Brussels Motor Show: de formule van kijk- en koopsalon is uniek én succesvol
Terwijl de gerenommeerde autosalons van Frankfurt en Parijs maar om de twee jaar plaatsvinden en worden geconfronteerd met een terugloop van het aantal exposanten, slagen de organisatoren van de Brussels Motor Show erin om elk jaar opnieuw alle merken aan boord te houden. In de onpare jaren ligt de focus op de bedrijfsvoertuigen maar de verschillen tussen een zogenaamd groot en klein salon zijn de voorbije jaren almaar kleiner geworden. Over wat de bezoekers van de editie 2019 mogen verwachten, vertelt ons kersvers voorzitter Jean-Paul Renaux, tot september vorig jaar topman van Renault Benelux.
450.000 bezoekers verwachten de organisatoren van de 97ste Brussels Motor Show tussen zaterdag 19 en zondag 27 januari in de Eeuwfeestpaleizen op de Heizel.
In verhouding tot het aantal inwoners van ons land behoort het daarmee tot de best bezochte autosalons ter wereld. Enkel de Geneva Motor Show scoort beter, traditiegetrouw is Genève in maart the place to be voor alle belangrijke automanagers uit de hele autowereld.
Vanaf 2020 wordt de Brussels Motor Show het eerste autosalon van het jaar omdat de Detroit Auto Show op de kalender verhuist van begin januari naar begin juni. Dat kan op termijn de internationale uitstraling van Brussel ten goede komen.
Minder budget voor stands
De grote autosalons van Frankfurt en Parijs hebben al enkele jaren af te rekenen met een terugloop van het aantal bezoekers én exposanten. Dat almaar meer merken afhaken, heeft onder mee te maken met het succes van het internet en de social media.
Des te groter hun impact, des te meer geld de merken investeren in onlinereclame waardoor er geen geld meer overblijft voor dure stands op de autosalons. Een stand van 2.000 vierkante meter kost gemiddeld anderhalf miljoen euro, personeel en catering inbegrepen.
Om de kosten zo laag mogelijk te houden, gebruiken de meeste merken een stand gedurende meerdere jaren. Die is zodanig geconcipieerd dat hij makkelijk in de breedte of lengte kan aangepast worden, afhankelijk van de voorhanden ruimte op de verschillende autosalons.
In Brussel bedraagt de totale tentoonstellingsoppervlakte dit jaar 60.000 vierkante meter, dat is 2.300 vierkante meter meer in vergelijking met 2017. Vergeleken met twee jaar geleden is het aantal exposanten lichtjes gestegen.
Die positieve evolutie is mede het gevolg van de lage huurprijs per vierkante meter, van het verminderd aantal expositiedagen en de inkrimping van het aantal openingsuren. Het salon opent om 10u30 en sluit de poorten om 19 uur. Daardoor ondervinden de bezoekers geen hinder meer van de ochtendspits op de Ring en voor de exposanten zorgt de aanpassing voor een reductie van de personeelskost.
Door het autosalon met één week te verlaten, kan met de opbouw van de stands na de eindejaarperiode worden gestart wat zich meer dan een slok op een borrel scheelt. Dat alles zorgt ervoor dat alle merken Brussel trouw blijven, een unicum in de autosalonwereld van vandaag.
Droomwereld waar veel te bewonderen en te beleven valt
Op de vooravond van de opening sprak Knack met Jean-Paul Renaux, de kersverse voorzitter van het salon en tot september van vorig jaar de topman van Renault Benelux die als geen ander vertrouwd is met het reilen en zeilen binnen de Belgische en internationale autowereld.
‘Zover mijn geheugen in de tijd teruggaat, herinner ik mij het autosalon van Brussel als een jaarlijks weerkerende uitstap waar reikhalzend naar uit werd gekeken. Tijdens mijn kinderjaren bezocht ik het autosalon in het gezelschap van mijn ouders, nadien van vrienden en collega’s.
‘Naarmate de auto populairder werd, werden de stands groter en luxueuzer. Voor de bezoekers ging en gaat nog steeds een droomwereld open, waar veel te bewonderen en te beleven valt. Ze worden er vriendelijk ontvangen en krijgen, zo gewenst, deskundige uitleg van informanten op de stand bij de modellen waarvoor zij interesse hebben – zonder dat zij onder druk worden gezet om een bestelbon te ondertekenen.
‘In de praktijk worden kandidaat-kopers bijna altijd doorverwezen naar een dealer in bun beurt. Op die manier voorkomen de merken discussies achteraf over de overnameprijs, de financiering of de kleur.’
Kijk- en koopsalon
Jean-Paul Renaux: ‘De combinatie van een kijk- en koopsalon is voor Brussel een succesformule gebleken. Vooral voor de kleinere merken vormt het autosalon een niet te missen afspraak met het grote publiek. De kleine stands krijgen veel volk over de vloer, de bezoekers wandelen van het ene merk naar het andere.
‘Mijn ervaring leert dat de meeste bezoekers in eerste instantie naar de Heizel komen om een compleet overzicht te krijgen van het aanbod op de markt. Dat geldt in het bijzonder voor de modellen met alternatieve aandrijving. Niet zelden ontdekken ze hier merken waarvan ze het bestaan niet eens vermoedden. Pas als ze een overzicht hebben, beginnen ze prijzen te vergelijken.
‘Het bezoek aan het salon is één stap in het kader van een lang besluitvormingsproces. Dat is ooit anders geweest. Wat gebleven is, zijn de zeer voordelige condities tijdens de periode van het salon. Daarbij komen nu de historisch lage rentevoeten en nieuwe vormen van private lease bij.’
