‘Een rechtvaardige Green Deal zonder groei?’

‘Waakzaamheid blijft geboden wanneer het gaat over de concrete invulling van de nieuwe Green Deal’, schrijft Jonas Van der Slycken (UGent).

De maatregelen om de coronapandemie te bezweren, deden de economie vertragen en emissies dalen. Om een emissie-opstoot te vermijden wanneer de economie opnieuw aantrekt, worden groene herstelplannen gesmeed. 18 Europese landen willen de economie aanzwengelen en een klimaatomslag maken met de Green Deal. Toch is waakzaamheid geboden bij de concrete invulling van deze deal: zullen mens en planeet voorrang krijgen of blijft het moeilijk om zich het einde van de groei-economie voor te stellen?

De Grote Vergrendeling

De huidige coronacrisis is de grootste economische inkrimping sinds de Grote Depressie in de jaren 1930. Het Internationaal Muntfonds raamt dat dit jaar het bruto binnenlands product in de eurozone met 7.5% zal teruglopen, terwijl de mondiale economie met 3% zal krimpen. Deze economische vertraging zal zich volgens Carbon Brief tegelijkertijd vertalen in een daling van de mondiale CO2-emissies met 5.5%. Er is echter meer nodig dan deze eenmalige terugval om een meer dan gevaarlijke klimaatopwarming te vermijden. Deze reductie is nog steeds kleiner dan de jaarlijkse dalingen van 7.6% die dit decennium nodig zijn om de klimaatopwarming te beperken tot 1.5°C. Aangezien Europa een hoge historische uitstootverantwoordelijkheid draagt, zou het billijk zijn moest ze nóg scherpere emissiereducties realiseren.

De Green Deal: uitweg uit de coronacrisis of een nieuw sociaal bloedbad?

15 Europese landen – zonder België dat zich onthoudt, aangezien Vlaanderen dwarsligt – pleiten er dan ook voor om de Green Deal van de Europese Commissie een centrale plaats te geven in het herstelplan om deze economische stimulus niet ten koste te laten gaan van het klimaat. De resultaten van dit plan zullen afhangen van de concrete invulling die deze deal krijgt. Blijft het gemorrel in de marge en greenwashing of is het een nieuwe deal die een sociaal-ecologische transformatie van de economie inhoudt?

De Europese Commissie ziet de Green Deal als een onderdeel van een nieuwe groeistrategie waarbij Europa klimaatneutraal wordt in 2050 en economische groei niet langer gepaard gaat met een stijgend grondstoffenverbruik. De Commissie realiseert zich dat mensen prioritair zijn en dat de transitie rechtvaardig en inclusief moet zijn. Dit zijn mooie uitgangspunten, ware het niet dat de Commissie ze ondermijnt door haar focus op groene groei.

Het groene-groeigevaar

Het groene-groeigevaar schuilt er voornamelijk in dat wenselijke sociale maatregelen over het hoofd gezien worden en dat het hoogst onwaarschijnlijk is om met groene groei de emissies voldoende snel te doen dalen om desastreuze klimaatopwarming te beperken tot 1.5°C of 2°C. Recent Europees onderzoek gepubliceerd in het gerenommeerde Nature Sustainability heeft via een nieuw ecologisch macro-economisch model namelijk aangetoond dat groene groei beperkingen inhoudt. Het groene-groeiscenario, gebaseerd op technologische voortuitgang en milieumaatregelen zoals een koolstoftaks, zorgt weliswaar voor een emissiedaling maar gaat gepaard met toegenomen ongelijkheid en werkloosheid. Het succes van groene groei om emissiereducties te bereiken komt voornamelijk doordat dit scenario er niet in slaagt om de groei van het bruto binnenlands product te stimuleren. Deze paradox valt te begrijpen doordat de toegenomen groene investeringen gecompenseerd worden door een terugval van de vraag naar goederen en diensten aangezien de werkloosheid toeneemt en de vraag bijgevolg terugvalt.

Een sociaal scenario scoort even goed wat emissiedalingen betreft, maar kent betere sociale uitkomsten door werk beter te verdelen via een algemene arbeidsduurvermindering en een werkzekerheidsprogramma waarbij de overheid mensen een jobgarantie geeft. Deze ondersteunende maatregelen doen echter het begrotingstekort toenemen. De studie bekijkt ook een ontgroeiscenario, waarbij men groei loslaat. Daarin is er sprake van een groter begrotingstekort dan in het sociale scenario, maar daartegenover staat dat het beter scoort op het vlak van emissiereductie en vermindering van ongelijkheid. Deze gunstige resultaten worden behaald door een exportdaling, vrijwillige consumptievermindering en een vermogensbelasting. De studie toont aan dat het van belang is om sociale rechtvaardigheid en ontgroei een centrale plaats te geven in de Green Deal in plaats van blindelings groene groei na te jagen.

Vloeken in de economische kerk

Het innovatieve ontgroeiscenario heeft het bijkomende voordeel dat consuminderen bijdraagt aan het welzijn van de Europeanen. In tegenstelling tot gangbare economische doctrines, tonen welzijnsstudies aan dat meer niet altijd beter is aangezien inkomens- en consumptiestijgingen zich niet in blijvende welzijnsverhogingen vertalen. Een leven nastreven waarin consumptie centraal staat, is een wapenwedloop die er niet alleen veel grondstoffen doorjaagt maar ook een serieuze maatschappelijke kostprijs met zich meebrengt in de vorm van stress, depressie, burn-out en gemeenschapsverlies. Om welzijn te stimuleren, kan een groene deal daarnaast reclame beperken, aanzetten om meer tijd te spenderen aan gezondheid en sociale relaties in plaats van aan het vergaren van geld en bezittingen, en om te verlangen naar een overvloed aan tijd en een eenvoudiger leven met minder consumptie. Mogelijk doet de coronaquarantaine mensen nadenken over de inhoud van een goed leven en besluiten om niet langer mee te stappen in de consumptiemallemolen.

Helaas lijkt het gemakkelijker om zich het einde van een levensondersteunende planeet in te beelden dan de groei-economie vaarwel te zeggen.

Deze noodsituatie toont ook dat het er belangrijkere maatschappelijke prioriteiten zijn dan het nastreven van een begrotingsevenwicht. Sociale vangnetten zijn broodnodige schokdempers om burgers deze crisis enigszins te laten doorkomen, terwijl maatregelen zoals een kortere werkweek en jobgarantie zouden helpen om nadien de werkloosheid terug te dringen en werk beter te verdelen. Dergelijke keuzes hoeven de overheidsschulden niet te doen toenemen, noch overheden tot een volgende besparingsronde aan te zetten. De centrale bank kan overheden namelijk financieren doordat ze ongelimiteerd geld kan creëren. De overheid zou dat geld dan kunnen gebruiken om de Green Deal te financieren en zo te investeren in hernieuwbare energie en het energiezuinig renoveren van woningen, ecosystemen te herstellen en om boeren de overgang te laten maken naar de agro-ecologische landbouw. Dit publieke geld vindt zo zijn weg naar de reële economie en laat toe om sociale en ecologische klemtonen te leggen. Op eenzelfde manier zou de centrale bank geld kunnen creëren om burgers van een basis- of zorginkomen te voorzien in plaats van enkel haar vizier op de financiële markten te richten. Het voordeel van een zorginkomen is dat mensen die onbezoldigd voor mens en planeet zorgen, een inkomen krijgen aangezien dit belangrijke onbetaald zorgwerk nauwelijks gewaardeerd wordt op de markt.

Helaas lijkt het gemakkelijker om zich het einde van een levensondersteunende planeet in te beelden dan de groei-economie vaarwel te zeggen. Deze coronacrisis wordt immers aangegrepen door de verdedigers van het status quo om te groei-economie te legitimeren. Toch is het mogelijk om een levensondersteunende economie te creëren. Als beleidsmakers (en economen) in staat zijn om enkele dogma’s af te zweren en taboes te doorbreken, dan is ontgroei de nieuwe groene en socio-economische deal bij uitstek. Groei loslaten, is immers de beste strategie om welzijn, rechtvaardigheid en duurzaamheid te bereiken. Een meerderheid van de Europeanen vindt alvast dat het milieu een prioriteit is, zelfs als dit ten koste zou gaan van economische groei. Waar wachten we op om morgen beter vorm te geven?

Jonas Van der Slycken werkt aan een doctoraat in de Ecologische Economie aan de vakgroep Economie (Universiteit Gent).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content