Steroïden bij Johan Museeuw, groeihormoon bij Mario De Clercq, amfetamines bij de bondscoach en een halve apotheek bij Frank Vandenbroucke. Het wielerpeloton slikt

Ze wilden er zoals gewoonlijk weinig over kwijt bij het Kortrijkse parket. Enkel dat drievoudig wereldkampioen veldrijden Mario De Clercq anderhalf uur lang ondervraagd was over een flaconnetje somatropine. Dat groeihormoon was in beslag genomen bij de veldrijder thuis in Wortegem-Petegem. Maar zelfs die karige commentaar zet alle andere renners in het dossier-Landuyt duchtig in de wind.

‘Gebroodroofd voor een paar onnozele telefoontjes’ schreeuwde Jo Planckaert een week geleden, nadat de disciplinaire commissie van de Belgische Wielrijdersbond (BWB) hem vier jaar had geschorst voor ‘dopinggebruik met voorbedachten rade’. En niemand die Planckaert kon tegenspreken, want de renners hadden bij monde van Jozef Lievens, de advocaat van Johan Museeuw, geëist dat de zaak achter gesloten deuren behandeld zou worden. Elke publieke reactie van het bondsparket of van de commissievoorzitter kan daardoor als een procedurefout uitgelegd worden. En dus weet behalve de betrokkenen niemand precies wat er in de zeven klasseermappen zit waarop de disciplinaire commissie haar uitspraak heeft gebaseerd.

De zeven mappen zijn het afgesplitste deel van een gerechtelijk onderzoek naar de praktijken van José Landuyt en de Oost-Vlaamse wielerverzorger Herman Versele. Het werd in april 2003 opgestart, nadat een ander onderzoek – volgend op een klacht van een collega-veearts over de handel in verboden dierlijke hormonen – had uitgewezen dat Landuyt veelvuldig contact had met wielerprofs Johan Museeuw, Jo Planckaert, Chris Peers, Mario De Clercq en eliterenners zonder contract Nico Hendrickx en Olivier Penney.

Volgens verschillende bronnen zou in slechts enkele processen-verbaal uit die zeven mappen sprake zijn van verboden producten gevonden bij de renners. Eén proces-verbaal gaat over de aranesp-bijsluiter en de somatropine-flacon bij De Clercq, een ander meldt hoe speurders bij Museeuw het spierversterkende corticosteroïde dexamethason aantroffen; en een derde beschrijft hoe er bij een eliterenner zonder contract lege spuiten van epo en aranesp werden gevonden.

De amateurwielrenner bij wie de spuiten werden aangetroffen, legde volledige bekentenissen af. Zo noemde hij Landuyt en Versele als de tussenpersonen die epo en aranesp voor hem invoerden uit Italië, Frankrijk en Duitsland. Bovendien vertelde hij over de codetaal waarin hij met Landuyt converseerde: binnenbanden duidden op inspuitingen in de aders, wespen verwezen naar de superepo aranesp, een wasmachine naar de centrifuge waarmee renners hun hematocriet opmeten, de hoeveelheid rode bloedlichaampjes in hun bloedbaan. Ook José Landuyt zou in het dossier al gedeeltelijke bekentenissen hebben afgelegd, maar daarbij geen wielrenners met naam hebben genoemd.

Verder zou de inhoud van de mappen zich beperken tot de woordelijk uitgeschreven versies van ettelijke ellenlange telefoongesprekken over wespen, binnenbanden en wasmachines die Museeuw en co met Landuyt hebben gevoerd, en van de talloze sms’jes die de renners met Landuyt uitwisselden. ‘Puur strafrechtelijk’, zegt een bron die het dossier kent, ‘ontbreken de argumenten om de renners te straffen.’

Gelukkig is een disciplinaire commissie geen correctionele rechtbank. Het is een tuchtorgaan dat de dopingreglementering van de Union Cycliste Internationale (UCI) moet toepassen, en dat aan de zeven vuistdikke dossiers een stevige kluif heeft. Dat de renners zich onafhankelijk van elkaar van dezelfde codetaal bedienden in hun contacten met een van hormonenhandel verdachte veearts, maakt hen in de ogen van elke weldenkende mens verdacht. ‘Maar er waren ook andere elementen in het dossier’, zegt voorzitter Achiel Luyten van de disciplinaire commissie, ‘die ons ervan hebben overtuigd dat de betrokken renners wetens en willens verboden middelen gebruikten.’ Waarna hij weer dichtklapt en zich noodgedwongen achter de gesloten deuren van de tuchtcommissie verschuilt.

Drugsbezit

Getuige de verklaringen van verschillende ex-renners en gepakte dopingzondaars is het wielermilieu vergeven van de verboden middelen. Net nu heeft het gerecht enkele gegidste rondleidingen in de coulissen van dat besloten wereldje op stapel staan.

Wellicht ergens in november buigt de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KIB) van Antwerpen zich over het bijna tien jaar oude dossier-Vansweevelt. Die amateurwielrenner heeft minstens één keer de brievenbus van José De Cauwer gebruikt als doorgeefluik voor de (uiteraard verboden) amfetamines die hij bij zijn Nederlandse dealer had besteld. De KIB moet de doorverwijzing van De Cauwer naar de correctionele rechtbank voor handel in en bezit van amfetamines bevestigen of verwerpen. Het is een symbooldossier. De Cauwer is net als Johan Museeuw cocommentator van de VRT. Hij is ook de mentor van mountainbiker Filip Meirhaeghe, die op acht oktober door de disciplinaire commissie is veroordeeld, én hij is coach van de Belgische wielerploeg.

Rond dezelfde tijd ligt het dossier-Frank Vandenbroucke op de tafel bij de correctionele rechtbank in Dendermonde. Normaal had die zaak volgende maandag ingeleid moeten worden, maar omdat VDB’s advocaat Luc Deleu elders een assisenzaak pleit, zal de zitting wellicht uitgesteld worden tot begin november. Die dag gaat de wielerwereld onherroepelijk met de billen bloot.

Het parket van Dendermonde vervolgt VDB voor drugsbezit, strafbaar volgens een koninklijk besluit (KB) dat in 1974 aan de drugswet uit 1921 werd gehecht. Inhoudelijk laat het dossier weinig ruimte voor twijfel: tijdens een huiszoeking bij Vandenbroucke in Lebbeke in 2002 werd een halve apotheek aangetroffen. Een greep uit het (verboden) arsenaal: Ventipulmin (een clenbuterol dat vooral bij paarden gebruikt wordt, maar dat astmalijders gebruiken om de luchtwegen te openen), eritropoëtine (epo) en Darbepoëtin (de super-epo aranesp), Somatropine, testosteron en Levorenine, een zuivere adrenaline die, o ironie, na een hardnekkige allergische reactie op wespensteken wordt gebruikt. Het helpt ook om het hart na een overdosis weer op gang te krijgen. Verder in de aanbieding bij VDB: een hele rist producten die hij zou hebben gehaald bij de vermeende Luikse dopingdokter Georges Mouton: dehydroepiandrosterone (DHEA, een stof die het lichaam testosteron doet aanmaken), het prohormoon Pregninolone (dat de productie van lichaamseigen steroïden aanwakkert), amfetamine en een piepkleine hoeveelheid morfine.

Wellicht komen VDB en (als hij doorverwezen wordt) De Cauwer er af met milde, voorwaardelijke of alternatieve straffen – en terecht. Maar de discussies zullen open en bloot worden gevoerd, en ze kunnen meer inzicht verschaffen in hoe het in de wielerwereld toegaat.

En misschien brengen ze ook het Kortrijkse parket op ideeën. Dat moet in de komende weken namelijk beslissen of het, behalve met Versele en Landuyt, ook met de renners naar de strafrechtbank wil. Er gaan daar in Kortrijk stemmen op om de zaak ‘op zijn Dendermonds’ in de openbaarheid van een rechtbank te brengen. Kwestie van alle beweringen van de renners voorgoed de mond te snoeren. Op langere termijn zou dat misschien niet eens een slechte zaak zijn voor het wielrennen.

Frank Demets

Volgende maand gaat de wielerwereld onherroepelijk met de billen bloot.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content