Auteur Rutger Bregman: ‘Geef 10 procent van je inkomen aan goede doelen’

Rutger Bregman © DEBBY TERMONIA
Peter Casteels

Het is niet heel erg moeilijk om de ideeën van Rutger Bregman als belegen clichés samen te vatten. Dat geldt ook weer voor z’n nieuwste boek, Morele ambitie, dat volgende week verschijnt: iedereen moet zich wat meer inzetten voor een betere wereld, in plaats van er alleen maar tot in den treure over te blijven steggelen. Het is dankzij zijn grote verteltalent en overtuigingskracht dat Bregman er ook deze keer weer een spannend en inspirerend verhaal van weet te maken. Wat ook helpt: de journalist van De Correspondent voegt de daad bij het woord. Samen met drie collega-wereldverbeteraars start hij The School for Moral Ambition, waarmee ze mensen willen opleiden om op de meest praktische en impactvolle manieren wereldproblemen aan te pakken. Het is niet omdat de meeste mensen deugen – nog zo’n cliché dat aan de basis lag van zijn vorige monsterhit – dat er niet nog heel veel ruimte voor verbetering is in de wereld. Dat is Bregman, die we in februari in z’n geboorteplaats Houten spraken, na de publicatie van dat vorige boek beginnen te dagen.

Rutger Bregman: ‘Ik zag op Instagram foto’s van influencers op een strand in Bali met mijn boek poseren. “Het is hier heerlijk, jongens”, was de vibe. “En de meeste mensen deugen, dus don’t worry, be happy.” Dat zijn momenten waarop ik me weleens afvroeg: heb ik een monster geschapen? Het volgende boek mocht dus een koude douche worden. Dat kan verfrissend werken, en misschien krijg ik er mensen wel mee in beweging.’

We volgen politiek dan ook allemaal alsof het entertainment is, vindt u.

Bregman: Ken je politieke junkies? Ze volgen het nieuws de hele dag, bestuderen in elke peiling de zetelverschuivingen tussen de partijen en kijken naar élk debat op televisie. Maar wat heeft zo iemand op het eind van de dag echt gedaan of veranderd? Het lijkt vaak meer op politiek hobbyisme dan op echt maatschappelijk engagement.

Kerncentrales die goed functioneren nu sluiten, is een vorm van klimaatontkenning.

Er zijn toch ook heel veel activisten?

Bregman: Zeker. Sterker nog: volgens sommige historici zijn er nog nooit zo veel protesten geweest als nu. Ze hebben alleen relatief weinig effect. Het is doodeenvoudig geworden om – soms met één tweetje – mensen verontwaardigd te maken en ze een keer samen op een plein te krijgen. Alleen, dat is nog maar het begin. Er moet vervolgens een organisatie opgebouwd worden om effectief te zijn, en dat ontbreekt tegenwoordig vaak. Black Lives Matter bracht ontzettend veel mensen op straat maar heeft geen grote wetten door het parlement gekregen . Daar komt vaak nog een vorm van purisme of zuiverheid bovenop: we willen pas samenwerken met mensen als ze over alles precies hetzelfde denken. Natuurlijk, in de jaren zeventig kregen linkse haarklovers ook voortdurend ruzie met elkaar. We moeten niet denken dat dat nieuw is, maar sommige lessen moeten we elke keer opnieuw leren. Coalities smeed je met mensen met wie je het niet over alles eens bent. Soms moet je lager mikken om raak te schieten. Ik heb het in m’n boek over nobele verliezers: mensen die hun hele leven aan de juiste kant van de geschiedenis staan, maar geen deuk in een pakje boter weten te slaan. Begrijp me niet verkeerd, er zijn ook vandaag heel succesvolle protestbewegingen. Extinction Rebellion vind ik daar een goed voorbeeld van: met heel weinig mensen en middelen superveel aandacht weten te trekken. Politici zijn ook echt in actie geschoten dankzij de klimaatprotesten.

De meest effectieve acties zijn misschien wel de advocaten die naar de rechter stappen voor een ander klimaatbeleid.

Bregman: In Nederland hebben wij Roger Cox. Hij heeft twee van zulke rechtszaken gewonnen, tegen de overheid en tegen Shell. Cox gaf onlangs een indrukwekkend interview in de Volkskrant, waarin hij vertelde dat hij zijn kinderen amper heeft zien opgroeien omdat hij druk was met die klimaatzaken. Dat is een offer dat ik niet zou willen brengen, maar deze man druipt wel overduidelijk van de morele ambitie. Hij is zo’n beetje de Ralph Nader van Nederland, iemand in wiens leven ik me heb verdiept voor mijn boek. Mensen kennen Nader misschien als de politicus die in de Verenigde Staten in 2000 als onafhankelijke kandidaat aan de presidentsverkiezingen deelnam, en zo Al Gore het presidentschap kostte, maar vijftig jaar geleden deed hij heel belangrijk werk. Hij verzamelde rond zich getalenteerde twintigers die voor weinig geld 100 uur per week wilden werken om de wereld te verbeteren. Ze stortten zich op dossiers waar toen niemand anders interesse voor had, zoals luchtvervuiling, en lobbyden voor een betere wetgeving. Op een gegeven moment kwam een derde van de afgestudeerden aan Harvard Law School bij Nader solliciteren. Dat waren anders succesvolle advocaten, consultants of bankiers geworden, maar hij deed hen inzien dat succes in het leven ook iets helemaal anders kan betekenen dan veel geld verdienen. Het is veel spannender om in de geschiedenisboeken te proberen raken dan in de Quote 500. Nader is echt een inspiratiebron voor ons om met The School of Moral Ambition te beginnen.

© DEBBY TERMONIA

Wordt dat iets soortgelijks als wat Nader deed?

Bregman: Ja. Ik droom ervan om cohort na cohort van moreel ambitieuze advocaten, consultants, bankiers én ondernemers de wereld in te sturen die allemaal ergens het verschil kunnen maken. We hebben ondertussen ook een kantoorruimte gevonden aan de Zuidas, het financiële centrum van Amsterdam. Met het boek hoop ik bovendien een soortgelijk effect te hebben als Sheryl Sandberg met Lean in. Ze zette tienduizenden vrouwen aan om het glazen plafond te doorbreken, en samen Lean In-cirkels te organiseren om met elkaar daarvoor strategieën te bespreken. Mensen kunnen via onze website straks ook Moral Ambition Circles organiseren om te kijken waar ze het meeste impact kunnen hebben en welke projecten ze kunnen opzetten. We hebben een curriculum ontwikkeld met les- en leesmateriaal dat daarbij kan helpen. Met fellowships willen we binnenkort ook de eerste mensen op weg helpen om hun leven om te gooien en te strijden voor de goede zaak, maar we hebben nog grotere ambities. We willen volgend jaar naar New York trekken.

Stop u dan als journalist?

Bregman: Ik heb tien jaar als schrijver en journalist gewerkt in wat ik de bewustzijnbusiness noem. Ik schreef stukken over wereldproblemen die volgens mij onderbelicht waren, met het idee dat iemand anders daar wat aan ging doen nadat ik op ‘publish’ had geklikt. Dat viel aardig tegen, moet ik zeggen. Ik ben tot het inzicht gekomen dat ons bewustzijn wordt overschat. We zijn ons bewust van vanalles en nog wat, dat is het probleem niet. Ik heb iets te veel debatavonden in Amsterdam meegemaakt waarvan de conclusie telkens zo ongeveer luidde dat het goed was dat we het er nog eens over hadden gehad. Dit boek zou niet geloofwaardig zijn als ik niet ook zelf iets ging doen, dus de komende tien jaar zullen voor mij echt in het teken staan van zo veel mogelijk impact hebben. Alle opbrengsten van het boek gaan ook naar The School for Moral Ambition. In totaal hebben we ondertussen al meer dan twee miljoen euro opgehaald. We hebben veel geld nodig als we mensen aan de slag willen krijgen: ze moeten wel hun hypotheek kunnen blijven afbetalen. Ik hoor nu weleens dat ik toch tégen filantropie was. Ik ben heel kritisch over de meeste filantropie, veel filantropische projecten zijn onzinnig of heel erg suf. Tegelijkertijd weet ik ondertussen wel dat de meeste grote protestbewegingen in de geschiedenis – van de abolitionisten tot de suffragettes – gefinancierd werden door moreel ambitieuze filantropen.

U was inderdaad de man die op het World Economic Forum in 2019 ‘taxes, taxes, taxes’ riep. ‘De rest is bullshit’, vervolgde u.

