Nico Pattyn

‘België, Europa in het klein’

Nico Pattyn Verbonden aan het Metis Instituut en de Gerrit Kreveld Stichting

Zou het fiscaal begunstigen van bedrijfswagens, waar in Vlaanderen meer gebruik van wordt gemaakt, stand gehouden hebben wanneer bleek dat de Franstaligen hier meer van profiteerden?, vraagt Nico Pattyn zich af.

Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’

We kennen de vergelijking waarbij ons land gezien wordt als een Europa in het klein, waar verschillende gemeenschappen een compromis moeten vinden en waar de Latijnse en Germaanse cultuur elkaar ontmoeten. Onze politici hebben er een reputatie als bruggenbouwers en compromiszoekers aan overgehouden.

Meer egoïsme van de lidstaten in de EU

Ondanks de akkoorden rond Griekenland en de spreiding van de toestroom aan asielzoekers in het Middellandse Zeegebied is het met de compromisbereidheid in Europa niet zo goed gesteld. Europa lijkt meer en meer op een unie van lidstaten die tijdens onderhandelingen zoveel mogelijk voor zichzelf uit de brand willen slepen, waardoor de problemen die zich aandienen vaak met ontoereikende oplossingen worden aangepakt of gewoon voor zich uitgeschoven worden.

Duitsland blijft zijn economische koers van soberheid aanhouden, ook al is zijn handelsoverschot van 8 procent van het bbp tegen de Europese afspraken en werkt dit uiterst ontwrichtend voor de muntunie. Landen die weinig last hebben van de instroom van asielzoekers komen slechts schoorvoetend en met mondjesmaat over de brug om een klein deel van hen op te vangen. Beslissingen worden immers genomen door de Europese Raad, waar de politici met een mandaat vanuit hun eigen land heen trekken en waarbij zij voor hun beslissingen ook enkel in dat eigen land verantwoording moeten afleggen.

België heeft een federale regering die tot nader order voor heel wat zaken bevoegd is en niet is samengesteld uit vertegenwoordigers van deelstaten. Maar we hebben per taalgemeenschap een apart politiek landschap. Federale politici zetelen niet in de federale regering met een mandaat van hun gemeenschap, maar bij verkiezingen leggen hun partijen wel enkel verantwoording af tegenover de eigen gemeenschap. Europa en België lijken zo op een andere manier op elkaar dan meestal wordt voorgesteld.

België, Europa in het klein

Dat uit zich ook in de besluitvorming. De taxshift van deze week is er een voorbeeld van. Zowel het IMF, de OESO als de Europese Commissie adviseerden een taxshift van arbeid naar consumptie, milieu èn vermogen, maar ook een verbreding van de belastbare basis (zeg maar het snoeien in de vele aftrekposten). Zo adviseerde de OESO nog in februari om het fiscaal stimuleren van bedrijfswagens terug te schroeven. Een aantal van die aanbevelingen zijn geheel of gedeeltelijk in de wind geslagen.

Een door veto’s geamputeerde taxshift

De taxshift reduceert de werkgeversbijdragen tot 25 procent, wat een serieuze inspanning is. Dat geldt niet voor de inspanning die gevraagd wordt aan de vermogens. Alles had er heel wat imposanter kunnen uitzien, wanneer er minder taboes en berekende veto’s hadden gecirculeerd. Dat partijen mikken op een bepaald kiespubliek, en dus die achterban ontzien is een bekend gegeven in alle landen. Maar daar komen bij ons dan nog de taboes van sterk regionaal denkende partijen bij. Zou het fiscaal begunstigen van bedrijfswagens, waar in Vlaanderen meer gebruik van wordt gemaakt, stand gehouden hebben wanneer bleek dat in tegendeel de Franstaligen hier meer van profiteerden?

De Vlaams-nationalistische N-VA en de liberale Open VLD zullen niet vergeten zijn dat Didier Reynders indertijd verklaarde dat hij zich gemakkelijker had kunnen neerleggen bij wat in bepaalde kringen pestbelastingen werden genoemd, omdat die de Franstaligen minder troffen. Slechts 15 procent van de bedrijfswagens bleek ingeschreven in Wallonië, tegenover 30 procent in Brussel en 55 procent in Vlaanderen. Dat N-VA en Open VLD niet geneigd zijn om wat zij als hun kiezers zien tegen de haren in te strijken mag dan ook geen verrassing heten. Dat de taxshift ondertussen verkocht wordt als en sociaal, en groen, en goed voor tewerkstelling en economie verbaast evenmin.

