Volgens een enquête van de VAB reist 56 procent van de Vlamingen per auto, slechts 38 procent verkiest het vliegtuig. De files op de overvolle autowegen en de fors gestegen brandstofprijzen wegen blijkbaar niet op tegen de angst voor aanslagen en kapingen.

De cijfers liegen er niet om: de auto blijft het favoriete verkeersmiddel van de reislustige Vlaming. Dat hij zich deze zomer meer dan eens zal vastrijden in kilometerlange files, ook daarover bestaat geen twijfel. De juliweekends staan immers rood ingekleurd op de druktekalender op de VAB-website. Wie tijdens het ‘zwarte’ weekend van 30 en 31 juli onderweg is, houdt best rekening met stilstaand verkeer en met uren vertraging. Augustus wordt minder druk – behalve in Italië, Oostenrijk en Spanje. De Italianen en de Spanjaarden trekken dan immers massaal naar zee, en de openbare besturen en bedrijven sluiten hun deuren.

Dat is slecht nieuws voor gestrande vakantiegangers, die in augustus bijna nergens terechtkunnen voor een dringende herstelling aan hun defecte wagen. Daarom posteerden de automobielclubs Touring en VAB in het zuiden van Frankrijk een vaste vertegenwoordiger die de pechdienst in Zuid-Europa coördineert.

Auto niet altijd koning

Tussen de automobielclubs Touring en VAB woedt een felle concurrentiestrijd. In 2002 voerden zij nog verregaande fusiegesprekken, maar uiteindelijk bleken de bedrijfsculturen té verschillend om de grote stap te zetten. Sindsdien kruisen beide organisaties opnieuw de degens. Bovendien moeten ze rekening houden met de reisbijstandsverzekeraar Europe Assistance, die zeer bedrijvig is op de Belgische markt. De sterke concurrentie verplichtte hen tot vernieuwend denken en marktgericht handelen. Dat leidde tot het aanbod van een innoverend en gevarieerd dienstenpakket. Omdat de modules inhoudelijk niet overeenstemmen, is een directe prijsvergelijking onmogelijk en moeten wij u het antwoord schuldig blijven op de vraag wie de beste is, Touring of VAB.

Het dienstenaanbod van Touring profiteert van het feit dat de moedermaatschappij deel uitmaakt van een groot Europees netwerk, ARC Europe, dat de grote Europese automobielclubs groepeert en met meer dan 12.000 wegenwachters werkt. Touring focust bovendien op enkele blikvangers, zoals het recht op een vervangwagen gedurende een periode van 21 dagen. VAB speelt korter op de bal en profileert zich sterker op nichemarkten.

Maarten Matienko (VAB): ‘Wij hebben vastgesteld dat de belangstelling voor caravans en campers sterk toeneemt. Dat was voor ons het signaal om een allesomvattende polis uit te werken, die beantwoordt aan de wensen van de klant, en die rekening houdt met het specifieke karakter van campers.’ Hij verwijst zo impliciet naar het verhoogde pechrisico van zulke wagens. Zij worden meestal in kleine series gebouwd, op een onderstel dat aanvankelijk niet voor die bestemming werd ontworpen.

Ook de motoren zijn vaak onvoldoende uitgerust voor hun zware taak. Constructeurs geven de voorkeur aan een kleinere motor vanwege het gewicht. Weegt een camper zwaarder dan 3,5 ton, moet de bestuurder beschikken over een rijbewijs C, D of E. Daarenboven geldt voor een voertuig van meer dan 3,5 ton een maximum toegelaten snelheid van 90 km/u, waardoor het opeens veel minder aantrekkelijk wordt om met zo’n wagen Europa te doorkruisen.

Zowel Touring als VAB ondergingen de voorbije jaren een gedaantewisseling: zij zijn niet langer automobilistenclubs van de oude stempel die altijd en overal voorrang geven aan koning auto. Integendeel, ze bedenken steeds meer globale mobiliteitsconcepten, op maat van de individuele reiziger. Meer informatie hierover kan zowel door leden als niet-leden gratis worden opgevraagd via de websites van de clubs. Wie straks met de auto op reis vertrekt, vindt daar een schat aan informatie – met een dagelijkse update – over de te volgen routes, over wegenwerken onderweg en mogelijke verkeersdrukte, over brandstofprijzen, over toltarieven op de buitenlandse autowegen en in tunnels, maar ook over restaurants, hotels en campings. Wie slim is en zonder al te veel oponthoud naar zijn vakantiebestemming wil rijden, zet de routeplanner van Touring of VAB aan het werk.

In praktijk worden de meeste vragen niet vooraf, maar achteraf gesteld, door gestrande automobilisten. Maarten Matienko (VAB): ‘Technische problemen hebben meestal te maken met het slecht functioneren van de batterij of met vermogensverlies van de motor. De moderne auto’s beschikken standaard over almaar meer zogenaamde ‘comfortuitrustingen’, die allemaal stroom verbruiken. De meeste batterijen zijn daar niet op afgestemd. Het vermogensverlies van de motor is meestal het gevolg van ingebouwde veiligheidsprocedures. Zodra het elektronische systeem een defect detecteert, schakelt de motor automatisch ‘in noodloop’ om ernstige motorschade te voorkomen. Met de juiste diagnoseapparatuur krijgt een garagist de wagen zonder moeite weer aan de praat. Die apparatuur verschilt echter van merk tot merk. (…) Onze helpdesk in Zwijndrecht moet op zo’n moment van op afstand proberen in te schatten of de wagen op eigen kracht kan en mag verder rijden tot bij een garagist van het desbetreffende merk. Bovendien durven Franse garagisten buitenlanders aan het lijntje houden en stellen ze zich soms weinig coöperatief op.’

Kriskras door Europa

Andere vragen en klachten gaan over de hoge brandstofprijzen en toltarieven in het buitenland, over ontoereikende toiletvoorzieningen, over de slechte kwaliteit van de maaltijden in de wegrestaurants en over opmerkelijke prijsverschillen binnen een en hetzelfde land. Een reportageploeg van Knack reisde midden april kriskras door Europa om een en ander ter plaatse te bekijken. Hun vaststellingen vormen een momentopname en zij mogen dus niet worden veralgemeend. Toch geven ze een vrij realistisch beeld van de werkelijkheid. Medewerkers van de Duitse automobielclub ADAC die begin april een gelijkaardig onderzoek uitvoerden, kwamen immers tot gelijkaardige conclusies.

Maandagmorgen, 19 april. We hebben ons voorgenomen om in vijf dagen zeven Europese landen te bezoeken. Van een reis naar de zon is geen sprake, de regen valt soms in stromen uit de hemel. Enkele kilometers voor de grensovergang met Luxemburg raken we een eerste keer in een file, het zal niet de laatste keer zijn. Dat belooft voor wie in juli en augustus naar het zuiden rijdt. Bij elke stop noteren we de brandstofprijzen en maken we een korte inventaris van het eet- en drankaanbod. We inspecteren ook de netheid en de toegankelijkheid van de sanitaire voorzieningen in de tankstations en wegrestaurants. Er bestaat daarvoor geen Europese standaard: een spijtige tekortkoming. We willen ook nagaan of de politie in onze buurlanden snelheidscontroles uitvoert op de autowegen. En zo ja, hoe ze dat doet.

Op de Franse autowegen moet je tolgeld betalen. In ruil worden de wegen goed onderhouden. Dat zet aan tot snel rijgedrag, maar je bent het best op je hoede voor het alziende oog van de gendarmerie. Om hardrijders op het spoor te komen, vergelijkt zij sinds kort de effectieve rijtijd van geviseerde auto’s met de afstand tussen twee péages.

De netheid van de Franse wegrestaurants zorgt dan weer voor een verrassing in positieve zin. Minder opgetogen zijn we over de relatief grote prijsverschillen, waarbij het opvalt dat Carrefour de laagste prijzen hanteert zonder te besparen op de kwaliteit of op de klantenservice.

Spanje blijft in veel opzichten een goedkoop vakantieland. De prijzen vallen best mee, maar de dienstverlening en netheid laten op verschillende plaatsen te wensen over. De voorzieningen voor kinderen zijn gewoon ondermaats.

In la bella Italia vallen we van de ene verrassing in de andere. Eerst slaat het navigatiesysteem compleet op hol, vervolgens spuwt de betaalautomaat aan het tolstation onze Visa-kaart uit, wegens geen overeenkomst met onze Belgische bank. Op de Italiaanse autowegen geldt ‘de wet van de snelste’. Italianen halen langs zowel links als rechts in, de maximumsnelheid wordt naar hartenlust overschreden. Toch loopt het verkeer niet echt vlot. Wegenwerken en ontelbare tolstations veroorzaken veel oponthoud. Desondanks heeft Italië ons hart gestolen. Je kunt immers nergens beter en goedkoper eten, het aanbod is ruim en van goede kwaliteit. Wikkelruimten voor baby’s of een speelhoek voor de wat oudere bambini blijken echter onbestaande in de Italiaanse wegrestaurants, wat dan weer een grote tekortkoming is.

Na de betaling van 8 euro tunnelgeld aan de Brennerpas rijden we Oostenrijk binnen. We houden halt aan het eerste tankstation en kopen het verplichte autowegenvignet. 7,60 euro voor tien dagen. Betaal je met een Visa-kaart, gaat er 8 euro van je rekening. Oostenrijk leeft van en voor het toerisme. Het personeel in de tankstations en wegrestaurants is voorkomend en gedienstig. Voor het gebruik van de toiletten moet worden betaald. Als tegenprestatie wordt alles netjes in orde gehouden. Om het zeer drukke transitverkeer in veilige banen te leiden, voert de politie constant snelheidscontroles uit. Hardrijders hebben geen schijn van kans.

Zwitserland doet zijn naam van onvriendelijk gastland alle eer aan. Eerst moeten we 40 euro neertellen voor een autowegenvignet en daarna wordt onze wagen, zonder aanwijsbare aanleiding, binnenstebuiten gekeerd. Een liter diesel kost net niet het dubbele van de Spaanse prijs. Voor een halve literfles Coca-Cola betalen we 3 euro, in Duitsland kost dezelfde fles 1,30 euro. Wie één kilometer te snel rijdt, gaat op de bon… sans pardon.

In Duitsland geldt in principe geen snelheidsbeperking op de autowegen, maar vergeet het dat je hier overal plankgas mag rijden. Vaste camera’s houden een oogje in het zeil, de foto is gratis, maar voor de snelheidsovertreding moet je flink dokken. Wegenwerken vormen een andere bron van ergernis. Zij houden het verkeer om de haverklap op. Het warme-maaltijdenaanbod in de Duitse wegrestaurants is beperkt, de prijzen voor schnitzel en worst – in alle formaten en kleuren – blijven binnen de perken. Voor het gebruik van de toiletten moet je betalen, de sanitaire voorzieningen worden goed onderhouden en je kunt bijna overal over douches en wikkelruimten voor baby’s beschikken. Een enkele keer kunnen kinderen terecht in een kleine openluchtspeeltuin in de onmiddellijke nabijheid.

Het vliegtuig is goedkoper

Vrijdagavond, 23 april. Na een marathon van meer dan vierduizend kilometer passeren we moe, maar tevreden de Belgische grens. Tijd voor een balans: de autowegen in de traditionele vakantielanden kunnen het verkeer niet meer aan. Daardoor verhoogt het risico op ongevallen en gaat kostbare tijd verloren. Maak je een optelsom van alle kosten (brandstof, verzekering, tolgelden, restaurant en eventuele overnachtingen onderweg), kom je tot de slotsom dat het vliegtuig in veel gevallen goedkoper is én veiliger. Geef je toch de voorkeur aan de eigen wagen, bereid je dan goed voor. Is je wagen uitgerust met een navigatiesysteem, vertrouw er nooit blindelings op. Geen enkel systeem werkt feilloos, zelfs de allerlaatste update is soms achterhaald. Vertrek daarom nooit zonder een wegenkaart van recente datum. En wil je onderweg een lekkere hap eten, zoek dan een leuk restaurantje in de omgeving van de autoweg.

Door Urbain Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content