Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Gibraltar was ooit de toegangspoort

van de Atlantische Oceaan naar de

Middellandse Zee en het embleem

van het Britse Empire. Nu nog

een steen in de schoen van de

Spanjaarden en een eksteroog op

Britse tenen. ” Je moet weten,

we zijn zo goed als failliet. “

“DOE geen moeite. Er valt niks te bekijken, behalve een verkommerde camping. ” Jonathan Searle lijkt het, even zeer als zijn bezoeker, te betreuren dat bovenop Cabo de Trafalgar niet eens een momumentje of gedenksteen werd gemetseld om te herinneren aan de roemrijke zeeslag die daar op 21 oktober 1805 voor de Spaanse kust werd uitgevochten. “Eerlijk gezegd : de Spaanjaarden hebben ook geen reden om aan de zeeslag te herinneren, ” geeft Searle toe.

Het handgemeen voor Trafalgar, zo’n 70 mijl ten noord-westen van Gibraltar, was nochtans geen kleinigheid. In enkele uren tijds werd de Frans-Spaanse vloot, geleid door de Franse admiraal Pierre Villeneuve, aan spaanders gehakt. Meteen kon Napoleon, bij gebrek aan vloot, de plannen voor een landing in Groot-Brittannië voorgoed opbergen. Dat de Britse admiraal Horatio Nelson tijdens de slag sneuvelde omver gelegd door een Franse scherpschutter gaf in de loop der tijden de gebeurtenis voor Trafalgar een haast mytische dimensie.

Geen plek ter wereld is historisch zo met Trafalgar verbonden als de Britse enclave Gibraltar, een rotsklomp vastgeklonken aan de zuidelijke tip van Spanje. Vanop Gibraltar, dat in 1713 als gevolg van de Spaanse successie-oorlog en door het Verdrag van Utrecht definitief in Engelse handen kwam, heeft de Royal Navy eeuwenlang de Middellandse Zee en de toegang ertoe gekontroleerd. En na Trafalgar was de Britse dominantie over de wereldzeeën zonder meer totaal. In het museum van Gibraltar liggen de dokumenten en militaire en andere memorabilia die dat aantonen.

Jonathan Searle verdiept zich graag in de woelige geschiedenis van Gib zoals zeevaarders en piloten Gibraltar steevast noemen. Da’s één van de redenen waarom hij zichzelf als bibliotekaris-konservator van de plaatselijke Garrison Library liet aanstellen. Een honoraire funktie, want in werkelijkheid is Searle gepensioneerd en woont hij, zoals de meeste Gibraltarezen, op Spaans territorium in de buurt van San Roque.

VIVA EL SUMMER.

Tot voor enkele jaren leidde Searle The Gibraltar Chronicle, de enige krant in de enclave, the Rock’s daily, gesticht in 1801, door… een Fransman, Monsieur Buisson.

“Buisson was één van de vele Franse vluchtelingen die, wellicht omwille van zijn oppositie tegen Napoleon, vanuit Genua hier een onderkomen heeft gezocht, ” evokeert Searle.

De bevolking van Gibraltar is altijd een multikulturele mengelmoes geweest, want een ankerplaats voor Arabieren, joden, Portugezen, Genuezen, Maltezen, Fransen, Ieren, Engelsen en uiteraard Spanjaarden, die nu onder elkaar een bargoens van Engels en Spaans praten. De lokale reisbureaus adverteren momenteel onder de slogan Viva el summer. De matrones pochen tijdens hun teekransjes over hun kinderen en kleinkinderen die kunnen bogen op “academic credentials tambien en… “

“’t Is hier nooit anders geweest. De naam alleen al, Gibraltar, is een verbastering van het Arabische Djebel Tarik, de rots van Tarik, ” weet Searle. “Aanvankelijk verscheen de Gibraltar Chronicle zelfs in twee talen, Engels en Frans, en naargelang het nieuws bepaalde groepen aanging, liet Buisson sommige artikelen in het Spaans afdrukken. “

“De krant was verbonden met de biblioteek, ” vervolgt Searle. “De garnizoensbiblioteek werd in 1793 gesticht. De krant kwam later. Enkele jaren geleden heeft het Britse leger de biblioteek en alles wat daar aan vasthing, aan de lokale overheid overgedragen. “

De Chronicle, die destijds haar eerste wereldscoop bracht over de zeeslag bij Trafalgar en de, uiteraard heroïsche, dood van de Britse admiraal Nelson, werd enkele jaren geleden afgesplitst en wordt nu beheerd door de redakteurs, onder wie Searles zoon Dominique.

