbare titels aan schuldeisers. Dat belooft.

Precedent

De nieuwe regeling zal volgens de minister enkel van toepassing zijn tussen handelaars. Maar ze heeft, zoals de Organisatie van Vlaamse Balies (OVB) kritisch opmerkt, wel een grote precedentwaarde. En voor kleine zelfstandigen is de regeling wellicht zeer nadelig. Als ze niet op de juiste wijze en tijdig reageren op een aanmaning van de gerechtsdeurwaarder, riskeren ze met een uitvoerbare en na verloop van tijd definitieve titel te worden geconfronteerd.

Het lijkt mij geen goed idee om deurwaarders en ambtenaren rechter te laten spelen om zo de gerechtelijke achterstand en de zogezegde “overconsumptie van justitie” op te lossen.

Wat is de rol van een deurwaarder?

Maar ook meer fundamenteel kunnen we ons vragen stellen bij de rol van een deurwaarder in de 21ste eeuw. Hun huidige rol heeft dikwijls tot gevolg dat een kleine schuld exponentieel groeit. Boven op de initiële schuld komen de dagvaardingskosten en de betekeningskosten. Waarom de gerechtelijke procedure tot invordering van een schuld niet gemakkelijker maken en geinformatiseerd? Ook de advocatenkosten zullen dan minder hoog oplopen en anderzijds blijft wel de garantie voor rechterlijke controle overeind.

In plaats van de macht van deurwaarders uit te breiden, zouden we die beter aan banden leggen. De regering zou bijvoorbeeld de noodzaak van een dure dagvaarding door een deurwaarder kunnen afschaffen. Dat zou de burger, zowel de schuldeiser als de schuldenaar, veel geld besparen. Ook de betekening van vonnissen zou uit hun takenpakket weggehaald kunnen worden. Een betekening is in feite niets meer dan een aangetekende brief met ontvangstbewijs. Dat kost bij de post een kleine 10 euro. Bij de deurwaarder 250 à 300 euro. In de feiten worden deurwaarders steeds meer privé incassokantoren van de grootste bedrijven onder het motto “U vraagt, wij draaien”. Is de rol van een deurwaarder, een beroep ontstaan in de 14e eeuw, niet aan herziening toe?

‘Het heeft er alle schijn van dat de regering niet geïnteresseerd is in een toegankelijke rechtspraak.’

Het heeft er alle schijn van dat de regering niet geïnteresseerd is in een toegankelijke rechtspraak. Alle geplande besparingen zijn erop gericht de burger weg te houden bij justitie, door uitbesteding van gerechtelijke taken en door procedures extra ingewikkeld en financieel onhaalbaar te maken voor jan met de pet.

We lezen in het plan Geens niets over hoe de moeilijke en technische taal van justitie beter begrijpbaar kan worden gemaakt voor de gewone burger. Evenmin lezen we iets over initiatieven die de kloof kunnen dichten tussen de leefwereld van justitie en die van de gewone man/vrouw. Er zal ook helemaal niets gedaan worden aan ontelbare nutteloze formaliteiten die er dikwijls toe leiden dat de burger afziet van zijn rechten of zijn verdediging slechts ten dele opneemt.

Vooral voor mensen met een laag tot gemiddeld loon is de toegang tot een rechter zo goed als onmogelijk geworden. Voor de gemiddelde consument is de dienstverlening van de advocaat nog nauwelijks betaalbaar.

Moeten wij nu echt geloven dat deze besparing de juridische achterstand gaat oplossen?

Heel de logica van het plan-Geens kadert in een besparingsoperatie. Toch besteedt ons land amper 0,7% van zijn overheidsuitgaven aan justitie (1,74 miljard euro in 2015). We doen daarmee slechter dan 45 van de andere 46 landen, aangesloten bij de Raad van Europa. Gemiddeld besteden die 2,2% van hun overheidsuitgaven aan justitie. Dat is drie keer zoveel. Ondanks deze onderfinanciering wil onze regering in de periode 2015-2018 ook op justitie nog 10% besparen. Het is ons een raadsel hoe de geplande kwaliteitsverbetering en de informatisering er op die manier kunnen komen.

Moeten wij nu echt geloven dat deze besparing de juridische achterstand gaat oplossen? Of is het de bedoeling dat gewoon steeds minder mensen de weg naar het recht vinden? Denken ze nu echt dat door ambtenaren en deurwaarders rechter te laten spelen, de problemen bij justitie opgelost worden? De Kamer zou er beter aan doen het luik betreffende de Bende van Nijvel uit ‘Potpourri 1’ te lichten en apart te behandelen. Dan wordt een fundamenteel debat over justitie mogelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content