Dyab Abou Jahjah

‘De zaak-Haouach en de opkomst van woke islamisme’

Dyab Abou Jahjah Auteur en opiniemaker

Wat de zaak rond Ihsane Haouach van de afgelopen weken aan het licht bracht, is een groot tekort aan inzicht in het debat over aanwezigheid van de islam in Europa, schrijft Dyab Abou Jahjah.

Het debat over Ihsane Haouach van de afgelopen weken was drager van veel meer betekenis dan velen denken. Ik wil de redenen die tot haar ontslag hebben geleid hier niet analyseren. Wat ik wil doen is uitleggen wat neo-islamisme is en hoe het zich in Europa manifesteert.

Laat me over één ding duidelijk zijn. Als we het hebben over islamisten zijn er veel variaties, en in de Arabische wereld moeten democraten in dialoog blijven met de meest gematigde versies in de hoop dat ze op een dag evolueren naar een soort moslimdemocraten. Wat bijvoorbeeld het geval lijkt te zijn met de Tunesische afdeling van de Moslimbroederschap, Annahda-partij, die verkiezingen verloor en vreedzaam de macht heeft overgedragen.

Maar hier in Europa zijn we verder dan dat. Europa moet niet zelfgenoegzaam zijn met een beweging die ernaar streeft de soevereiniteit van het volk onder de paraplu van goddelijke regels te plaatsen. Alle demografische evoluties ten spijt.

En toch bracht de zaak-Haouach een groot tekort aan inzicht aan het licht in het debat over aanwezigheid van de islam in Europa en over wat ‘islamisme’ is. Dat tekort moet worden gesitueerd binnen de ruimte tussen het narratief van ‘islamisering, grand remplacement of omvolking’ enerzijds en dat van ‘er is niets aan de hand, behalve dan racisme en islamofobie’ anderzijds.

De fout van beide logica’s is dat het oversimplificaties zijn die een monolithisch item maken van ‘islam’ en ‘moslims’. Het eerste kamp ziet ‘dé islam’ als een ideologie van verovering en ‘de moslims’ als agenten van die ideologie, het tweede kamp ziet in ‘dé islam’ een religie van vrede en in ‘de moslims’ een gemeenschap van slachtoffers van islamofobie.

De islam is, net als elke religie, een huis met vele kamers. Het is daarom misleidend om in zulke algemene termen te spreken, zowel positief als negatief.

Islamisme

Tegelijkertijd moeten we benadrukken dat er een politieke beweging bestaat die in de islam niet alleen een religie – een combinatie van rituele, morele en spirituele richtlijnen – maar ook een politieke blauwdruk voor de samenleving ziet. Deze beweging noemen we de politieke islam of islamisme.

Islamisme zelf is een algemene term die rivaliserende facties van elke islamitische oriëntatie bevat. Maar de gemene deler is dat alle islamisten het erover eens zijn dat het uiteindelijke doel van de politiek zou zijn om te regeren volgens de goddelijke principes die God in de Koran heeft geopenbaard. Sommige islamisten willen deze principes letterlijk toepassen, anderen geven daaraan interpretaties die verband houden met tijd en context.

De zaak-Haouach en de opkomst van woke islamisme.

Islamisme, zoals alle andere islamitische tendensen, is aanwezig onder Europese moslims. Ik herken vooral twee soorten islamisten in Europa. De eerste soort vind je vaak in de eerste of tweede generatie moslims. Ze zijn gericht op de Arabische en islamitische wereld. Ze zien zichzelf als een diaspora. In Europa zijn ze vaak apolitiek of alleen geïnteresseerd in het kunnen beoefenen van hun religieuze riten en het ontwikkelen van hun activiteiten ten opzichte van hun land van herkomst. Daaronder kan je de Moslimbroederschap plaatsen, maar ook de aanhangers van de AKP van Turks president Recep Tayyip Erdogan, de Gülenisten, Hezbollahaanhangers, de ‘Adl wal Ihssane’-aanhangers en tientallen andere tendensen.

De tweede groep zijn islamisten die geïnvesteerd zijn in de Europese politiek. Het zijn vaak moslims van de late tweede generatie of de derde generatie. Ze behoren tot dezelfde islamistische families, maar hebben zelf minder affiniteit met de landen van herkomst en meer affiniteit met Europa. En ook al sympathiseren ze met de zaak van hun broeders in de landen van herkomst, hun politieke blik is naar binnen en niet naar buiten.

Hun strijd beperkt zich vaak tot het creëren van zoveel mogelijk ruimte voor de islam en moslims in Europa. De meeste van hen maken tegenwoordig deel uit van een groot netwerk van ‘activisten’ en actieve mensen die hen in contact brengen met ultraprogressieve kringen die openstaan voor hun discours over redelijke aanpassingen en ‘zichzelf zijn’. Als ze de intellectuele diepgang hebben, articuleren ze hun islamisme meestal als een dekoloniaal en emancipatorisch verhaal, waarbij ze de moderniteit betwisten vanuit een postmoderne lens.

Deze synergie tussen islamisme en extreem progressivisme kan men woke islamisme noemen. Het is de laatste jaren een stijgende trend. Woke islamisten vind je tegenwoordig in linkse en progressieve politieke partijen in Vlaanderen en in Brussel. Daarin maken ze deel uit van de meest radicale progressieve vleugel.

Nu, laat me over één ding duidelijk zijn. Het feit dat een groot deel van de islamisten nu ultra-progressieve politiek omhelst, is beter dan dat zij het jihadistische fascisme omhelzen.

Desalniettemin wordt de aanval op de moderniteit en de meeste van haar waarden, waaronder het secularisme, uitgevoerd op een meer verfijnde en efficiënte manier en binnen een brede alliantie met een serieus potentieel om te mobiliseren. Deze strategie is niet gericht op het creëren van een islamitische staat, maar kan wel leiden tot een fragmentatie van de samenleving langs identiteitslijnen zodat iedereen ‘zichzelf kan zijn’.

Dit nieuwe woke islamisme droomt samen met de rest van de extreem progressieve beweging (wat men vaak ‘woke’ noemt) van een archipel van ‘Safe spaces’ die in rechtvaardigheid en ‘equity’ met elkaar omgaan. Het is in dit kleurrijke en prachtige utopische schilderij van de samenleving dat de giftige aard van het Europese islamisme vandaag huist. Samen met de andere woke trends, deconstrueren de woke neo-islamisten ‘het universalisme’ in het voordeel van de ‘intersectionaliteit’ van uitzonderingen. Zo kunnen op een dag alle uitzonderingen uiteindelijk de regel worden.

Wanneer niet universalisme maar exceptionalisme de hoeksteen van burgerschap wordt, wie zal dan de oproepen voor aparte tribunalen en zelfs aparte wetten durven betwisten?

Partner Content