Compensatie voor wie dagen zonder internet zit
Wie af te rekenen krijgt met een grote internetstoring kan in de toekomst aanspraak maken op een compensatie. Dat staat in een wetsontwerp van minister van Telecom Petra De Sutter (Groen), dat vorige week groen licht heeft gekregen op de ministerraad.
Het aantal klachten over internetstoringen is nu al verdubbeld tegenover vorig jaar, weet minister De Sutter. ‘Eind november dit jaar telde de ombudsman Telecom al 3.468 klachten, tegenover 1.685 in heel 2022. We weten niet hoe lang en ernstig de gemelde pannes waren.’
De groene politica merkt op dat telecomprijzen in ons land niet goedkoop zijn. ‘Als er dan een panne is, is een compensatie het minste wat de operatoren kunnen doen voor hun klanten’, vindt ze. Binnen Europa krijgen Italianen, Nederlanders, Duitsers en Spanjaarden al een compensatie bij een grote internetstoring. België voegt zich binnenkort bij dat kwartet.
Om voor een compensatie in aanmerking te komen, moet het gaan over storingen waardoor je niet meer kan surfen op het internet of bellen met je gsm of met je vaste lijn. Als die totale pannes langer dan 8 uur duren, zullen klanten gecompenseerd worden door hun operatoren. Er zijn drie verschillende compensaties mogelijk.
‘Ofwel een vergoeding van één euro voor de eerste dag van de storing. Dat bedrag loopt op zodra de storing meerdere dagen duurt. Het kan ook een vergoeding van 1/30ste van de maandelijkse abonnementskosten zijn of iets als bijvoorbeeld gratis film’, aldus De Sutter. Het is de operator die de gedupeerden moet informeren over de verschillende compensaties.
Staatssecretaris voor Consumentenbescherming Alexia Bertrand was betrokken bij de opmaak van het wetsontwerp. ‘Telecomstoringen zijn enorm vervelend voor consumenten. In het verleden was er vaak onduidelijkheid over de compensatieregeling bij zulke storingen’, zegt ze. D’aar komt dankzij deze nieuwe regeling verandering in. Zo betaal je niet meer voor diensten die je niet krijgt.’
Het ontwerp gaat nu voor advies naar de Gegevensbeschermingsautoriteit en daarna naar de Raad van State.