Bregman: Ik zou inderdaad het liefst in een wereld leven waar iedereen correct belastingen betaalt zodat de overheid de middelen heeft om de grootste problemen en bedreigingen aan te pakken. Helaas leven we nog niet in die wereld. We moeten daarvoor blijven vechten, maar we moeten nu ook roeien met de riemen die we hebben. Het idee dat het hele systeem moet veranderen, klinkt vaak als een excuus van links om niet zelf iets te hoeven doen. Want wat hebben we allemaal ter beschikking? Tijd, als we op zoek gaan naar een moreel ambitieuzere baan, én geld. Elke vermogende Nederlander of Belg moet een plan hebben om in rap tempo weer van dat vermogen af te raken. Ook de gemiddelde lezer van Knack moet eens nadenken wat hij of zij kan bijdragen aan een betere wereld. Voor mij ligt de norm voor iedereen die ongeveer anderhalf tot twee keer een modaal loon verdient op 10 procent van zijn inkomen dat naar goede doelen mag gaan. Iedereen die nog meer verdient, kan makkelijk nog meer geven. Het wordt tijd dat we het daar onder vrienden over gaan hebben, in plaats van over ons plasticrietjesgebruik: hoeveel geef jij weg voor een betere wereld? Vaak zijn we rijker dan we denken. We leven hier dan ook in een soort gated community. De Nederlander met een modaal inkomen behoort tot de drie procent rijkste mensen ter wereld.

Het ellendige, afschuwelijke leven dat miljarden en miljarden dieren lijden, is voor mij de grootste morele catastrofe van deze tijd.

Wordt net als bij Cox klimaat ook jullie belangrijkste focus?

Bregman: Er gebeurt gelukkig al steeds meer om klimaatverandering tegen te gaan: de allerergste scenario’s, waarbij we als soort uitsterven, zijn heel onwaarschijnlijk geworden. Maar het is niet zo dat we alle technologieën al hebben om die klimaatverandering aan te pakken. Dat wordt wel vaak gezegd, terwijl het feitelijk onjuist is. De landbouw is daar het beste voorbeeld van. We hebben een shitload aan innovatie nodig om de wereldbevolking te voeden zonder dierlijke eiwitten. De alternatieven zijn voorlopig te kleinschalig of gewoon niet lekker en goedkoop genoeg, terwijl we van de industriële veeteelt af moeten om de opwarming binnen te perken te houden. Afgezien van ‘go vegan’-roepen horen we klimaatngo’s daar te weinig over. Ik ben heel enthousiast over het proces van precisiefermentatie (waarbij met plantaardig materiaal hoogwaardige eiwitten voor menselijke consumptie kunnen worden gemaakt, nvdr), ik denk dat we daar sneller oplossingen van zullen zien dan van kweekvlees. We hebben alleen ondernemers nodig die die techniek proberen opschalen.

Even terzijde: in België zal het tijdens de verkiezingscampagne onvermijdelijk opnieuw gaan over de verlenging van de levensduur van onze kerncentrales: voor sommige partijen is dat een no-brainer om het klimaatprobleem aan te pakken, terwijl het voor de groenen nog altijd heel gevoelig ligt.

Bregman: Statistisch gezien is kernenergie de veiligste vorm van energie. Het probleem is dat het te duur is. Je hebt van die nucleaire bro’s die links beschimpen voor zijn afkeer van kernenergie, maar ondertussen vinden ze het zelf ook moeilijk om met een nuchtere blik te kijken naar hun favoriete energiebron. Dat gezegd zijnde: kerncentrales die goed functioneren nu sluiten, is een vorm van klimaatontkenning. Schrijf dat maar op. Dat is echt waanzin. Groene partijen moeten even hun afschuw doorslikken, anders zien ze niet in wat voor noodtoestand de klimaatopwarming echt is.

U strijdt al langer tegen de bio-industrie. Wordt dat een gevecht dat met morele ambitie te winnen valt?

Bregman: Het ellendige, afschuwelijke leven dat miljarden en miljarden dieren lijden, is voor mij de grootste morele catastrofe van deze tijd. Ik weet ook niet of ik het einde daarvan nog zal meemaken. De strijd wordt vaak vergeleken met de strijd tegen de slavernij. De negentiende eeuw was de eeuw waarin de slavernij werd afgeschaft, maar het was ook de eeuw waarin eerst de trans-Atlantische slavenhandel een absoluut hoogtepunt bereikte. Ik denk dat we deze eeuw de strijd tegen de bio-industrie zullen winnen, maar dit wordt ook de eeuw waarin het grootste aantal dieren daaraan geslachtofferd wordt. Maar er zijn natuurlijk ook nog genoeg andere wereldproblemen die onze aandacht verdienen. Je kunt naar buiten kijken en jezelf helemaal de put in praten. Je kunt er ook als moreel ambitieuze ondernemer naar kijken en denken: wauw, er is nog heel veel te doen.

Ralph Nader deed advocaten, consultants en bankiers inzien dat succes in het leven ook iets anders kan betekenen dan veel geld verdienen.

Waar wilt u nog meer werk van maken?

Bregman: De tabaksindustrie is het eerste wat bij me opkomt. Dat is onderbelicht geraakt, terwijl die industrie wereldwijd alleen maar is blijven groeien. In de 20e eeuw zijn er zo’n honderd miljoen mensen aan roken gestorven, dat kunnen er deze eeuw wel eens één miljard worden volgens experts. Maar de doden vallen nu vooral in lage- en middeninkomenslanden. Ik ben er tot in mijn botten van overtuigd dat die industrie kapot moet. In al die landen zouden we misschien rechtszaken kunnen opstarten. Of nog een voorbeeld: loodvergiftiging. Onlangs stelde een studie dat dit wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak is bij kinderen. Ik weet niet of Knack er ooit over heeft geschreven, maar De Correspondent heeft daar zelden aandacht aan besteed. We hebben een legertje aan lobbyisten, advocaten en activisten nodig die ervoor zorgen dat de wetgeving die er is wordt gerespecteerd, of die lobbyen voor betere gezondheidsregels.

Er zit wel heel weinig politiek in uw verhaal: daar verwacht u klaarblijkelijk niet veel meer van.

Bregman: Er zit juist heel veel politiek in mijn boek. Ik maak het alleen persoonlijk. Links vindt vaak alleen heel abstracte ideeën echte politiek.

Ik bedoel partijpolitiek. Ik zou misschien tegen idealistische mensen zeggen: ga alstublieft de politiek in, daar is talent het hardst nodig.

Bregman: Helemaal mee eens. Het Europees Parlement in Brussel lijkt me dan nog wel de beste plek om te zitten. Daar wordt over zo veel ontzettend belangrijke wetgeving gestemd. We hebben er nog altijd vaak geen aandacht voor, terwijl de impact daarvan zelfs wereldwijd te merken is. Een van de ambassadeurs van onze stichting is trouwens Mpanzu Bamenga. Hij is op z’n achtste naar Nederland gekomen en heeft hier jarenlang ongedocumenteerd geleefd. Hij heeft uiteindelijk rechten kunnen studeren en werd op een bepaald moment etnisch geprofileerd: op de luchthaven van Eindhoven mochten alle witte mensen doorlopen en werden alle mensen van kleur tegengehouden. Bamenga is daar een rechtszaak tegen begonnen en heeft die gewonnen. Hij wil nu een landelijk verbod op etnisch profileren, en is daarvoor de politiek in gegaan. Sinds vorig jaar is hij voor D66 Kamerlid. Politiek was geen doel op zich voor hem, maar de beste strategie om zijn eigenlijke doel te bereiken.

© DEBBY TERMONIA

Bij de verkiezingen waar hij verkozen werd, werd de PVV ook de grootste partij in Nederland. In Vlaanderen lijkt straks het Vlaams Belang dat ook te worden, en in de Verenigde Staten maakt Donald Trump een goede kans om opnieuw president te worden.

