Er worden geen slechte auto’s meer gebouwd. Roestvorming komt nog zelden voor en de nieuwe generatie auto’s is ook betrouwbaarder – door de automatisering van de productie en de standaardisatie van onderdelen. Nieuwe auto’s zijn ook veiliger, dankzij een hele reeks rijassistentiesystemen. Die waarschuwen de ver- strooide chauffeur voor naderend gevaar en/of nemen zelf het commando in handen, om een botsing te vermijden of de gevolgen ervan tot een minimum te beperken.
Tot zover de theorie. De praktijk ziet er anders uit. Hoe meer elektronica een auto aan boord heeft, hoe groter het risico op storingen en defecten. Dat hebben vooral de Duitse luxemerken moeten ervaren, tot grote ergernis van hun klanten. De ene keer ligt de schuld bij de toeleveranciers van de elektronische componenten, de andere keer is hoge tijdsdruk de oorzaak.
De nieuwe generatie auto’s heeft ook minder onderhoud nodig. Dat is slecht nieuws voor de doe-het-zelver die van elektronica niks afweet. Voor de kleinste hapering moet die nu de hulp inroepen van zijn garagist, die is omgeschoold tot elektronicaspecialist. De Japanse en Zuid-Koreaanse merken ondervinden minder last van elektronicaproblemen en scoren hoog op het vlak van betrouwbaarheid, dat bewijzen de pechstatistieken van de Duitse automobielclub ADAC. Naarmate het uitrustingsniveau van hun modellen opschuift in de richting van de Duitse (premium)merken, zien we dat ook Toyota en co. niet langer een feilloos parcours rijden. Het aantal terugroepacties vanwege de Aziatische constructeurs is de voorbije jaren spectaculair gestegen.
Soms laat de klant zich te makkelijk misleiden. Zo gebruiken Audi, Seat, Skoda en Volkswagen dezelfde onderdelen, en dat geldt ook voor Citroën en Peugeot of Hyundai en Kia. Toch betaalt de onwetende klant vaak een andere prijs voor hetzelfde product – alleen de look-and-feel zijn anders. Maar dat rechtvaardigt het grote prijsverschil nog niet.
Het prijsverschil wordt bepaald door het imago en de naambekendheid van een merk of de exclusiviteit van een model. Zo staat een VW Passat nog altijd hoger aangeschreven dan een Skoda Superb, en dat geldt ook voor een BMW 7 in vergelijking met een Jaguar XJ of voor een VW Tiguan ten opzichte van een Mazda CX5. De Citroën DS 3 cabrio is een geval apart en de Dacia Sandero Stepway is zonder enige discussie de meest onderschatte auto van het moment. Hij is de goedkoopste gezinswagen met SUV-allures op de markt en scoort meer dan behoorlijk op het vlak van betrouwbaarheid, veiligheid en rijcomfort. Wat wil een mens nog meer?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier