Kamal Kharmach

10 jaar jongerenmedia-agentschap StampMedia: ‘Ze deden meer voor me dan de jeugdwerkers in Borgerhout’

Kamal Kharmach Comedian en presentator

StampMedia viert zijn tiende verjaardag en verhuist naar een groter, nieuw gebouw aan bibliotheek Permeke in Antwerpen. Het jongerenmedia-agentschap versterkt de stem van jongeren. Kamal Kharmach zette er zijn eerste journalistieke stappen.

Ik haat Makakken, maar gij zijt ne goeie. Het is een zinnetje dat veel Vlamingen met andere roots al gehoord hebben. Een heel verwarrende zin, eentje waarin een volle belediging in een half compliment verstopt werd. Want honing werkt alleen bij een zere keel, niet bij een bronchitis.

De eerste keer dat ik dit zinnetje hoorde, herinner ik me nog goed. Ik was vijftien jaar en ik was met notitieblokje en pen in de aanslag op stap op de Meir in Antwerpen. Sprokkelend naar antwoorden op de vraag: ‘Wie is de coolste politicus op dit moment?’ Een vraag waar ik als 15-jarige mee zat. Ik volgde de politek wel, maar ik vond het jammer dat ik weinig leefdtijdsgenoten had waar ik over kon hebben. En toen groeide in mij een missie om te informeren.

10 jaar jongerenmedia-agentschap StampMedia: ‘Ze deden meer voor me dan de jeugdwerkers in Borgerhout’

Maar mijn ouders hadden een probleem. Zij waren niet zo fortuinlijk als het groepje waarover ik wou berichten. Zij snapten niet wat ik wou doen. Journalist worden? Ik moest maken dat ik econoom of advocaat werd. ‘Maar mama, ik wil een camera kopen om dan op straat te filmen over politici. Zo kan ik mijn vrienden op een leuke manier iets bijleren.’ Hun antwoord: ‘En wie gaat die hobby betalen? Wij hebben geen geld om uw school te betalen, en nu verwacht je van mij dat we hobbys gaan financieren?’

Weg camera, hallo notitieboekje, en dan ook geen van Moleskine. Op de Meir sprak ik een ouder koppel aan over de coolste politicus. We babbelden onverwacht lang. Ze dachten dat ik een jobstudent was die enquêtes moest afnemen. Toen ik hen zei dat ik gewoon een jonge was die een blog wou schrijven om vrienden te informeren, opperden ze uiteindelijk de woorden die me naar het traject van de rest van mijn leven zouden zetten. ‘Ik haat Makakken, maar gij zijt ne goeie.’

Trots

Ik voelde geen woede. Integendeel, ik voelde medelijden. Ik heb weinig zelfvertrouwen. En als ze mij al goed vond, dan mist ze Marokkanen die ik eigenlijk veel leuker vond dan mezelf. Toen wou ik niet meer laten zien wie de goede politci waren. Ik wou laten zien hoe cool wij Marokkanen zijn. Ik wou symbool zijn van de Marokkaan die elke Vlaming gewoon als eentje van hun ziet. Om dan duidelijk te maken dat ik niet de uitzondering ben, ik ben de regel.

Maar we hadden geen geld. En nog erger: ik was vijftien en een makak die nog moest bewijzen dat we wél leuk konden zijn. Ik begon te surfen op Google om te zien waar wij Marokkanen trots op konden zijn. Niets gevonden. Media zijn vanuit een specifiek referentiekader geschreven. Ofwel ging het over Marokkanen als last. Ofwel als mensen die het zo moeilijk hebben dat je hen vooral niet tot te veel moet dwingen, omdat je dan al stigmatiseerde.

Ik bergde snel mijn hoop op constructieve etnische berichtgeving, en zocht verder om te zien hoe de media keek naar een ‘jongere’. En dat was ook frappant. Want in een tijd waarin jongeren nog niet Sillicon Valley kolonialiseerden als zijnde volleerden Van Saksen-Coburgers in Congo, waren mensen onder de 26 niet potentieel start-up miljonairs, maar hangjongeren.

De inhoud van kranten was saai, en dan waren ze ook nog eens te duur. Toen waren er nog geen koffiebarretjes waar ik gratis de krant kon lezen terwijl ik van een overprijzde Frapppuccino dronk die ik toen en zelfs nu ook niet echt kan betalen. Toen waren er vooral cafés en daar mocht ik van mijn ouders niet naartoe want daar was alcohol.

Carrière

Ik was teleurgesteld, ik wou de media en de journalisten effectief pijn doen. En net toen ik met mijn papa ging wandelen op de Meir in Antwerpen, zag ik een flyer van StampMedia. Waarin ze letterlijk zeiden dat jongeren de klassieke media maar een stamp onder hun kont moesten geven. Toen begon hetgeen waarvan ik dacht dat het een hobbys was, maar eigenlijk het prille begin van mijn carrière bleek te zijn.

Want StampMedia was niet alleen een jongerenpersagentschap. Ze gingen verder dan wat de jeugdwerkers in Borgerhout voor me deden. De jeugdwerkers in Borgerhout wilden precies alleen gaan schaatsen of hangen in Bobbejaanland. Alsof alleen adrenaline goed genoeg is om Marokkaanse jongeren van straat te houden. StampMedia was anders, ze prikkelden me. Ze gaven mij een doel, ik leerde competenties ontdekken. Ik leerde een sociaal wezen zijn, ik leerde communiceren en samenwerken met blanke Vlamingen. Zij maakten me scoiaal en leergierig. Ze voorzagen me van materiaal die toen onmogelijk te krijgen was in een tijdperk voor er sprake was van vlogs of iPhone-camera’s. En meer nog: ze geloofden in mij.

Een agentschap voor en door jongeren. Ze deden wat ze beloofden. Ik voelde me gehoord. Ze gaven me zelfvertrouwen. Ze gingen daar zelfs zo ver in dat ik als 16-jarige Marokkaanse kerel, de woordvoerder mocht worden. Ze gingen zo ver dat ik als 17-jarige Marokkaan een perskaart kreeg. Ze gingen daar zelfs zo ver in dat ik op hun kosten een pilootje mocht draaien over de problematiek rond etnisch diverse jongeren.

Naar één

Ze hebben samen met mij en Sam Heijens, een toenmalige burgerlijk ingenieur in opleiding, een pilootafleverin voor een TV-programma gemaakt. Dat programma zorgde er onder andere voor dat ik in het vizier sprong van Kathy Lindekens. Jongerenadvisseur bij de VRT en een beetje een scout voor jong talent. Zij zag mijn pilootprogramma ‘Kamal bakt het bruin’ en zo belande dat stukje gepassioneerde amateur-tv op de bureau van een toenmalige producer op het kleine zendertje 12. Die persoon Herta Luyten, is nu aanbodsverantwoordelijke en de persoon dankzij wie ik schermgezicht bij één ben geworden.

Ik haat de media, maar StampMedia, dat zijn de goei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content