Steven Genbrugge

‘De hoerastemming bij N-VA over activering van leefloners is pijnlijk’

Steven Genbrugge Adviseur Vlaams ABVV

Deze Vlaamse regering doet het helemaal niet goed op het vlak van tewerkstelling van leefloners, schrijft Steven Genbrugge (ABVV). ‘Zowel op vlak van het aantal trajecten, als in het aantal leefloners dat effectief werk vond, is er een daling. Dat is des te pijnlijker als we kijken naar het totaal aantal leefloners.’

Je moet het ze nageven. De N-VA heeft een speciaal talent voor hoerageroep. Met groot vertoon worden die zaken in de verf gezet die moeten aantonen dat de partij-coryfeeën ‘goed bezig zijn’. Denk maar aan het aantal ‘illegale’ migranten die gewezen staatssecretaris Theo Francken op het vliegtuig heeft gezet, of het begrotingsevenwicht dat onder ex-Trends-hoofdredacteur Johan Van Overtveldt bereikt zou worden.

Minder in het oog springend, maar daarom niet minder in het rijtje passend, is de hoera-kreet die N-VA’er Axel Ronse recent de wereld in stuurde. Dankzij de hervormingen van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters worden leefloners in de Vlaamse gemeentes nu zeer vlot aan het werk geholpen. ‘Historisch‘, noemt het Vlaams parlementslid de cijfers zelfs.

Nou nou. Dat zijn grote woorden. Zelfs als we in acht nemen dat parlementslid en minister tot dezelfde partij horen en de parlementaire vraag waaruit de cijfers komen vermoedelijk zelfs voorgekauwd werd op het kabinet-Muyters. Eigen lof stinkt, weet je wel.

De hoerastemming bij N-VA over activering van leefloners is pijnlijk.

Wie kan het ze kwalijk nemen. Het trucje met de parlementaire vraag was precies een jaar eerder ook al eens gelukt. Opnieuw diezelfde Axel Ronse die mag komen zeggen hoe goed de maatregel werkt: ‘N-VA wil zoveel mogelijk mensen met een leefloon aan de slag krijgen. Het instrument dat daarvoor op poten is gezet, de tijdelijke werkervaring voor leefloners, is een succes.’ Goed gedaan N-VA en Philippe Muyters!

Schouderklopjes

Laten we toch maar even naar de cijfers kijken. Axel Ronse/kabinet-Muyters beweert dat 8.500 opgestarte trajecten een breuk met het verleden zijn. ‘Vroeger waren die mensen moeilijk activeerbaar’, klinkt het.

Maar resultaten die de POD Maatschappelijke Integratie verzamelt, leren ons dat er in de jaren voorafgaand aan de hervorming er niet minder, maar net meer trajecten rond maatschappelijke dienstverlening (beter bekend als ‘artikel 60-tewerkstelling’) werden opgestart bij de Vlaamse OCMW’s. Zo werden er in 2013 pakweg 13 procent meer trajecten (9.884) afgesloten dan de bejubelde cijfers in 2018. Moeilijker activeerbaar? Zelfde beeld in het algemene bereik van leefloners met artikel 60-contracten: dat daalde van 15,8% in 2016 (voor de hervorming) naar 13,3% in 2017 (na de hervorming).

De geloofwaardigheid van de lofrede wordt verder ingedeukt bij de vaststelling dat het aantal gemeenten dat intekende op de trajecten ook bergaf gegaan is: van 95 procent voor de hervorming naar 87 procent erna. In het recent gepubliceerd VIONA-onderzoek Activering van leefloongerechtigden via tijdelijke werkervaring lezen we een resem verklarende elementen voor de tanende interesse. Globaal blijkt het nieuwe systeem te complex voor kleinere gemeenten, zowel administratief als inhoudelijk. Enkel grotere steden en gemeentes hebben de schaalgrootte, methodische aanpak, technische tools en nodige expertise in huis om ook de doelstellingen te kunnen bereiken. Doelstellingen die ze in de meeste gevallen ook voor de hervormingen haalden.

De algemene cijfers liggen dan wel beduidend lager dan voorheen, maar misschien zijn de schouderklopjes van Ronse voor zijn partijgenoot er wel omwille van een forse kentering in de uitstroom? Lees: meer leefloners die aan het werk geraken dankzij het nieuwe systeem. Helaas. Twee jaar na de opstart liggen de huidige uitstroomcijfers mijlenver verwijderd van de voormalige activeringsinstrumenten van de OCMW’s.

In het rapport van POD Maatschappelijke integratie ‘De springplank‘ (2017) onderzocht men de effecten van onder meer de activeringsmaatregelen genomen door de OCMW’s. Hierbij werden alle leefloners gedurende vier jaar opgevolgd en gemonitord. Ondanks deze bredere scope en met inbegrip van alle moeilijke en niet activeerbare leefloners resulteerden de oude aanpak in een uitstroom naar werk van 52 procent. Het hervormde systeem tijdelijke werkervaring van minister Muyters klopt eind 2018 (cijfers VDAB) af op 37 procent. Een daling van 15 procent.

Mede door maatregelen van zowel de regering-Bourgeois als Michel I steeg het aantal leefloners de afgelopen jaren tot 41.000 personen.

Die dubbele daling (zowel op vlak van het aantal trajecten als in het aantal leefloners dat effectief werk vond) is des te pijnlijker als we kijken naar het totaal aantal leefloners. Hun aantal is de laatste jaren immers spectaculair toegenomen. Een stijging die er nota bene kwam met Vlaams en federale N-VA-ministers in de driver seat van het armoedebeleid. Mede door maatregelen van zowel de regering- Bourgeois als Michel I steeg het aantal leefloners de afgelopen jaren tot 41.000 personen. Het aantal mensen dat aanvullend aanklopte bij het OCMW om de energiefactuur, huur, voedsel of medische kosten te betalen, piekt ongewoon hoog tot 100.000. In beide groepen zien we de afgelopen vijf jaar een stijging van meer dan 30 procent. Als er al enige ambitie was om het aantal leefloners via een versterkt stelsel te verminderen, dan is dit feitelijk mislukt.

Symptoombestrijding

Waarom communiceert N-VA dan toch zo opdringerig over de resultaten? Ze wil hier vermoedelijk mee verbergen dat de werkmantra’s ‘activeren’ en ‘streng optreden’ helemaal niet tot een grotere welvaart voor ons allen hebben gezorgd. Dat steeds meer mensen – zowel werkend als niet-werkend – hun toevlucht moeten zoeken tot het OCMW, is een pijnlijk gegeven dat niet in het succesverhaal van groeiende Vlaamse welvaart past.

Een minister als Muyters moet het falen corrigeren met passende oplossingen. Niet met een welgemikte parlementaire vraag om het resultaat op te smukken.

Daarmee faalt de N-VA wezenlijk in haar beleidsambities. Een minister als Muyters die dat falen vaststelt, moet het corrigeren met passende oplossingen. Niet met een welgemikte parlementaire vraag om het resultaat op te smukken. De toename van armoede zal geen structurele oplossing krijgen door nog meer symptoombestrijding.

We mogen van de volgende minister van Werk verwachten dat hij een coherent beleid uitwerkt dat er wél in slaagt structurele oplossingen voor alle Vlaamse werkzoekenden en een vlot functionerende arbeidsmarkt uit te werken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content