Waarom bepaalde maatregelen niet genomen zijn wordt ondertussen zedig verzwegen.

Waarom bepaalde maatregelen niet genomen zijn wordt ondertussen zedig verzwegen. Het klinkt nog altijd beter wanneer opkomen voor particuliere belangen verkocht wordt als handelen in het algemeen belang. Die regionale reflex leeft ook aan de andere kant van de taalgrens, zoals al uit de uitspraak van Reynders bleek. Volgens de CDH treffen de huidige verhoging van de BTW op elektriciteit en de accijnzen op diesel de inwoners van Wallonië extra, onder meer omwille van het meer geaccidenteerde reliëf.

Het etiket groene belasting wordt vlot bovengehaald om belastingen te verantwoorden, en vergeten wanneer ze bekritiseerd worden. De maatregelen van de regering-Di Rupo rond de bedrijfswagens hebben volgens Febiac gezorgd voor een wagenpark met duidelijk minder CO2-uitstoot. Toch werden ze als pestbelastingen weggezet. Terwijl de verhoging van de BTW op elektriciteit dan weer een groene maatregel zou zijn, hoewel mag betwijfeld worden of het verbruik daardoor werkelijk zal dalen. Wat de hogere accijnzen op tabak, alcohol en suikerhoudende dranken betreft: als de bedoeling is een ontradend effect te hebben, dan moeten in de budgettaire prognoses dalende opbrengsten voorzien worden. We zijn benieuwd.

Culpabilisering van werklozen

Besparingen die Wallonië en Brussel harder treffen zijn die op werkloosheid, omdat de cijfers daar nu eenmaal een stuk hoger liggen. Deze besparingen vormden al een belangrijk onderdeel van het programma van de N-VA, en ook bij de taxshift wordt er opnieuw op deze categorie bespaard. Er is al langer een culpabilisering van de werklozen bezig, en men is er in geslaagd een belangrijk deel van de bevolking te laten geloven dat zij samen met steuntrekkers onze welvaart aantasten, en dat wij het veel beter zouden hebben indien we op dat vlak minder genereus zouden zijn. Zij worden gemakkelijk profiteurs genoemd, terwijl dat niet geldt voor wie mede dankzij door de gemeenschap bekostigde opleiding, infrastructuur e.d. (of stomweg door het geluk te erven) rijk is maar liever niet aan die gemeenschap bijdraagt.

Er is al langer een culpabilisering van de werklozen bezig.

Het systeem van werkloosheidsuitkeringen is in geheel België hetzelfde. Toch verschillen de werkloosheidscijfers sterk. Er is het globale verschil tussen Vlaanderen enerzijds en Brussel en Wallonië anderzijds. Maar ook binnen de regio’s zijn er verschillen. Ondanks de werkloosheidsvergoedingen die onbeperkt zijn in de tijd waren er in 2014 volgens Eurostat maar 4,2 procent werklozen in West-Vlaanderen, tegenover 18,3 procent in Brussel. En in Duitsland waren er 2,5 procent werklozen in Oberbayern en 9,8 in Berlijn. Werkloosheidscijfers worden niet zozeer door de hoogte van de uitkeringen en de duur ervan in de tijd bepaald, maar door een complex van factoren waarbij loonkosten, maar zeker ook opleiding, infrastructuur, innovatie e.d. veel belangrijker zijn.

De slinger moet weer de andere richting uit

Via de sociale zekerheid krijg je een vorm van solidariteit tussen armere en rijkere regio’s. Maatregelen die de werkloosheidsuitkeringen viseren verminderen die solidariteit. Er kan over gediscussieerd worden wat een billijke solidariteit is, deze vaststelling is op zich geen veroordeling van zo’n maatregelen. Maar feit blijft: ze treffen bepaalde delen van onze samenleving, en andere veel minder. De streken in België met relatief veel werklozen, waaronder veel langdurig werklozen, zijn bekend. En we weten ook welke partij(en) daar relatief sterk scoren en welke niet. Ook hier zien we hoe België op Europa lijkt. Minder solidair voor de delen die het moeilijk hebben, ook op dit vlak kortzichtig denkend aan lokale belangen boven het gemeenschapsdenken op het globale niveau. Hopelijk moeten we niet wachten tot die lokale belangen nog meer onder internationale druk komen vooraleer de slinger weer de andere richting uitgaat.

Partner Content