Het plan voor de ‘onafhankelijkheid’ van Kosovo ligt klaar. Alleen Rusland lijkt nog in staat het westerse scenario in de war te sturen.

Op vrijdag 2 februari gaat Martti Ahtisaari op bezoek in Pristina en Belgrado. Hij zal er, wellicht tegen de zin van de Serviërs in, zijn definitieve oplossing voor het probleem-Kosovo aan de betrokken partijen komen voorstellen. Daarmee zal de Finse oud-president een groot deel van de taak vervuld hebben, waarmee de Verenigde Naties hem eind 2005 hebben belast.

De oplossing van Ahtisaari werd vorige week in Wenen bezegeld – weliswaar na een harde discussie – door afgevaardigden van Rusland, de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Bedoeling van het plan is om Kosovo een definitieve en internationaal erkende onafhankelijkheid te gunnen, zonder uitbarstingen van geweld uit te lokken of instabiliteit te creëren in Servië of de rest van de regio.

In de Servische provincie Kosovo, waar etnische Albanezen de grote meerderheid vormen, kwam eind jaren negentig een guerrilla op gang tegen het regime van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. Die zette meteen zijn leger in, dat pas in 1999 door NAVO-luchtaanvallen tot terugtrekking werd gedwongen. Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties installeerde daarop een tijdelijk VN-bestuur, dat tot op vandaag de hoogste autoriteit bezit in de provincie. De veiligheid wordt nog altijd gewaarborgd door een NAVO-legermacht van 16.500 manschappen.

De Kosovo-Albanezen dringen er al jaren op aan om dat ‘koloniale’ bestuur zo snel mogelijk in te ruilen voor een volwaardige onafhankelijkheid, los van het ‘vijandige’ Servië. Eind maart 2004 kwam het zelfs tot zware rellen, waarbij vooral de Servische minderheid en haar orthodoxe heiligdommen het zwaar te verduren kregen.

Ondanks de geheimzinnigheid over het plan van Ahtisaari, lekte een groot deel van het voorgestelde scenario vorige week al uit. Samengevat: in plaats van Kosovo’s onafhankelijkheid expliciet door de Veiligheidsraad toe te laten kennen, zal het Kosovaarse parlement uiteindelijk zelf de onafhankelijkheid moeten uitroepen. De grootmachten zullen daarvoor alleen maar de juiste omstandigheden creëren.

Dat gaat zo: eerst komt er een nieuwe resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die helemaal niet over het statuut van Kosovo spreekt, maar wel resolutie 1244 opheft. Dat moet de Kosovo-Albanezen de mogelijkheid geven om probleemloos zélf hun onafhankelijkheid uit te roepen. Als ze daarbij beloven de Servische minderheid in hun land te beschermen en een stevige, controlerende EU-missie te aanvaarden naar het voorbeeld van Bosnië-Herzegovina, dan zouden alvast de westerse grootmachten, en een heleboel andere landen, het nieuwe Kosovo snel erkennen. In dat nieuwe Kosovo zou de Servische minderheid wel ruime bevoegdheden krijgen inzake onderwijs, politie, justitie en gezondheidszorg, eventueel zelfs deels nog gefinancierd vanuit Belgrado.

Rusland, de traditionele bondgenoot van Servië mét vetorecht in de VN-Veiligheidsraad, zou Kosovo in dat scenario niet diplomatiek erkennen, maar Moskou zou onder bepaalde voorwaarden wel passief met het hele draaiboek akkoord gaan. Servië zelf ten slotte zou, zo beloven de westerse grootmachten, een heel stevige duw in de rug krijgen, zowel politiek als economisch, om het verlies van Kosovo te compenseren.

Of de Servische en Kosovaarse politici het draaiboek ook zullen aanvaarden, is onzeker. Maar zij zullen wellicht moeilijk anders kunnen. De Russen daarentegen kunnen wel nog vervelend doen, door bijvoorbeeld de nieuwe VN-resolutie met hun veto te blokkeren. In die zin ligt het lot van de Kosovaren helemaal in hun handen. Een plan B heeft Ahtisaari namelijk niet. Tot wanhoop van veel diplomaten.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content