Toen ze klein was, stond er in haar dossier : debiel ? Nu verricht ze als orthopedagoge wetenschappelijk onderzoek en is ze kabinetsmedewerkster. ?Ons Viviane heeft altijd geweten wat ze wilde,” zegt haar moeder. ?En ik heb de dingen nooit mooier voorgesteld dan ze waren.”

Vijfendertig jaar geleden bracht Liliane Oosterlinck een gezonde dochter ter wereld. Toen de baby zes weken oud was, kreeg ze meningitis. De ziekte en symptomen waren in die tijd nog vrij onbekend, er ging veel tijd verloren. Viviane : ?Ik heb op sterven gelegen. Ik ben erdoor gekomen maar de gevolgen van de hersenvliesontsteking waren groot. Ik kon niet zitten, ik kon niet slikken, ik kon mijn hoofd niet recht houden. Als kleuter kon ik niet spreken.”

Bijna per toeval vonden haar ouders de weg naar een aangepaste school. Toen Viviane om onduidelijke redenen in het vierde leerjaar in een praktijkklas terecht kwam, merkte een onderwijzeres op dat ze meer in haar mars had. Viviane kreeg individuele begeleiding zodat ze terug mee kon komen in het gewoon onderwijs.

Inmiddels had het Koninklijk Atheneum van de Voskenslaan zijn deuren opengesteld voor gehandicapten. Viviane Sorée besloot de stap te wagen. In de zomervakantie moest ze een zware operatie aan de benen ondergaan maar daarna kon ze aan het secundair onderwijs beginnen. Wég uit het beschermde milieu.

Ze is de middelbare school goed doorgekomen. Toen wachtte haar de universiteit : ontoegankelijke gebouwen op verschillende plaatsen in de stad. Soms kreeg ze hulp van medestudenten. Soms moest ze wachten tot er iemand was die haar naar boven wilde sleuren. Achteraf kan ze erom lachen : ?Op die manier heb ik toch wel in de armen van veel jongens gelegen.”

Anekdote. Toen Viviane in de eerste licentie orthopedagogiek mee wilde op studiereis naar Straatsburg, vond de begeleidende professor, Maria Wens, dat maar niks. Er moest een maatschappelijk werkster mee. Op de bus moest Viviane vastgesjord worden ?Niks daarvan” en na het eerste avondje boemelen werd ze vroeg naar bed gestuurd ?Niks daarvan”. De professor vond dat ze nogal durfde. ?Ja hoor !” In alle drie de licentie-jaren haalde Viviane Sorée het in de eerste zittijd.

Inmiddels had haar moeder iets opgevangen over het nut van computers voor gehandicapten. Viviane volgde studieweken in Engeland en kocht een computer. Door haar verslagen over die studieweken groeide de belangstelling bij de vakgroep-orthopedagogiek voor het onderwerp. Zo creëerde ze meteen haar eigen job. Al vijf jaar werkt ze nu halftijds als navorser op de universiteit mee aan projecten rond de problematiek ?technologie en gehandicapten”.

Sinds september vorig jaar is ze halftijds medewerkster op het kabinet van minister Rufin Gryp van de Brusselse hoofdstedelijke regering, waar ze verantwoordelijk is voor de gehandicaptensector. Bij haar werk wordt ze vergezeld door een individueel assistent : iemand die haar naar Brussel brengt, helpt bij het eten en de gang naar de wc, maar ook administratieve taken zoals opzoeken en klasseren verricht.

In haar vrije tijd is Viviane Sorée ook bestuurslid van de Vlaamse Federatie voor Gehandicapten en politiek actief bij de SP. Ze was kandidate bij de laatste gemeenteraads- en parlementsverkiezingen. In de toekomst hoopt ze niet alleen een doctoraat te halen, maar ook via de politiek een en ander te bereiken. Over thema’s als prenatale diagnostiek wil ze nog wel haar zegje doen.

Haar moeder komt regelmatig tussen in het gesprek om erop te wijzen dat de praktische beslommeringen heel wat complexer zijn dan haar dochter vertelt. Viviane : ?Als ik mijn situatie uitleg, ben ik nuchter en probeer ik er gestructureerd over te praten. Als ik daar emotioneel in zou zijn, overleef ik het niet.”

J. BL.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content