Bregman: Dat zijn allemaal redenen om morele ambitie te tonen. De shit wordt nu wel heel serieus, het speelkwartier is voorbij. Ik ben overigens niet overdreven pessimistisch over de verkiezingen. Collega Jesse Frederik heeft daar een overtuigende analyse van gemaakt voor De Correspondent. De voedingsbodem voor radicaal-rechtse ideeën is eigenlijk al decennia aan het krimpen. In de jaren zeventig waren daar veel meer aanhangers van, maar toen waren er geen politici waar die mensen op konden stemmen. Dat is wel veranderd, dat taboe is weg: vandaag boren politici als Geert Wilders veel makkelijker die reservoirs aan, ook al worden ze kleiner. In Nederland ging de campagne vorig jaar ook nog eens de hele tijd over migratie, en dan is Wilders op z’n best. Linkse partijen kunnen daar haast niets tegen inbrengen, en de centrumrechtse partijen kozen er voor om helemaal mee te gaan in het frame van Wilders: migratie zou het allergrootste probleem van Nederland zijn. Dat is natuurlijk absolute lariekoek. Zolang andere politici hem gelijk geven, blijft Wilders stijgen.

Welk verhaal moeten centrumrechtse partijen dan brengen?

Bregman: Het is niet eenvoudig om iemands denken te veranderen. Eenmaal de dertig gepasseerd, veranderen de meeste mensen eigenlijk niet meer echt van wereldbeeld. Het is wel mogelijk om te veranderen waar mensen over nadenken, maar dan moeten we als media misschien eerst eens stoppen de hele tijd te berichten over elk kleinste nieuwtje rond Wilders of Thierry Baudet. Tegelijkertijd wordt het ook wel moeilijker om het debat van onderwerp te veranderen. Links wil niets liever dan over de ongelijkheden in onze economie te praten, maar in Nederland zijn de meeste mensen een stuk rijker geworden in de afgelopen decennia. Veel mensen kunnen het zich permitteren om hun tijd te besteden met eindeloze debatten over culturele thema’s. Maar ik voel niet de behoefte om met een moreel vingertje te gaan staan zwaaien naar de kiezers van Wilders. Ik wil m’n eigen peers een schop onder de kont geven.

Je kunt naar buiten kijken en jezelf helemaal de put in praten. Of je kunt denken: wauw, er is nog heel veel te doen.

U schrijft in Morele ambitie dat uw boodschap vooral voor jongeren bedoeld is. Eenmaal iemand een vaste baan heeft, en huisje-tuintje-boompje in zicht is, is de zaak meestal al verloren.

Bregman: Dat bedoelde ik plagerig, hoor. Ik hoop dat veel dertigers willen bewijzen dat ik ernaast zit: be my guest, alsjeblieft. We hebben mensen nodig die al veel ervaring hebben en weten aan welke touwtjes ze moeten trekken. Iemand die al jarenlang consultant is bij McKinsey heeft veel nuttige ervaring opgedaan. Dit boek is wel niet bedoeld voor mensen die van loonstrookje naar loonstrookje leven. Leraren, verpleegkundigen, vuilnismensen: zij voeren al een essentieel beroep uit, en hebben echt geen preek over morele ambitie nodig. Maar er is natuurlijk wel iets van waar: dertigers hebben het aanzienlijk moeilijker om hun leven nog om te gooien dan twintigers.

Het kan ook wel ongemeen zwaar zijn: dag-in-dag-uit vechten voor een betere wereld.

Bregman: Ik geef zelf het voorbeeld van Thomas Clarkson, die in Engeland jarenlang campagne voerde tegen de slavernij. Toen hij ongeveer zo oud was als ik, kreeg hij een totale burn-out. Dat is natuurlijk niet zo handig. Je kunt beter elke dag even wat ademhalingsoefeningen doen. Maar bedenk: topadvocaten werken vandaag ook tachtig uur per week. Het is niet dat ze nu wel hun kinderen zien opgroeien. Ik heb liever dat iemand opbrandt terwijl hij het goede doet dan omdat hij een heel drukke bullshit job heeft.

Rutger Bregman

-1988: Geboren in Westerschouwen (Nederland).

-2006 Studeert geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en in Los Angeles.

-2013 Gaat aan de slag bij De Correspondent.

-Auteur van Met de kennis van toen (2012), De geschiedenis van de vooruitgang (2013), Gratis geld voor iedereen (2014), Utopia voor realisten (2017) en De meeste mensen deugen (2019).

-2019: Maakt zich onpopulair in Davos en populair in de rest van de wereld door de verzamelde elite erop te wijzen dat ze haar belastingen moet betalen.

-Presenteert samen met Jesse Frederik de podcast De Rudi & Freddie Show.

-2024: Publiceert Morele ambitie en start The School of Moral Ambition.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content