Welke gevolgen heeft de Oekraïne-oorlog voor de auto-industrie?

Volkswagen in Rusland © /
Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

De brutale inval van het Russische leger in Oekraïne heeft ook zware economische gevolgen, met name voor de westerse en Aziatische autoconstructeurs die in Rusland produceren. Daarnaast zorgt de spectaculaire stijging van de olie- en gasprijzen ervoor dat nieuwe auto’s en benzine of diesel fors duurder worden.

De Oekraïne-oorlog heeft niet alleen dramatische gevolgen op humanitair vlak maar treft ook de automerken die auto’s produceren in Rusland en joint ventures hebben met Russische partners. De kans bestaat dat zij zich (moeten) terugtrekken uit Rusland wat bijvoorbeeld voor Renault Group ernstige consequenties kan hebben. Rusland is de tweede grootste afzetmarkt voor de Franse autogroep. Maar ook voor Hyundai/Kia en Volkswagen Group staat er veel op het spel.

Wie produceert wat in Oekraïne en Rusland?

De autoproductie in Oekraïne stelt weinig voor. Skoda assembleert in Solomonovo, op het drielandenpunt met Slowakije en Hongarije, op beperkte schaal zowat alle modellen van het gamma. In Zaporizja, in het zuidoosten van Oekraïne, bevindt zich ZAZ, ooit de grootste autofabriek van het land maar nu een totaal verouderde site. Hier worden enkel nog Lada Samara’s en kleine vrachtwagens geproduceerd maar sinds de invasie ligt de productie stil.

Anders is het gesteld met Rusland. Het land telt 34 fabrieken waar personen- en vrachtwagens, autobussen en motoren worden gebouwd, in de meeste gevallen met financiële en technologische ondersteuning van Europese, Amerikaanse en Zuid-Koreaanse constructeurs.

In 2020 werden er 1.260.517 personenwagens geproduceerd, dat is 2,1 procent van de wereldproductie en 8,8 procent van de Europese. De verkoop van nieuwe auto’s steeg vorig jaar met 4,3 procent tegenover 2020 tot 1,67 miljoen personenwagens maar dat aantal ligt ver beneden de recordcijfers van 2012 toen 2,8 miljoen nieuwe auto’s in Rusland werden verkocht. Ondanks die terugloop bekleedt Rusland plaats acht in de ranking van belangrijke autolanden en gaat het bijvoorbeeld Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk vooraf.

Renault Group en Hyundai/Kia op kop

Zoals gezegd, Renault Group is de nummer één in Rusland. De Franse autoconstructeur heeft 68 procent van de aandelen in handen van AvtoVAZ dat marktleider is in Rusland. AvtoVAZ – bekend van Lada – bezit in Togliatti de grootste autofabriek van het land en produceerde daar vorig jaar 286.563.000 wagens. In een tweede fabriek in Izhevsk rolden 125.657 Lada Vesta’s van de band. 90 procent van de productie van AvtoVAZ wordt in eigen land verkocht, de rest in Moldavië en Georgië.

In een fabriek in de buurt van Moskou stelt Renault via zijn dochterbedrijf Avtoframos 1.850 mensen tewerk en worden de Dacia-modellen Duster en Nouveau Duster alsook de Renault Kaptur, Renault Arkana en Nissan Terrano voor de Russische markt gebouwd.

In een interview met de Financial Times hield Renault-topman Luca de Meo zich op de vlakte wat betreft de toekomstplannen van Renault Group in Rusland. Hoe dan ook betekent de oorlog in Oekraïne een dikke streep door de rekening van topman de Meo die keihard werkt aan de financiële gezondmaking van Renault Group die in 2020 zware verliezen moest incasseren. De Franse autogroep realiseerde vorig jaar 6 procent van zijn globale omzet in Rusland dat zijn op een na grootste afzetmarkt is.

De Zuid-Koreaanse autogroep Hyundai/Kia is nummer twee in Rusland en verkocht vorig jaar 377.612 personenwagens die in Kaliningrad worden geassembleerd door Avtotor. Dat heeft ook een overeenkomst met BMW dat in Kaliningrad de BMW 3- en 5-reeks alsook enkele SUV-modellen laat assembleren. Een tijdlang zag het ernaar uit dat BMW een eigen fabriek zou bouwen in Rusland, naar het voorbeeld van Mercedes, maar die plannen zijn intussen in de prullenmand beland.

Lees verder onder de foto

null
null© /

De Mercedes-fabriek bevindt zich op een 30-tal kilometer van de Russische hoofdstad, stelt er een 1000-tal mensen tewerk en is sinds 2019 operationeel. Mercedes bouwt er de E-klasse en SUV-modellen voor de lokale markt. BMW en Mercedes samen verkochten vorig jaar zo’n 95.000 auto’s in Rusland.

Volkswagen Group en Stellantis hebben ieder een autofabriek in het Russische Kaluga, zo’n 170 kilometer ten zuidwesten van Moskou, waar ook de automotive toeleveranciers Continental, Visteon en Magna fabrieken bezitten.

Volkswagen Group investeerde meer dan één miljard euro in de fabriek van Kaluga. De Duitse autogroep bouwt er de VW Tiguan en Polo en zorgt voor de eindassemblage van Audi Q7 en Q8-modellen. In 2021 verkocht Volkswagen Group 197.972 auto’s in Rusland.

De Stellantis-site is een joint-venture met Mitsubishi Motors. In Kaluga werden vorig jaar ruim 18.000 bestelwagens van de merken Peugeot, Opel en Citroën gefabriceerd, deels bestemd voor de Europese markt bestemd.

In 2019 leverde de export van auto’s made in Russia 3,3 miljard dollar op. Daartegenover stonden uitgaven ten bedrage van 20 miljard dollar voor de import van onderdelen die nodig zijn om de autoproductie in Rusland overeind te kunnen houden. Voor 2020 en 2021 zijn geen betrouwbare gegevens gekend.

Gevolgen op korte en middellange termijn

Op dit ogenblik is het nog onduidelijk welke gevolgen de financiële en economische sancties tegen Rusland zullen hebben voor de autoproductie aldaar. Welke onderdelen zullen nog mogen geleverd worden aan de fabrieken in Rusland, welke financiële transacties zullen nog toegelaten en/of mogelijk zijn? Zullen de Europese en Aziatische autoconstructeurs Rusland de rug toekeren en op die manier de rode loper uitrollen voor Chinese automerken die nu niet present zijn op de Russische markt?

Pertinente vragen waarop vandaag niemand een antwoord heeft. Veel zal afhangen van de ontwikkeling van het oorlogsgebeuren en de politieke situatie in Oekraïne alsook van de manier waarop de sancties worden toegepast. De kans dat Poetin zelf tot inkeer komt, die houden waarnemers voor verwaarloosbaar klein.

Stijgende olie-en gasprijzen maken autorijden en nieuwe auto’s nog duurder

De oorlog in Oekraïne heeft er intussen voor gezorgd dat de olie- en gasprijzen wereldwijd spectaculair zijn gestegen. De eerste slachtoffers zijn de automobilisten die worden geconfronteerd met recordprijzen aan de pomp. Alles wijst erop dat 2 euro per liter benzine of diesel nog maar het begin is van een hausse waarvan het einde niet in zicht is.

Het is uitkijken naar initiatieven van de regering om de brandstofprijzen onder controle te krijgen. Zal zij maatregelen nemen en zo ja welke, om autorijden min of meer betaalbaar te houden? In ons land bestaat 58 procent van de prijs aan de pomp uit accijnzen en btw-heffingen, het aandeel van de kostprijs van de benzine of diesel bedraagt 29,3 procent. Een kleine 13 procent gaat op aan distributie- en opslagkosten en inkomsten voor de oliemaatschappijen.

De regering kan beslissen om de BTW te verlagen van 21 naar 6 procent of om het zogenaamde kliksysteem in te voeren dat de prijs van benzine en diesel plafonneert door de accijnzen te verlagen van zodra de BTW-inkomsten oplopen door de prijsstijgingen.

De sterk gestegen olie- en gasprijzen jagen ook de productiekosten en dus ook de prijzen van nieuwe auto’s de hoogte in. Autorijden wordt stilaan onbetaalbaar voor normaalverdieners. De oorlog in Oekraïne versterkt die kwalijke evolutie.

Partner Content