De Zweden houden voorlopig vast aan hun nationale munt.

Een schokeffect is er niet gekomen. De hoop van sommigen dat de moord op minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh – vreselijk populair en uitgesproken pro-euro – de stemming alsnog zou doen omslaan, bleek ijdel: 56 procent van de Zweden, een duidelijke meerderheid, stemde voor het behoud van kronen en öres. Eén op de vijf Zweden kon trouwens al niet meer van mening veranderen: zij hadden al per brief gestemd voor Lindh aan haar fatale winkeluitstapje begon.

En zeggen dat het niet eens nodig was geweest, dat referendum. In tegenstelling tot Denemarken en het Verenigd Koninkrijk heeft Zweden het Verdrag van Maastricht zonder aparte clausules goedgekeurd. Alleen de invoering van de euro werd destijds nog even uitgesteld. Het Zweedse parlement besliste dat een ingrijpende beslissing zoals een wijziging van de nationale munt de rechtstreekse instemming van het hele volk vereiste. Niemand in het pro-kamp die zich zorgen maakte over de goede afloop van zo’n stemming.

Ook de socialistische premier Göran Persson was zelfverzekerd, toen hij eind vorig jaar, in de roes van zijn verkiezingsoverwinning, het euroreferendum aankondigde. Zijn optimisme was gerechtvaardigd op dat moment, want het ja-kamp leidde toen de opiniepeilingen, zij het nog maar nipt. Geen probleem, een grote publiciteitscampagne zou de twijfelende Zweden wel over de streep trekken.

Persson zag zich gesteund door topbedrijven zoals Ericsson en Volvo. Het budget van de ja-campagne was volgens insiders dan ook tien keer zo groot als dat van de nee-campagne. De meerderheid van de economen, politici en de bedrijfsleiders spraken openlijk hun steun uit. Gedaan met koersschommelingen, weg met de eeuwige onzekerheid van de kroon, nooit meer aanvallen van beursspeculanten, geen enkele barrière meer voor handel met de eurozone. Voor de Zweedse economie moest de euro er komen, punt.

VERTROUWENSCRISIS

‘Het establishment wil ons iets in de strot rammen’, was een veelgehoorde kreet in de maanden voor het referendum. Weinig Zweden waren opgezet met de arrogantie van het ja-kamp. Zelfs de Griekse minister van Buitenlandse Zaken George Papandreou werd naar Stockholm gesleept om in vloeiend Zweeds – de man leefde een tijdje als politiek vluchteling in het land – de weldaden van de euro te komen verkondigen.

De tegenstanders van de euro wezen maar al te graag op die opdringerige houding en waarschuwden verder voor het verlies van onafhankelijkheid en neutraliteit, wanneer keurig geklede maar verre van democratisch verkozen heren voortaan de muntpolitiek zouden bepalen vanuit hun bureau in de Europese Centrale Bank in Frankfurt.

Het veelgeprezen sociale welvaartsmodel zou na verloop van tijd onder druk komen te staan, zo luidde het. Cultuur, onderwijs en de openbare sector, nu nog vorstelijk gesubsidieerd, zouden barre tijden tegemoet gaan. En de prijzen in de winkel zouden fel stijgen, zo wisten vooruitdenkende huisvrouwen te melden. Over de beloofde economische groei en de daaruit gecreëerde extra banen: eerst zien en dan geloven.

Die gevoelens van onzekerheid en wantrouwen werden nog versterkt door de economische crisis binnen de eurozone. Frankrijk en Duitsland slagen er al een hele tijd niet meer in om te voldoen aan de stringente budgettaire normen van de muntunie, vertaald in het Stabiliteitspact. Het moet de traditioneel al eurosceptische Zweden, die diezelfde normen met de vingers in de neus halen, tot nadenken gestemd hebben. Net als de vaststelling dat Zweden het al een hele poos economisch veel beter doet dan de leden van de euroclub.

Persson heeft de tegenstand onderschat, luidt nu het oordeel van kritische waarnemers. En ja, de Zweedse premier was inderdaad nogal zeker van zijn zaak. Hij begon pas laat met het winnen van zieltjes, en toen het allemaal fout leek te lopen, legde hij vijf ministers die het toevallig niet met hem eens waren, een publiek spreekverbod op. Zonder blozen.

Na eerdere debacles met referendums in Ierland en Denemarken – respectievelijk over het verdrag van Nice en over de euro – moeten ook andere Europese leiders nu wel beseffen dat de Europese integratie voor veel burgers een beangstigend monster is, dat de democratie uitholt, de volkssoevereiniteit aantast en sociale verworvenheden op de helling zet.

Het Zweedse ‘nej’ voorspelt daarom ook weinig goeds voor de vele volksraadplegingen die zullen volgen wanneer binnenkort de Europese grondwet wordt voorgesteld. Het is niet ondenkbaar dat de in liberale burgermanifesten verheerlijkte volkswil hier en daar problemen zal veroorzaken. Want waarom zouden er geen referendums kunnen volgen over een volledige uitstap uit de Unie, hoe onrealistisch de praktische uitvoering van zo’n beslissing ook lijkt?

De Deense en Britse eurolovers zullen hun eigen plannen over euroreferenda alleszins weer even opbergen. Aan de oevers van de Theems lijkt de politieke wil om de bevolking tot de eenheidsmunt te bekeren, ernstig geslonken. De Britse eurolobby is daarmee waarschijnlijk het voornaamste slachtoffer van de Zweedse volkswil.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content