De Nederlandse inlichtingenexpert Cees Wiebes bruuskeert het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.

De Nederlandse inlichtingenexpert Cees Wiebes vindt het naar eigen zeggen ‘merkwaardig’ dat de mensen van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag zo gepikeerd reageren op zijn uitlatingen, meer dan een week geleden intussen, op de BBC-radio. Hij had er ‘gewoon iets gezegd wat al meer mensen gezegd hebben’, namelijk dat ook hij vooralsnog weinig harde bewijzen ziet dat de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic aansprakelijk is voor de massamoord in Srebrenica.

In de door de Verenigde Naties tot ‘veilige haven’ uitgeroepen moslimenclave Srebrenica executeerde het Bosnisch-Servische leger in 1995 meer dan 7000 moslimmannen en -jongens. Omdat de Nederlandse VN-blauwhelmen in Srebrenica de massamoord niet konden beletten, gaf de toenmalige Nederlandse regering aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) de opdracht om over de hele geschiedenis een diepgravend rapport samen te stellen. Wiebes, onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam, was een van de auteurs.

Het rapport werd twee jaar geleden al voorgesteld, maar het recente radio-interview met Wiebes veroorzaakte opnieuw opschudding bij de aanklagers in Den Haag. Omdat Wiebes met enig gezag spreekt, en omdat het interview op een cruciaal moment werd uitgezonden – Milosevic is vorige week aan zijn verdediging begonnen.

Enkele dagen na het radiogesprek werd Wiebes bovendien bijgevallen door een andere bevoorrechte waarnemer. De Duitse onderzoeksjournalist Franz-Josef Hutsch had in 1996 nog een interview met de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic, destijds bevelhebber in Srebrenica. Mladic, die nog steeds wordt gezocht door het tribunaal in Den Haag en intussen al jaren ondergedoken leeft, zou toen aan Hutsch hebben verklaard geen bevelen vanuit Belgrado te hebben ontvangen over Srebrenica.

Wiebes beseft goed dat zowel hij als Hutsch een teer punt hebben aangeraakt. ‘Want ook binnen het tribunaal zelf’, weet hij, ‘is er een stevig debat aan de gang over het handhaven van de Srebrenica-aanklacht. En zodra mijn naam nog maar valt, lijken die mensen wel als door een wesp gestoken. De woordvoerster, Florence Hartmann, heeft zelfs allerlei lelijke dingen over mij verkondigd. Maar op basis van ons onderzoek moeten wij nu eenmaal concluderen dat we voor de betrokkenheid van Milosevic bij Srebrenica geen aanwijzingen vinden. En misschien zijn die er wel, maar dan had ik ze graag wel eens gezien.’

U hebt inderdaad niet expliciet gezegd dat er geen bewijs is.

CEES WIEBES: Precies. Ik heb gezegd dat wij nooit bewijzen hebben gevonden dat Milosevic betrokken was of de opdracht heeft gegeven tot de massamoord in Srebrenica. Anderen misschien wel, maar wij niet. Maar anderzijds hebben wij óók ontdekt dat Milosevic zeer verontwaardigd reageerde toen hij over de gebeurtenissen in Srebrenica hoorde, omdat ze zijn politieke plannen dwarsboomden om vrede te bewerkstelligen op de Balkan. Dat laatste hebben we vernomen van Bosnische Serviërs die veertien dagen na de feiten bij Milosevic op bezoek zijn geweest.

Wie hebt u destijds nog allemaal gesproken voor het rapport?

WIEBES: We hebben in totaal met ruim 800 mensen gepraat, gaande van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright tot de weduwen van Srebrenica. Ons team heeft bovendien onderzoek kunnen doen in buiten- en binnenlandse archieven. We hebben het hele VN-archief inzake Bosnië doorgespit en we hebben honderdduizenden documenten vergaard, die afkomstig zijn uit de Bosnisch-Servische legerarchieven.

Het shockeert veel mensen dat u eigenlijk hetzelfde zegt als wat de Servische nationalisten van de harde lijn al jaren roepen.

WIEBES: Ja. Maar misschien hebben ze op dit punt wel gelijk. Alleen, dan is het toch aan het tribunaal om te bewijzen dat ze ongelijk hebben. Ik ben niet te verdenken van een voorkeur voor Servische nationalisten. In ons rapport komen we tot de conclusie dat Milosevic een van de grootste aanstichters is van alle ellende op de Balkan. Maar als je ons vraagt of wij iets hebben gevonden over de betrokkenheid van Milosevic bij de massamoord, de uitvoering of de planning, in Srebrenica, dan moeten wij zeggen: nee, dat hebben wij niet gevonden. En als de Servische nationalisten dat ook roepen, tant pis.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content