Geld lenen kost nog altijd geld, maar minder dan in het verleden. Maar zelfs nu loont het nog de moeite de tarieven te vergelijken en keihard te onderhandelen over de uiteindelijke factuurprijs. De merken staan onder sterke druk. Tijdens de periode van het salon realiseren zij 20 à 25 procent van hun jaaromzet. Een slecht salon is doorgaans de voorbode van een slecht jaar en dat willen de autobazen ten alle prijze voorkomen.
#We Are Mobility
Febiac grijpt het autosalon ook aan om het debat over onze toekomstige mobiliteit aan te zwengelen én de consument te informeren. Jean-Paul Renaux: ‘Ik stel vast dat er vandaag veel wordt gediscussieerd zonder kennis van zaken. Zowel de autoindustrie als de politiek en drukkingsgroepen allerhande vertellen elk hun eigen verhaal. Dat leidt ertoe dat de consument soms het noorden verliest, wie kan hij nog vertrouwen?
‘Dat is net het omgekeerde dat wij willen bereiken. Consumenten en producenten hebben baat bij een open en eerlijk debat over de mobiliteit van morgen. Dat die er komt, daar bestaat geen twijfel over. Maar hoe die er zal uitzien en hoeveel tijd de transitie naar elektromobiliteit en autonoom rijden in beslag zal nemen, daar lopen de meningen over uiteen en blijven nog vele vragen onbeantwoord. In een poging een positieve bijdrage te leveren, heeft Febiac een online platform ontwikkeld dat een antwoord probeert te geven op die vragen. Daarnaast organiseren wij in paleis 10 een mobiliteitsbeurs onder de noemer #We Are Mobility. Bedoeling is om alle vormen van mobiliteit onder de aandacht te brengen.’
Dat #We Are Mobility maar vier dagen duurt (van 19 tot 21 januari) heeft volgens de organisatoren te maken met logistieke problemen. Bij de exposanten gaat het vaak om start-ups die geen 10 dagen ter plekke kunnen zijn.
Dream Cars in paleis 1
Misschien wel de grootste blikvanger van de 97ste Brussels Motor Show vormt de unieke selectie droomwagens in paleis 1, voor het eerst gedurende de volledige duur van het salon te bewonderen. Alle exclusieve automerken zijn present met hun allernieuwste modellen, droomauto’s die je zelden of nooit op straat te zien krijgt. Geen spek voor ieders bek, maar daarom niet minder fascinerend door hun futuristisch design en/of innovatieve technologie. Kijken mag, aankomen niet.
Minder actie, meer reflectie en diplomatie
Het laatste woord krijgt de kersverse voorzitter. Die was tot september vorig jaar topman van Renault Benelux en heeft een operationele job ingeruild tegen die van voorzitter. Hoe bevalt de switch?
Jean-Paul Renaux: ‘Tot vorig jaar bestond mijn job erin zoveel mogelijk auto’s te verkopen en Renault een zo groot mogelijk marktaandeel te bezorgen. Daar ben ik redelijk goed in geslaagd: sinds 2014 is Renault in België onafgebroken marktleider bij de lichte bedrijfsvoertuigen, vanaf 2015 drie jaar op rij nummer één bij de personenwagens. In 2018 behaalde Groupe Renault met Renault en Dacia een marktaandeel van 14,8 procent bij de verkoop aan particuliere klanten. Met de Clio, Captur, Sandero en Duster hadden Renault en Dacia vier modellen in de top 10 van meest verkochte wagens op de Belgische markt. In mijn nieuwe hoedanigheid ben ik de automobielsector trouw gebleven maar heb ik een opdracht met een meer maatschappelijke inhoud die minder actie maar meer reflectie en diplomatie vergt. Alles komt op zijn tijd.’
p>
Praktische info h2>
Openingsuren p>
-zaterdag 19 tot zondag 27 januari van 10.30 tot 19 uur p>
-avant-première op vrijdag 18 januari van 13 tot 24 uur p>
-nocturnes (tot 22 uur) op maandag 21 en vrijdag 25 januari p>
-salon #We Are Mobility (paleis 10) van vrijdag 19 tot dinsdag 22 januari p>
Ticketprijzen p>
-volwassenen: 15 euro p>
-kinderen (6 tot 12 jaar): 9 euro p>
-kinderen (0 tot 5 jaar): gratis p>
-supplement Dream Cars: 5 euro p>
-groepen (15 personen): 180 euro p>
Onlinetickets p>
krijg gratis toegang tot de tentoonstelling Dream Cars door op dinsdag 22, woensdag 23 of donderdag 24 januari het salon te bezoeken én vooraf uw ‘Bonus Pack’ – ticket te kopen via het onlineverkoopplatform p>
Top 10 merken verkoop aan particulieren 2018
1. Renault (9,21%, 24.966)
2. Volkswagen (9,18%, 24.890)
3. Peugeot (8,72%, 23.635)
4. Opel (7,02%, 19.027)
5. Ford (5,66%, 15.343)
6. Dacia (5,55%, 15.054)
7. Citroën (5,12%, 13.872)
8. Hyundai (4,75%, 12.891)
9. Toyota (4,42%, 11.991)
10. Kia (4,32%, 11.713)
Top 10 modellen verkoop aan particulieren 2018
1. VW Golf (6.898)
2. Renault Clio (6.547)
3. Dacia Sandero (6.045)
4. VW Polo (5.420)
5. Renault Captur (5.328)
6. Peugeot 208 (5.184)
7. Opel Corsa (5.061)
8. Peugeot 2008 (4.813)
9. Dacia Duster (4.391)
10. Ford Fiesta (4.023)
Autosalon van Brussel 2019
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier