Carcoke Zeebrugge, Alvat Buggenhout en villagronden in Zoersel : drie vuile bodems vormen een test voor het nieuwe dekreet.

EIND OKTOBER besliste de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen om de exploitatievergunning van Carcoke Zeebrugge per 8 juni 1996 in te trekken. Ze steunde daarbij op vernietigende rapporten van het Bestuur Milieu-Inspektie (BMI, 7 en 21 juli) van de Vlaamse administratie. Het BMI meldde dat ?voor verschillende punten de bodem en het grondwater zwaar verontreinigd zijn en de koncentraties van verontreinigingsparameters zoals PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen waarvan de kankerverwekkende eigenschappen erkend zijn), minerale oliën, cyaniden, enzoverder, enkele honderden tot duizenden malen hoger liggen dan in een normale bodem of grondwater worden aangetroffen.”

En : ?Volgens de bepalingen van het bodemsaneringsdekreet inzake historische verontreiniging is hier sprake van een ernstige bedreiging en moet het terrein gesaneerd worden. De blootstelling aan PAK’s ten gevolge van bodemverontreiniging wordt nog versterkt door de blootstelling van de werknemers ten gevolge van de industriële processen op het terrein.”

Na negen processen-verbaal in vier jaar tijd weet het BMI waar het schoentje knelt : ?onzorgvuldige exploitatie, gebrek aan voorzorgsmaatregelen en nalatigheid” leidden tot ?ontoelaatbare verontreiniging van lucht, bodem, grondwater en oppervlaktewater.” Omdat het bedrijf weigert 700 miljoen frank te investeren in elementaire maatregelen voor de gezondheid van personeel en omgeving, staan straks 170 werknemers op straat. Enkele jaren geleden doofde Cockerill-Sambre ook al de rookpluim boven de industrieel-archeologische Marly-vestiging in Brussel.

In november werd bekend dat bij het bedrijf Alvat in het Oostvlaamse Buggenhout naar schatting twee miljoen liter giftig afval langzaam in de bodem sijpelt. Journalisten noemden de aanblik van de produktielijn waar het giftige afval afdroop ?hallucinant en schokkend”. De geur van solventen, verf en verval waarde over het terrein. Bij Alvat werden vaten met chemische produkten gereinigd. De 65 werknemers, overwegend immigranten, verdienden hun loon in erbarmelijke omstandigheden. De verbrandingslijn stond er bekend als de Auschwitzlijn. Het bedrijf overschreed de normen opdioxine met 635 keer. Van 1 oktober af is het bedrijf in vereffening. De van de Boelwerf bekende curator Jef Dauwe verklaarde aan de krant De Standaard (6 november) : ?Het staat nu al vast dat de bodemsanering minstens 45 miljoen frank zal kosten.”

In september dook in de Antwerpse lokale pers een bericht op over bodemverontreiniging in Ten Otter, een villawijk in Zoersel. Daar ging eind september al het gerucht dat de wijk op een gifstort was gebouwd en dat het gemeentebestuur dat in de doofpot wilde stoppen. De realiteit was minder schokkend, maar ook hier was de bodem vervuild. Op een toegangsweg naar een oude villa was destijds, toen niemand zich daar zorgen over maakte, asse gestrooid, afkomstig van een metaalfabriek uit het naburige Beerse. De nieuwe eigenaar deed al in 1989 een onderzoek naar de grondvervuiling en signaleerde dat aan de gemeente en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam). Toen de oude eigenaar een stuk vervuilde grond wilde verkopen, kwamen de gemeente en de milieu-inspektie vorig jaar in aktie. De wagen was weer aan het rollen.

Carcoke, Alvat en Ten Otter zijn drie verschillende gevallen van bodemverontreiniging, zeggen inspekteur-generaal Wilfried De Nijs en diensthoofd Eddy Van Dijck van Ovam, belast met de uitvoering van het jonge bodemsaneringsdekreet (zie kader).

WILFRIED DE NIJS : De milieu-inspektie gaf Alvat tot eind 1995 de tijd om de vaten op te ruimen. Wij kunnen ten vroegste deze maand op het terrein. In afwachting daarvan konden wij niets anders doen dan het dossier voorbereiden. Naar het schijnt, is het bedrijf in vereffening.

Wat gebeurt er dan ?

DE NIJS : De algemene verwachting is dat Alvat de vaten niet afvoert, want dat kost geld. Als dat zo is, dan doet Ovam het in de plaats en op kosten van het bedrijf. Alle procedures worden dan aangewend om de kosten te verhalen. Die procedures worden met de lange messen uitgevochten. Maar de kans dat er niets of onvoldoende geld wordt gerekupereerd, is groot. Dan draait de belastingbetaler daarvoor op.

Iemand die net voor zijn faillissement een pak troep in huis haalt, laat de belastingbetaler voor de schoonmaak betalen.

DE NIJS : Ja, wij hebben zo verscheidene strafprocedures lopen, waarbij Ovam zich namens de overheid burgerlijke partij stelt.

EDDY VAN DIJCK : Het dossier Alvat belandde bij Ovam via de milieu-inspektie en de burgemeester. Zij vroegen ons om op te treden. Onze inspekteur heeft een terreinbezoek afgelegd maar wat specifiek de bodem betreft, is er nog niks gebeurd. We zijn nog lang niet aan sanering toe. Het blijft in de eerste plaats om afvalverwijdering draaien. Zo nemen we de hoofdbron van de vervuiling weg. Mocht blijken dat de bodem ook een belangrijke bron van vervuiling vormt, dan wordt die aangepakt. Het zou dus kunnen dat Alvat om een oriënterend onderzoek voor bodemsanering vraagt.

Die kans is klein want het bedrijf gaat in vereffening.

VAN DIJCK : Dan moet Ovam de procedures doorlopen. Uiteindelijk is het een kwestie van prioriteiten en die worden door wetenschappelijke maar ook door sociale faktoren bepaald. Als er veel druk is op een dossier omdat het veel hinder veroorzaakt voor mens en milieu, dan wordt er sneller opgetreden. De sanering kan ook minder prioritair zijn omdat een overnemer eventueel nog vijftig mensen aan het werk wil houden. Ik zeg niet dat het zo loopt bij Alvat, maar deze faktoren zouden kunnen meespelen.

Het zou kunnen dat de vrijstelling van sanering doorslaggevend is voor de overname.

VAN DIJCK : Als het dekreet helemaal van kracht is, dan moet Alvat voor de overname een bodemattest aanvragen en weet de overnemer precies wat hij zich op de hals haalt.

In een kranteartikel had de curator het over een bodemsanering van 45 miljoen frank. Dat zou een overnemer wel nooit willen betalen, dacht hij.

VAN DIJCK : Hoe gefundeerd is dat bedrag ? Dat kan een element zijn in een of ander spel van de curator.

Maar stel dat het 45 miljoen is. Kan het bedrijf daar dan onderuit ?

VAN DIJCK : Neen. Maar de Vlaamse regering kan volgens het dekreet inzake de terugvordering een aantal daden stellen. De overheid kan dus op een bepaald ogenblik beslissen om een last op zich te nemen, ten voordele van X-aantal werkplaatsen, omdat dat misschien goedkoper is dan de sluiting van het bedrijf. Over dat soort zaken gaat niet Ovam, maar de Vlaamse regering. Dat is een politieke keuze.

Kan de politiek beslissen dat er geen sanering komt, of beperkt zij zich tot de overname van de kosten ?

VAN DIJCK : De politiek kan zeggen dat er nu niet moet worden gesaneerd omdat de Antwerpse stortplaats de Hooge Maey en andere dossiers belangrijker zijn. De overheid kan ook zeggen dat ze geen geld heeft. Maar het blijft bij uitstel, geen afstel. Naar milieu kunnen er geen toegevingen worden gedaan, maar de politici kunnen wel financiële keuzen maken.

Niet prioritair, dat was ook de uitleg voor de verkaveling Ten Otter in Zoersel. Toch wonen daar mensen, die hun dossier vanzelfsprekend wel prioritair vinden.

VAN DIJCK : Dit is een van de vele kleine gevallen, waarvan wij de analyses in 1989 binnenkregen.

In vergelijking met grote zaken vindt u dit niet prioritair.

VAN DIJCK : Dit is inderdaad een kleine zaak in vergelijking met de arseenfabriek in Bocholt, de stortplaats Coppens in Middelburg of de verwijdering van zuurteer in Mariakerke. In 1989 besliste Ovam om op het verzoek uit Zoersel niet in te gaan. Want het gaat om niets meer dan een verzoek. Ovam moet alleen marcheren als er een vordering is van, bijvoorbeeld, de goeverneur of de burgemeester. Maar dat gebeurt bijna nooit want wie vordert, betaalt de kost.

Als de burgemeester van Zoersel wil, kan hij vorderen ?

VAN DIJCK : Als hij kan aanvoeren dat de volksgezondheid van de burger in gevaar is. Maar asse die daar al jaren ligt, kan moeilijk plotseling acuut gevaar opleveren. Acuut is een tank die leegloopt en ontploffingsgevaar veroorzaakt.

Hoeveel verzoeken in de stijl van Zoersel heeft u ontvangen ?

VAN DIJCK : Elke gemeente heeft wel zo’n verzoek ingediend, sommige meer dan één. En er zijn 308 Vlaamse gemeenten. Wij hebben ook nog enkele meldingen van het BMI. Voor de inspektie is het werk dan af : zij heeft de analyse gemaakt, het risico berekend en het dossier aan Ovam bezorgd. Het is natuurlijk gemakkelijker om de dossiers door te geven dan om zelf op te treden. Wij zijn altijd de laatste schakel.

Op verzoeken om op te treden, kan u lakoniek antwoorden : dit is niet prioritair en wij doen het niet.

VAN DIJCK : Zo streng zou ik het niet formuleren. We antwoorden : We zullen het dossier aanpakken, afhankelijk van andere prioriteiten. In Zoersel bestaat er weinig gevaar : de asse die er ligt, loogt niet of weinig uit en dus blijft het direkte kontakt met kinderen het grootste risico. Maar de asse ligt onder een laag zand van een halve meter. Dit is geen dringend dossier, al blijft het niet leuk om te weten dat er zo’n asse in uw tuin ligt. Dat is iets anders.

Zal dit soort kleine dossiers in de toekomst sneller worden behandeld ?

VAN DIJCK : In principe niet, want de procedures worden zwaarder. Anderzijds is bodemsanering nu wel prioritair in het Vlaamse beleid. Hopelijk wordt er ook personeel ter beschikking gesteld om het uit te werken. Want het register van verontreinigde gronden dat duizend attesten per dag zal moeten afleveren, vraagt veel werk, zonder dat er veel extra voor het milieu gebeurt. Toch komen er meer onderzoeken en zal er meer ambtshalve worden opgetreden. Hoeveel meer, dat weten wij niet, want door de vergrote aandacht worden er ook meer gevallen gesignaleerd. Nu al krijgen we hier wekelijks verscheidene tientallen dossiers binnen van bedrijven die oriënterende onderzoeken naar historische vervuiling lieten doen. Bedrijven die ons enkele jaren geleden nog zeiden dat er geen sprake van bodemverontreiniging was, komen nu met dikke turven van rapporten aandraven. Historische verontreiniging wordt immers pragmatischer behandeld en dus willen zij aantonen dat hun vervuiling historisch is.

Verdere stappen zijn voor de volgende jaren. Eerst moet de databank worden gevuld en moeten de mensen hun dossiers krijgen. Dan pas kunnen we de dossiers beter opvolgen, aanmanen tot verplichte sanering, of desnoods overgaan tot ambtshalve sanering. In elk geval moeten we de druk op de ketel houden door af en toe ook eens een autokerkhof aan te pakken. Als we alleen de grote bedrijven aanpakken, dan denken de kleintjes dat ze jaren niks moeten doen en dat mag niet beloond worden. Dat is een beleidskeuze, want als we vanuit de inhoudelijke prioriteiten zouden vertrekken, kunnen we ons maar met vijf à tien dossiers bezighouden. Dan moeten we al de rest opzij gooien en alles zetten op de arseenfabriek in Bocholt, de Hooge Maey in Antwerpen en andere superdossiers. Zoersel komt dan bij wijze van spreken nog niet in 2030 aan bod.

Carcoke is een groot dossier van een bedrijf dat zijn sluiting aankondigde. Ovam is daar al met een afvalprobleem bezig, niet met de bodemsanering ?

VAN DIJCK : Nadat de milieu-inspektie ons daarop wees, lieten wij een oud bekken met teerafval, dat zwaar giftig was omdat er veel kwik in zat, door het bedrijf verwijderen. Zo’n duizend kubieke meter afval is naar de industriële afvalverwerking Indaver in Antwerpen gegaan. Dat was het meest dringende, zoals het weghalen van de vaten bij Alvat. Een volgende stap is de bodemverontreiniging. Het bedrijf onderzoekt het hele terrein om de historische vervuiling aan te tonen. Ook de milieu-inspektie heeft daar stalen genomen. Meer kan ik daar voorlopig niet over zeggen, behalve dat Carcoke bereid is om de historische verontreiniging aan te pakken.

Als de historische verontreiniging is aangetoond, wat dan ?

DE NIJS : Jaren geleden was ik bij Carcoke en dat is nogal een vuile bedoening. Normaal moeten zij de bodem saneren. Doen ze het niet, dan doen wij het op hun kosten.

VAN DIJCK : Dat er iets moet gebeuren, ziet iedereen. Maar Carcoke lag er twintig jaar geleden ook al zo bij, en dertig jaar geleden ook. Daarom moet het niet eeuwig duren, maar niemand kan eisen dat daar morgen een zwembad verrijst. Als het dossier Carcoke hier binnenkomt, zullen wij dat beoordelen.

De vraag is of Carcoke uiteindelijk bereid zal zijn om zwaar te investeren in bodemsanering. Datzelfde bedrijf sluit namelijk de deuren omdat het niet in milieumaatregelen wil investeren.

DE NIJS : Carcoke wilde niet investeren om het een beetje beter te doen. Daarom gaat het dicht. Zelfs een niet-specialist ziet dat daar inzake bodemsanering zeer ernstige kosten zijn. Wettelijk gesproken, moet Carcoke die kosten dragen : het bedrijf is de veroorzaker van de vervuiling, want het produceerde daar gedurende tientallen jaren, én het is de eigenaar van het terrein. De vrees bestaat dat het bedrijf sluit zonder te saneren. Dat is denkbaar, want wij denken eraan. Maar precies daarom is de procedure van de bodemattesten ingevoerd. Daardoor kan Carcoke zijn grond niet wettig verkopen, tenzij aan iemand die de saneringsplicht overneemt en daarvoor de financiële zekerheid levert. Wij zullen dit soort dossiers op de voet volgen.

Is dit een test voor het dekreet ?

VAN DIJCK : Zeker voor een bedrijf dat sluit en dus niet failliet gaat. Algemeen geldt : liggen de kosten van sanering lager dan de waarde van het terrein, dan zal er worden gesaneerd. Wanneer de kosten hoger zijn, dan zal een bedrijf minder geneigd zijn om dat te doen. Misschien is het moederbedrijf, Cockerill-Sambre wel bereid om meer te doen, maar dat weten wij niet.

DE NIJS : In de procedures van terugvordering stoppen wij niet snel. Er zijn gevallen van bedrieglijk onvermogen waar op onze klacht een strafprocedure werd gestart. Wij gaan door, zolang het juridisch enigszins mogelijk is.

VAN DIJCK : Er zijn zaken die we niet in de hand hebben. Wij kunnen niet beletten dat een bedrijf failliet gaat, wel nagaan of dat niet bedrieglijk gebeurt. Tot nu toe waren de kontakten met Carcoke goed.

DE NIJS : Toch goed in het oog houden, hoor.

Peter Renard

Wilfried De Nijs (Ovam) : Wij zullen Carcoke Zeebrugge (in beeld) op de voet volgen.

Eddy Van Dijck : Bedrijven die ons voor kort zeiden dat er geen verontreiniging was, willen nu met turven van dossiers de historische vervuiling aantonen.

De overheid kan een sanering op zich nemen om X-aantal werkplaatsen te redden, omdat dat goedkoper is dan de definitieve sluiting van het bedrijf (in beeld : Alvat, Buggenhout).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content