Brice De Ruyver, veiligheidsadviseur van Guy Verhofstadt, reageert op de verklaringen van Marion Van San.

Vorige week al verdedigde premier Guy Verhofstadt in de kamercommissie Binnenlandse Zaken veiligheidsadviseur Brice De Ruyver tegen de oppositiepartijen die vragen hadden bij diens vermeende agitatie tegen de studie van Marion Van San. Brice De Ruyver zelf reageert als door een wesp gestoken op de aantijgingen: ‘Dit is wederom behoorlijk grof. Ten eerste is het niet waar dat ik in die wetenschappelijke begeleidingscommissie wilde zitten. Ik heb geen expertise op het terrein van allochtone jeugdcriminaliteit. Er zijn daarvoor collega’s als Walgrave, Eliaerts en Verhellen die daar beter in beslagen zijn. Verder heb ik Van San gezegd dat mijn zelfs onrechtstreekse betrokkenheid bij dit onderzoek zou worden uitgelegd als politiek gestuurd. Iedereen kende door het werk voor de commissie-Dutroux mijn band met Verwilghen. Daarbij kwam dat er vanaf de aankondiging van dit onderzoek in september 1999, al een enorm spanningsveld rond hing. Mijn betrokkenheid zou daar niet bij geholpen hebben, denk ik.’

Wat betreft het beïnvloeden van het onderzoek stelt De Ruyver: ‘Welk belang zou ik in godsnaam hebben bij het sturen of dwarsbomen van onderzoek van een jonge onderzoekster? Onvoldoende werk? Geld? We hebben hier in Gent sindsdien ruim tachtig onderzoeken gedaan. We verzuipen veeleer in het werk! En zoals ik al zei: wij doen onderzoek op thema’s als drugs, mensenhandel, seksueel misbruik, corruptie enzovoort, maar niet jeugdcriminaliteit.’

Het verwijt dat De Ruyver de onderzoeksopdracht in de herfst 1999 trachtte te wijzigen noemt hij wederom grof: ‘Ik heb hier een brief van Marc Cools, waarin hij schrijft dat alleen hij verantwoordelijk was voor de voorbereiding van dit onderzoek. Welk belang zou ik hebben bij het wijzigen van dit onderzoek? En waarom zou Verwilghen naar een extern persoon luisteren? Zou u dat als minister pikken?’

Een boycot vanuit een anti-Verwilghen-houding dan? ‘Ja, luister: ofwel is mijn band met Verwilghen goed ofwel is hij slecht. Sinds ik voor het kabinet-Verhofstadt werk, heb ik Verwilghen al vele malen bij allerlei concrete zaken gesteund.’

Door Hugo Camps werd in Elsevier gesuggereerd dat er een koude oorlog tussen Verhofstadt en Verwilghen heerst. Misschien is dat een grond? De Ruyver: ‘Ik heb gezegd wat ik heb gezegd. Ten tweede heb ik Guy Verhofstadt voor het eerst rechtstreeks ontmoet in maart 2000 en ben ik een maand later voor hem beginnen te werken. Er is nooit enige interventie geweest door mij of vanuit het kabinet-Verhofstadt, niet voor, niet tijdens en niet na het onderzoek van Van San. Als ze mijn eer blijft bezoedelen, neem ik juridische stappen.’

Hans van Scharen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content