Autodealers klagen over weinig passage en tegenvallende verkoop
Op het autosalon worden in principe geen auto’s verkocht. Kandidaat-kopers worden systematisch doorverwezen naar een dealer in hun buurt voor een allesbeslissend gesprek. Die beschikt daarvoor over een team van goedopgeleide en ervaren verkopers met een grondige productkennis. Dat laatste is nodig om de doorgaans goed geïnformeerde kandidaat-koper van antwoord te dienen. Uit een telefonische bevraging van een tiental dealers van verschillende merken blijkt dat de verkoop tot nu toe tegenvalt.
Het winterweer van de voorbije dagen heeft de autoverkopers in deze cruciale periode van het jaar ongetwijfeld parten gespeeld. Wie niet per sé de baan op moest, bleef liever thuis. Tot grote frustratie van de autodealers. Die klagen in koor over weinig passage in de showroom. En passant verwijzen ze naar de vertwijfeling en onbeslistheid van de sporadische kandidaat-kopers die de koude en sneeuw trotseren.
Begrip voor vertwijfeling van de kandidaat-kopers
‘Wat wil je, de regering heeft er een zooitje van gemaakt!’ De verkopers herhalen de kritiek die we eerder al te horen kregen van Febiac-topman Luc Bontemps. ‘Ons land heeft nood aan een coherent en geconcerteerd beleid op het vlak van mobiliteit en autofiscaliteit, zowel op regionaal als nationaal vlak. Een klein land als België telt drie verschillende fiscale regimes. Dat zorgt voor verwarring en onzekerheid bij de man en vrouw in de straat.’
Heel wat kandidaat-kopers staan inderdaad voor een moeilijke keuze. Voor wie weinig kilometers per jaar rijdt, ligt de oplossing voor de hand. Een benzinewagen is goedkoper dan een diesel, hybride of elektrische auto. Doordat bijna alle merken de cilinderinhoud van hun populaire modellen hebben gereduceerd, is ook de BIV en verkeersbelasting voor de nieuwste generatie benzinewagens gedaald. Bovendien is het verbruik met gemiddeld 10 à 20 procent verminderd in vergelijking met pakweg acht of tien jaar geleden. Wie zich toen een grote auto met een grote cilinderinhoud heeft gekocht, moet nu een veel hogere verkeersbelasting betalen. De inruilwaarde van dit soort wagens is daardoor spectaculair gedaald. Wat een motivatie kan zijn om geen nieuwe auto te kopen. Door de invoering van de WLTP-norm in september van vorig jaar is de CO2-uitstoot licht gestegen, waardoor tal van compacte gezinswagens in een hogere categorie terechtkomen wat resulteert in een verhoging van de BIV, rijtaks en VAA.
Rest- en inruilwaarde van een diesel zijn naar een historisch dieptepunt gezakt
Voor wie jaarlijks 15.000 kilometers en meer onderweg is, liggen de kaarten veel moeilijker. Om de vergroening van het wagenpark te stimuleren, heeft de overheid enkele jaren geleden een einde gemaakt aan het gunstregime voor diesels. Bovendien heeft ze de accijnzen op dieselbrandstof alsook de BIV en verkeersbelasting fors verhoogd. Tot voor enkele jaren was België hét dieselland in Europa: zelfs wie minder dan 10.000 kilometer per jaar reed, pikte graag een graantje mee van de fiscale voordelen waar dieselrijders van genoten.
Van vandaag op morgen heeft de regering daar een einde aan gemaakt. Dat betekende een dikke streep door de rekening van diegenen die uit fiscale overwegingen voor een diesel hadden gekozen. Door het demoniseren van de diesel en het invoeren van een dieselverbod of lage emissiezones in sommige steden is de verkoop van tweedehandsdiesels compleet ingestort. De rest- en inruilwaarde van dieselauto’s zijn naar een historisch dieptepunt gezakt. ‘Waar die inruilwaarde tot voor een paar jaar relatief hoog was, is die spectaculair gedaald. Daardoor is de aankoop van een nieuwe wagen voor vele gezinnen financieel moeilijk haalbaar geworden en blijven ze hun oude, vervuilende auto verder gebruiken. Dat is net het tegenovergestelde van wat de regering wil bereiken,’ zo is te horen.
De onverkoopbare diesels maken ook leaseauto’s duurder. De gemiddelde leaseprijzen liggen 2 à 4 procent hoger dan vorig jaar. Leasebedrijven berekenen hun maandelijkse tarieven op basis van de geschatte restwaarde die ze aan het eind van het leasecontract voor een bedrijfswagen hopen te krijgen. Vele leasebedrijven slaagden er in het verleden in om het gros van hun wagens in Oost-Europa te slijten, maar ook daar is de vraag naar diesels sterk gedaald én bereikt de tweedehandsmarkt er stilaan een verzadigingspunt.
En zelfs voor wie een diesel de meest aangewezen keuze is, is die niet vanzelfsprekend. Particulieren rijden doorgaans zes à acht jaar met hun wagen, maar wie kan voorspellen welke status de diesel dan zal hebben. Zolang de politieke overheden op regionaal, nationaal en supranationaal vlak geen langetermijnvisie en dito beleid kunnen voorleggen, zal de onzekerheid bij de consument blijven bestaan en zal de autoverkoop daaronder lijden.
Ecologische overwegingen komen op de tweede plaats
Terwijl de automerken én de politiek van de vergroening en elektrificatie van het wagenpark een prioriteit maken, ligt de overgrote meerderheid van de kandidaat-kopers daar niet van wakker. Tenminste, dat vertellen ons de dealers die we aan de lijn hadden. ‘Elektrische auto’s maar ook plug-in hybrides zijn voorlopig nog te duur voor de particuliere klant. De financiële incentives van de overheid komen in de praktijk dus ten goede aan bedrijven die zich een groen imago willen aanmeten en hun medewerkers een milieuvriendelijke salariswagen ter beschikking stellen. Die profiteren op hun beurt van een lager VAA. Die regeling geldt echter maar voor een zeer beperkt deel van de bevolking, de overgrote meerderheid blijft hiervan verstoken.’
Particuliere klanten focussen in eerste instantie op de nettoprijs en het bedrag van de maandelijkse aflossing, ecologische overwegingen komen op de tweede plaats. ‘Elke euro telt, wat niet wil zeggen dat alle kandidaat-kopers goed kunnen rekenen. De meesten staren zich blind op het bedrag van de maandelijkse aflossing en houden onvoldoende rekening met de brandstof- en onderhoudskosten en de verzekeringspremie. De wettenmakers in Brussel zijn wereldvreemd en zijn er zich niet van bewust hoe laag het netto-inkomen van de mensen in feite is. Nogmaals, we begrijpen de vertwijfeling en onbeslistheid van kandidaat-kopers en stellen vast dat de maatregelen van de regering een averechts effect hebben.’
Eigen schuld, dikke bult
Misschien moeten de merken de hand ook in eigen boezem steken. Ze afficheren nettoprijzen die enkel in theorie bestaan. Daardoor creëren ze verwachtingen die ze niet kunnen inlossen tegenover de klant. Dat draagt niet bij aan het vertrouwen van de consument ten opzichte van de autosector. Die klaagt nu over minder passage en tegenvallende verkoopresultaten. De merken zijn blijkbaar vergeten dat december 2018 een recordmaand voor hen was en dat de meeste toen al zwaaiden met saloncondities, om hun targets voor 2018 te halen. Twee keer bingo op een rij is van het goede te veel.
Het autosalon valt dit jaar later dan gewoonlijk waardoor de targets voor januari wellicht niet gehaald worden. Normaal gezien eindigen de saloncondities op 31 januari maar nu al staat vast dat die zullen verlengd worden tot midden of eind februari. Dan zal blijken of er inderdaad sprake is van een dip of dipje in de verkoop, en welke merken als winnaar of verliezer uit de keiharde concurrentiestrijd zijn gekomen. Die wordt, zoals gebruikelijk, met alle mogelijke middelen gevoerd. Volgens onze informatie worden leasebedrijven door bepaalde automerken gepaaid met extra kortingen die oplopen tot 2.000 euro per ingeschreven wagen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier