Op 1 juli 2002 ging oud-VRT-journalist Walter Zinzen met pensioen. ‘Eenmaal gestopt met werken, moet je die deur dicht doen. En ze moet dicht blijven.’

‘Op een dag kreeg ik een brief van de VRT, met de melding dat ik over een jaar “ambtshalve op rust zou worden gesteld”. Het woord pensioen viel niet eens. Ik werd 65 en móést stoppen. Zo gaat dat.

‘Ik ben inderdaad een van de weinige mensen die het zo lang heeft volgehouden. Ook op de VRT was het uitzonderlijk. Toen (ex-VRT-baas) Bert De Graeve met zijn hervormingen begon – ik was toen bijna 60 – heb ik dikwijls bij mezelf gedacht: laat ze maar doen. Mocht het mij niet meer aanstaan, dan neem ik mijn pensioen en ben ik weg. Dat was zeer geruststellend. Misschien ben ik precies daardoor wel gebleven.

‘Eigenlijk was ik zelfs al volledig voorbereid om op mijn zestigste weg te gaan. Alles was geregeld: ik zou bij het toenmalige NCOS (de overkoepelende vereniging van derdewereldorganisaties) aan de slag gaan. Maar toen bleek ineens dat ik er toch nog 5 jaar bij zou kunnen doen op de VRT. Ik heb daar eens diep over nagedacht. En ik ben tot de conclusie gekomen dat mijn job mij te lief was. Waarom zou ik er vijf jaar te vroeg mee ophouden als dat niet hoefde?

‘Toen ik dan uiteindelijk toch met pensioen ging, had ik de zaken veel minder gepland. Maar ik ben echt van het ene in het andere gerold. Ik was al met Africalia bezig toen ik nog werkte, dus dat ben ik gewoon blijven voortdoen. En voor de rest kwamen er voldoende aanbiedingen binnen om aan de slag te blijven. Dat was leuk. En gemakkelijk bovendien.

‘Ik verwachtte natuurlijk dat ik voortaan meer tijd zou hebben. Dat was vrij naïef van mij, zo bleek achteraf. Ik wilde bijvoorbeeld heel graag opnieuw naar de universiteit gaan. Naar die fameuze seniorencursussen. Ik dacht ook boeken te gaan inlezen voor de blinden, samen met mijn dierbare vriendin. Maar het gaat niet. Iets op regelmatige tijdstippen lukt mij niet.

‘Zolang je werkt, heb je een structuur. Je weet dat je iedere dag een aantal uren met het werk bezig bent. Wat je daarbuiten doet, plan je voor je vrije tijd. Die structuur mis ik. Nu moet ik de ene dag ergens in West-Vlaanderen zijn, later weer vlak bij de deur misschien, om daarna een stukje te schrijven, of misschien wat met mijn boek bezig zijn. Het is allemaal zo versnipperd.’

‘FWWWT’

‘Een boeiender leven nu? Ik ben nu zogezegd wel volledig vrij om te beslissen wat ik doe, maar dat was ik de laatste jaren op de VRT ook. Achteraf gezien waren die laatste vijf jaren de mooiste van allemaal. Iedere week een uitzending, ja dat wel. Maar verder was ik een vrijgevochten vogel. Toch mis ik het nu niet. Ik heb het lang genoeg gedaan. Het is mooi geweest. Zoals Jozef Deleu in zijn afscheidsgedicht schreef: je moet de deur dicht doen. En ze moet dicht blijven. Die oudere gepensioneerden die nog geregeld op hun vroegere werk komen binnenwaaien en de mensen lastigvallen die aan het werken zijn: dat is niet goed.

‘Mocht die wettelijke pensioenleeftijd van 65 er niet geweest zijn, dan had ik misschien nog wel wat doorgewerkt. Niet tot ik erbij neerviel, maar misschien toch nog een paar jaar. Je moet, zeker in de journalistiek, wel het gevoel hebben dat je er nog bij hoort. Dat je niet louter gedúld wordt. Maar ik geef toe: het is niet altijd makkelijk om dat zelf in te zien. En andere mensen, collega’s, zijn meestal te beleefd om het in iemand zijn gezicht te zeggen.

‘Aan een trager ritme beginnen te werken, zoals al door minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke (SP.A) is geopperd, dat zou een oplossing kunnen zijn voor mensen die hun pensioen naderen. Halftijds of zo, zodat je toch wat bezig blijft. Aan de andere kant biedt die verplichte pensioenleeftijd ook een duidelijke cesuur. Ik mopper soms nog dat ik eigenlijk nog wel kon voortdoen. “Waarom ben ik eigenlijk moeten stoppen?” Maar aan de andere kant: je weet het goed op voorhand, je kunt je erop voorbereiden. “Nog zo lang duurt het, dan is het gedaan.”

‘En toch denk ik dat die strikte pensioenleeftijd geen goede zaak is. Niet alleen vertrekken de betrokkenen soms met tegenzin, ook voor de maatschappij betekent het een verlies. Je gooit die ervaring en expertise van de ene dag op de andere weg. Dat is op zich een kapitaal waar de samenleving in geïnvesteerd heeft. Is het wel verdedigbaar dat je mensen die nog bekwaam zijn, die ervaring hebben, die nadenken over dingen, in één klap, fwwwt, onproductief achterlaat?

‘Het lijkt me veel beter als je zelf je moment zou mogen kiezen. Wil je vroeg weg, dat moet kunnen. Wil je later weg, ook. Dan is de geluksfactor van SP.A-voorzitter Steve Stevaert toch wat groter. Niet iedereen wil per se rust, niet iedereen wil per se blijven werken: vrijheid, blijheid. Al mag je natuurlijk niet op je dertigste al met pensioen kunnen gaan.’

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content