“Met de biblioteek daarentegen wisten ze hier niet wat aanvangen, ” gaat Searle door. “We hebben dan maar een stichting opgezet om het geheel zoveel mogelijk te beschermen. Dertigduizend volumes, vooral literatuur, werden afgevoerd naar de uitleenbiblioteek van de lokale John Mackintosh Trust. We kijken hier nu nog op veertigduizend banden, met daartussen heel wat waardevolle rariteiten maar ook een pak oude, volstrekt waardeloze spullen. “

De auteurs van de toeristische folders willen de toerist doen geloven dat academici from all over the world naar hier komen om de garnizoensbiblioteek en haar omvangrijk Gibraltar-fonds te raadplegen. In werkelijkheid mag de bezoeker al dik tevreden zijn als de huisbewaarder thuis geeft. Searle komt slechts twee keer per week naar Gibraltar om de toch wel schaarse briefwisseling door te nemen en kleine praktische problemen zoals het herschilderen van de balkons en plafonds te regelen een klus voor Britse soldaten die op Gibraltar zijn gelegerd.

De enige vaste klant van de Garrison Library is de plaatselijke bridgeklub, die een onderkomen heeft in één van de ruime leeszalen. Daarnaast geven de colleges van Bournemouth en Poole in één van de bovenzaaltjes het hele jaar door taalkursussen, meestal voor studenten uit de voormalige Britse kolonies. “Zowat de enige bron van inkomsten, ” legt Searle uit. “Voor het overige is het scharrelen om ons boekenpaleis min of meer overeind te houden. “

GRANDEUR.

De Garrison Library, een neoclassicistisch gebouw gelegen aan de voet van de rots langs Governor’s Parade, is samen met de ambtswoning van de Britse goeverneur, nog één van de weinige plekken behalve dan de militaire installaties bovenop de rots die de oude imperiale grandeur van Gibraltar uitademen. In de trapzaal van de biblioteek hangt het portret van kolonel John Drinkwater, auteur van verscheidene nog altijd door bibliofielen nagejaagde klassiekers over de belegeringen van Gibraltar en de Britse vloot.

De koele leeszalen baden in de sfeer van de grootse Trafalgar-periode en zijn droomplekken voor de ware boekenvriend. Hebben Nelson en zijn opvolger Cuthbert Collingwood hier ooit verpoosd ? Searle wil het niet uitsluiten.

Bij een rondgang langs de eindeloze rij van met goud bestempelde kalfsleren ruggen en een speurtocht door de kataloog stoot de belangstellende al gauw op enkele werken waarvoor de bonafide verzamelaar graag een arm of een been in ruil geeft. Zo, bijvoorbeeld, de vierdelige Parijse uitgave (1827-28) van werk van de Belgische prins Charles-Joseph de Ligne of de volledige Boxiana van Pierce Egan, zoals geweten één van de inspirators van Charles Dickens. Maar ook, en dat is toch opmerkelijk voor een garnizoensbiblioteek, bijna alle frivoliteiten van Oscar Wilde in originele uitgave.

Searle zelf hecht meer belang aan de volledige kollektie van Army Lists, de jaarboeken met alle namen van Britse officieren en regimenten en de plaats op de aardbol waar ze gestationeerd zijn. “Da’s nog eens een informatiemijn, ” probeert hij de bezoeker entoesiast te maken. Blijkt dat de biblioteek ook een kollektie bezit met handgetekende kaarten van alle veld- en zeeslagen die de Engelsen ooit leverden. Maar Searle is momenteel de sleutels van de ladekasten met deze kleinoden kwijt.

Even later in ruil voor een glas Lager in de bar van het White’s hotel wil Searle graag bekennen niet te weten hoe het met de biblioteek voort moet. De boeken gaan stilaan kapot aan het klimaat. In de voormiddag, zeker als de levant de wolken vanuit de Middellandse Zee over de rotskam jaagt, ligt het gebouw in een klamme schaduw, na de middag in de blakke zon. De forse temperatuurschommelingen zijn moordend voor al dat papier.

In de House of Assembly, de raad van achttien stadsvertegenwoordigers die volgens de grondwet van 1969 over het wel en wee van de Gibraltarezen waakt, vinden ze de biblioteek iets hinderlijks. Het boekenbezit en het onderhoud ervan is de laatste van hun zorgen. Liefst van al wil de raad het fraaie gebouw te gelde maken, zo snel mogelijk.

De stadsverantwoordelijken hebben hier altijd nogal nonchalant met hun erfgoed omgesprongen. In het museum van Gibraltar ligt een fraai geornamenteerde Egyptische sarkofaag-met-mummie te verkommeren. “Het ding” werd hier ooit uit het water gevist en door de Britse archeoloog Howard Carter geïdentificeerd als afkomstig uit Thebe.

De Man van Neanderthal hoort eigenlijk de Vrouw van Gibraltar te heten. Want jaren voor ze in 1856 in de Duitse Neanderthal-vallei de schedel van een 50.000-jarige opdolven, vonden ze bij werken in de grotten onder de rots van Gibraltar een skelet van één van diens tijdgenotes. De beenderen werden achteloos bijeengeveegd, in een kist gestopt en prompt vergeten tot ze decennia later herontdekt werden.

OFF-SHORE-PARADIJS.

“Je moet weten, ” fluistert Searle, “eigenlijk is Gibraltar zo goed als failliet. Zonder de off-shore-operaties van de plaatselijke banken en de sigaretten- en drugsmokkel, was de tent al lang gesloten. “

Searle, een Canadees met Nederlandse origines, herinnert zich : “Toen ik hier bij de begin van de jaren zestig landde, was er één Barclay’s-bankkantoortje, met twee bedienden. Nu telt de gouden gids van Gibraltar meer dan twee bladzijden met banken en ze zijn er allemaal, Banesto, Bank of Credit and Commerce, Banque Indosuez, Crédit Suisse, ABN-AMRO , en dat voor amper dertigduizend inwoners. Hun transakties lopen in de miljarden. “

De man die voor deze situatie de verantwoordelijkheid mag opeisen, is Joe Bossano. Bossano is niet de naam van een Newyorkse mafiabaas, wel die van de chief minister, de minister-president van Gibraltar.

Deze potige ex-vakbondsman had samen met zijn vrienden gehoopt de ekonomische leemte, gelaten door het vertrek in de jaren zeventig van het gros van het Britse garnizoen, te kunnen invullen met toerisme. De enige uitweg, zo leek het. Want van de uitbouw van een commerciële haven ook al zijn de installaties voorhanden kon door het onophoudelijke geduvel met de Spanjaarden geen sprake zijn. De Spanjaarden hebben er daarentegen van geprofiteerd om Algeciras, aan de overkant van de baai, tot één van de meest aktieve containerhavens van Zuid-Europa uit te bouwen terwijl ze vanuit Gibraltar machteloos toekeken.

“Er werd gerekend op de uitbouw van een nieuw Monaco, ” zegt Searle die destijds als journalist de verschillende peripetieën heeft gevolgd. “Men verwachtte vakantiegangers van het rijkere soort dat zich tegoed doet in de eerste-klassehotels en aan de speeltafels. Er kwam niks van in huis. Wat we nu over de vloer krijgen zijn, dagjesmensen die vanop de Spaanse costa’s een uitstapje maken naar Gibraltar. “

De hele Main Street, de winkelstraat die dwars door Gibraltar loopt, teert op de Britse chartertoeristen die uit zijn op taksvrij foto- en hifi-materieel of de goedkope maar afzichtelijke Dr Martens-boots met de genuine air-cushion sole. Na een uitstapje met de kabelbaan naar de top van the rock om er de staartloze Barbarijse apen te bekijken en te betasten, een vluchtig bezoek aan het Trafalgar-kerkhof en een strooptocht door Main Street verdwijnen de toeristen na het sluitingsuur van de winkels als bij toverslag. Richting Spanje. In hun zog volgen de honderden bankbedienden en kaderleden, die ’s avonds de wat grauwe garnizoensstad ruilen voor hun riantere optrekjes langs de Spaanse kust en daar graag de lange wachttijden aan de La Linea-grenspost voor over hebben.

ONTBIJTWORSTJES.

De hotels van Gibraltar teren grotendeels op buitenlandse zakenlui die daar met hun plaatselijke advokaten of zaakgelastigden een dag of wat komen overleggen in verband met hun off-shore-vennootschappen. Want in Gibraltar hebben ze aan het begrip off-shore een nieuwe betekenis gegeven. Als je de specialisten mag geloven, is Gibraltar de droom van elke zwartverdiener en financiële sjoemelaar, die er bovendien van alle wettelijke Britse bankgaranties geniet. “De Europese Unie heeft dat soort variatie in fiskale mogelijkheden nu eenmaal nodig, ” betogen de lokale bankiers in hun vakbladen. “Gibraltar is het fiskaal ventiel van Europa. “

Klinkt dapper, maar intussen wordt Gibraltar zo stilaan het financiële Dodge City van de Europese unie. Alles kan, alles mag in Gibraltar. Je kan er zelfs een verblijfsvergunning kopen met alle fiskale voordelen daaraan verbonden zonder ooit één voet in de enclave te zetten. Honderden Britten, maar ook Spaanse vastgoedmakelaars genieten van dit statuut. Ze wonen en verdienen in Malaga, Algeciras of Cadiz, en stapelen hun winsten, omzeggens onbelast, in Gibraltareze kluizen. De Britten die langs de Spaanse costa del crime verblijven, komen er hooguit één of twee keer per maand in het lokale Safeway-grootwarenhuis een nieuwe voorraad ontbijtworstjes en bacon inslaan. Want Gibraltar blijft een Engels provinciestadje met alles erop en eraan, overgepoot in een Andalusisch decor.

De luchtlijnen met Londen, de enige rechtstreekse verbinding met de rest van Europa, zijn slechts leefbaar omdat Gibraltar een tussenstop is op de vlucht naar en van het Marokkaanse Tanger of Marrakesj. Het luchthavengebouw is dan ook niet veel groter dan een busstation. De landingsbaan van Gibraltar ligt, als een betonnen vliegdekschip, dwars over de landengte die de stad met het Spaanse vasteland verbindt precies op de plek waar de oude hippodroom was gesitueerd , en vormt een kruispunt met de weg naar de Spaanse grens. Om het Spaanse luchtruim zoveel mogelijk te ontwijken moeten de aanvliegende en opstijgende toestellen vaak haarscherpe maneuvers uitvoeren, met alle ongemakken vandien voor de passagiers.

Op 4 juli 1943 verdween hier het toestel met de Poolse generaal Vladislav Sikorski, voorzitter van de Poolse regering in ballingschap, in de golven. Waarmee zowel Winston Churchill als Josif Stalin een lastige klant kwijt waren. Wat achteraf tot tal van wilde spekulaties aanleiding gaf. Zo blijft de lokale schrijver en dilettant-historicus Reg Reynolds volhouden dat de Britse dubbelagent Kim Philby achter de aanslag zat.

MORISCO’S.

Wie tijdens de jongste wereldoorlog na een verblijf in Gibraltar letterlijk uit de lucht werd geschoten, maar dan door de Duitsers, was de Britse akteur Leslie Howard, ster van Gone with the wind. Gibraltar krioelde in die jaren van agenten en spionnen. Tijdens zijn bezoek aan de Rots was Howard vergezeld van zijn vriend en boekhouder Alfred Chenhalls, een heuse dubbelganger van Churchill. Een vergissing van de Duitse Abwehr, die meende dat Churchill in het vliegtuig zat, kostte Howard het leven.

De truuk met het luchtruim is sinds jaar en dag één van de vele pesterijen van de Spanjaarden, die nooit de bezetting van Gibraltar door de Britten hebben verteerd. Voor de Spaanse overheid valt de Britse enclave buiten het EU-territorium. Vandaar de trage en uiterst scherpe grenskontroles. Die van Gibraltar beschouwen zich dan weer als volwaardige Britten, zij het dan met enige autonomie, en beroepen zich op alle voordelen die de EU ze biedt. Soms zetten ze op Gibraltar de EU-direktieven ook naar hun hand, bijvoorbeeld om de paar duizend Marokkanen die op Gibraltar verblijven aan de deur te krijgen. De Gibraltarezen baseren zich op het EU-burgerschap om aan de werklozensteun en pensioenen van die gastarbeiders te knabbelen. Kwestie van ze naar huis te dwingen. De Marokkanen houden nu al een aantal weken voor het huis van de Britse goeverneur een protestwake. Maar geen hond lijkt zich hun lot aan te trekken. De Marokkanen dreigen de Morisco’s de Moorse kristenen die door het 16de-eeuwse katolieke Spanje hardhandig werden uitgewezen van Gibraltar te worden.

In het Verdrag van Utrecht staat overigens nadrukkelijk dat er, ook onder de Britse bezetting, geen Moren en joden in de enclave mogen verblijven. Een regel die de Britten altijd aan hun laars hebben gelapt, want zowel de Marokkanen als de joden zorgden hier door de eeuwen heen voor de aanvoer van levensmiddelen voor de militairen en hebben zodoende de Britse aanwezigheid mee in stand gehouden.

Tot in 1968, toen Spanje de grens met Gibraltar dichtspijkerde en duizenden Spanjaarden van hun regering geen toelating meer kregen om in de Britse enclave te werken, staken in amper veertien dagen tijd drieduizend Marokkanen met hun familie de Straat van Gibraltar over om de plaats van de Spanjaarden in te nemen.

Tot voor enkele jaren trokken elke nacht illegale migranten vanuit Marokko de zeeëngte over, meestal richting Spanje, op zoek naar de vleespotten van Europa. Die mensensmokkel, veelal georganizeerd vanuit Gibraltar, was hier een biezonder lukratieve bezigheid. “Maar die handel is kompleet stilgevallen, ” weet Searle. “Ze beseffen inmiddels ook in Marokko dat het goud hier niet op de straat ligt en dat ze in de EU vaak niets dan miserie wacht. In Algeciras hebben ze onlangs berekend dat heel wat van de Marokkaanse gastarbeiders, die in de zomermaanden naar hun thuisland reizen, niet meer terugkeren. “

DIRECT RULE ?

De Britten van hun kant zitten almaar meer met Gibraltar verveeld, alleen al omwille van de Spaanse aantijgingen in verband met witwasoperaties van de Gibraltarese banken en de florerende drugssmokkel. Sommige Gibraltarezen beginnen zelfs te vermoeden dat de Britten de enclave liever kwijt zijn.

Militair stelt de rots niets meer voor. In Rota, even boven de Spaanse havenstad Cadiz, hebben de Amerikanen een militaire observatie- en luisterpost die oneindig meer gesofistikeerd is en alleszins veel doeltreffender dan de militaire prullaria waarmee de Britten de straat van Gibraltar bewaken. En zelfs de Amerikanen willen nu hun basis in Rota aan de Spanjaarden overdragen. Het observeren van de in- en uitgangen van de Middellandse Zee kan veel goedkoper vanuit de ruimte. En om de weke Europese onderbuik te beschermen, volstaat de gigantische Navo-marinebasis in Napels ruimschoots.

Onlangs nog in een brief aan The Times zegde de Britse minister van Buitenlandse Zaken Douglas Hurd de Gibraltarese minister-president Bossano de wacht aan. Gibraltar moet financieel orde op zaken stellen, de Europese direktieven in verband met bank- en wisseloperaties stipt naleven en een einde stellen aan de smokkelaktiviteit tussen Noord-Afrika en Spanje. Zoniet dreigen de Britten met direct rule met andere woorden direct bestuur vanuit Londen, net als in het verleden. Hoewel, die direct rule werd in wezen nooit opgeheven. Niet alleen kan de Britse goeverneur zijn veto laten gelden tegen alle wetten die door de House of Assembly worden gestemd. In werkelijkheid blijven de Britten de baas. Dat werd duidelijk gedemonstreerd op 6 maart 1988 toen de plaatselijke politiechef Joseph Canepa voor een korte duur zijn gezag moest overdragen aan de speciale Britse legereenheid SAS (Special Air Service), die in Gibraltar neerstreken om er drie Ira-kopstukken uit te schakelen. Canepa verwachtte de arrestatie van de drie ; de SAS’ers schoten de drie voor alle zekerheid neer. Een Gibraltarese jury oordeelde achteraf dat het omleggen van de IRA-leden volstrekt “lawful” was.

Maar de gedachte aan rechtstreeks bestuur vanuit Londen is ondraaglijk voor Bossano. Al beseft de minister-president dat er in de enclave één en ander loos is. Hij kan er trouwens niet naast kijken. Eén van de bezienswaardigheden in Gibraltar is de jachthaven met een paar honderd speedboten, stuk voor stuk uitgerust met krachtige Evinrude-motoren. Tijdens de dag paraderen de eigenaars van deze “pleasure crafts” met hun boom-cars door de stad. Eens de avond gevallen, scheren ze met hun opgefokte vaartuigen naar Noord-Afrika om er Winston- en Marlboro-sigaretten of drugs in te laden die ze dan langs de Spaanse kusten droppen. Waarna ze doodleuk de winst bij hun bank in Gibraltar uittellen.

De ruige smokkelaars zijn de rechtstreekse erfgenamen van de Arabische, Engelse en Hollandse zeerovers die van de 15de tot de 17de eeuw deze toegang tot de Middellandse Zee teisterden. De Winston- en Marlboro-men, zoals ze worden genoemd, zijn een gesel voor de Spaanse minister van Financiën die per jaar honderden miljoenen taksen naar Gibraltar ziet verdwijnen. Om nog niet te spreken van de stijgende toevoer van hard drugs. Er gaat geen maand voorbij zonder dat de Amerikaanse Drug Enforcement Agency (DEA) vanuit haar Madrileens hoofdkwartier de Gibraltarese overheid haar diensten aanbiedt in de strijd tegen de drugssmokkel. Steevast volgt het zelfde antwoord : “Blijf maar in Madrid. Niet wij, maar de Spanjaarden hebben een drugsprobleem. ” Alleen het plaatselijke weekblad Vox, een blad “for law and order”, trekt bij monde van boordschutter Eddie Campello wekelijks van leer tegen de gedoogpolitiek van Bossano en zijn maats.

Minister-president Bossano beloofde intussen in het House of Assembly de rotzooi te zullen opkuisen. Maar op het terrein is daar weinig van te merken. Zegt Searle : “Ik ken Bossano een beetje. Ik heb destijds nog met hem onderhandeld in zijn hoedanigheid van vakbondsvertegenwoordiger voor de drukkers van de Chronicle. Niet te doen. Hij zal de zaak rekken tot het bittere einde. Hij valt nog liever dood dan voor de dreigementen van Londen te wijken. “

De komende jaren staan de Gibraltarezen voor de keuze. De volledige autonomie, met alle kwalijke ekonomische gevolgen vandien, of direct rule met het gevaar dat de Britten een overeenkomst sluiten met de Spanjaarden in Hongkong kunnen ze daarvan meepraten. Maar van een aanhechting zonder meer bij Spanje, kan voor de meerderheid van Gibraltarezen geen sprake zijn. In 1967 bij het voorlopig laatste referendum over deze kwestie, op eis van de Spaanse diktator generaal Franco en de VN, verkozen 12.138 kiesgerechtigde Gibraltarezen de band met Groot-Brittannië aan te houden. 44 Gibraltarezen stemden voor een aanhechting bij Spanje. De dag na de bekendmaking van het resultaat zetten onbekenden op het plein voor het huis van de Britse goeverneur 44 reiskoffers neer.

Rik Van Cauwelaert

VOLGENDE WEEK : Marseille : de meest multikulturele stad van Europa.

The Rock, sedert 1713 in Britse handen.

Een stukje Engeland overgepot naar Andalusië.

Zolang de staartloze apen in Gibraltar blijven, geen paniek.

Banken maakten van Gibraltar een belastingsparadijs.

Gibraltar, voor altijd Groot-Brittannië ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content