Een nieuwe spelling bedenken is één zaak. Haar legitimiteit bezorgen is een andere.

SINDS 1954 LIJDT het Nederlands onder een vreemde dubbelzinnigheid. Er bestaat een voorkeurspelling (die bijvoorbeeld de spelling cultuur voorschrijft), die de enig mogelijke is voor officieel gebruik, in de scholen en in de ambtenarij. Maar tegelijk beschouwt ze ook een ?progressieve” of ?nakeurspelling” ( kultuur) als ?toegelaten”. Deze laatste versie is vooral populair in Vlaanderen de meeste grote bladen en tijdschriften, ook Knack, gebruik(t)en haar. Maar ze wordt geschuwd in Nederland, terwijl ook de serieuze Vlaamse uitgeverijen de voorkeurspelling hanteren.

Het knelpunt lag bij de spelling van de bastaardwoorden (c of k, th of t, qu of kw, -iseren of -izeren). Iedereen was het erover eens dat aan die dubbelvormen een eind moest komen. Een commissie, voorgezeten door de hoogleraar Guido Geerts (KU Leuven), opteerde voor een ?progressieve” evolutie, om de spelling dichter bij de uitspraak te brengen, bijvoorbeeld door van een citroen een sitroen te maken. Daar zat logica in ; zo hebben sigaar en sigaret indertijd ook hun c naar een s zien evolueren. Maar spelling heeft veel te maken met gewoontevorming en leidt dus ook naar conservatisme. Dat is het odeklonje-syndroom : de maatschappelijke onaanvaardbaarheid van een al te drastische spellingvernieuwing, zoals toen in de jaren ’70 werd voorgesteld om eau de cologne als odeklonje te spellen. Zo verdwenen in 1994 de voorstellen van de commissie-Geerts in de scheurmand.

De Vlaamse en Nederlandse ministers van Cultuur en Onderwijs opteerden dan maar, samen met Nederlandse Taalunie (de overkoepelende Vlaams-Nederlandse instelling die over de taalbelangen hoort te waken), voor een beperkte hervorming op basis van de bestaande voorkeurspelling. Op 1 september 1997 krijgt het Nederlands officieel een nieuwe spelling en hoe die eruit ziet, is vastgelegd in de Woordenlijst Nederlandse Taal het zogeheten Groene Boekje. Meerdere uitgeverijen zijn al op deze nieuwe spelling overgestapt, net als een deel van de pers, De Financieel-Economische Tijd, Het Volk en de bladen van de Roularta-groep, onder meer Knack.

WEERSTAND.

De belangrijkste waarde van de nieuwe regeling is dat ze definitief een einde maakt aan de dubbele spelling. Dat deze vernieuwing toch scepsis en aarzeling zou oproepen, viel te verwachten. Maar die weerstand kwam niet alleen van de aanhangers van de nakeurspelling. De Taalunie wou nog een reeks spellinganomalieën uit de wereld helpen, en zo verschoof de focus van de kritiek van de bastaardwoorden naar de tussen-n in samengestelde woorden. Tot nu toe gold daarvoor de regel van het noodzakelijke meervoud, waardoor bessesap (het sap van één bes) bestond naast bessenjam (omdat voor de bereiding van jam meerdere bessen nodig zijn). Om dat probleem te verhelpen, werd een heel andere regel ingevoerd, gebaseerd op de meervoudsvorm. Daardoor ontstonden evenwel vreemde verbindingen, die de spellingmakers trachtten op te lossen door telkens weer nieuwe regels voor de uitzonderingen te verzinnen.

De Taalunie had beloofd om haar huiswerk eind 1995 rond te hebben en maakte er een erezaak van om het nieuwe Groene Boekje tegen dan wel degelijk op de markt te hebben. Ze slaagde daar ook in, maar dat leidde tot enig haastwerk, waardoor de Woordenlijst inconsequenties bevat en op bepaalde punten zelfs afwijkt van het officiële spellingbesluit. Bovendien wou ook de uitgeverij van de Van Dale-woordenboeken die bij professionele taalgebruikers een hoog aanzien genieten niet afzijdig blijven. Sinds het duidelijk werd dat er een nieuwe spelling op komst was, verkocht het bedrijf immers nauwelijks nog een woordenboek. De commerciële druk leidde de uitgeverij ertoe om een nieuwe editie van haar woordenboek op de markt te brengen nog vóór het nieuwe Groene Boekje goed en wel uit was. De bestaande Van Dale werd daarom omgespeld op basis van het spellingbesluit en van de door de Taalunie opgestelde lijst van bastaardwoorden (waarin bijvoorbeeld vakantie en vacant of oktober en octet naast elkaar bestaan).

GESLACHTEN.

Ondertussen verscheen ook nog De nieuwe spellinggids, een woordenlijst op basis van de Van Dale-ingangen. In zijn vorige edities was deze gids bijzonder praktisch in het gebruik, vooral omdat hij veel meer woorden bevatte dan het Groene Boekje. Dat verschil is nu geringer geworden ; het Groene Boekje telt 110.000 woorden, de Spellinggids 150.000 (tegen 240.000 in Van Dale). De Spellinggids vertoont echter een bijzonder hinderlijk nadeel : hij vermeldt de woordgeslachten niet meer en duidt van substantieven alleen nog aan of het om de- of het-woorden gaat. Ook het Groene Boekje gaat overigens die richting uit, hoewel het van de-woorden nog altijd het genus aangeeft.

Het haastwerk waarmee een en ander in zijn werk ging, leidde tot verschillen tussen Van Dale en het Groene Boekje. Talrijk zijn ze niet, maar voldoende om in de dagelijkse praktijk als hinderlijk te worden ervaren, en dat niet alleen wat betreft de tussen-n en -s. De redacties van de Vlaamse kranten en tijdschriften hebben vastgesteld dat zich ook problemen stellen inzake het gebruik van hoofdletters en bij het aaneenschrijven van samenstellingen. In een gezamenlijke verklaring, waarbij ze ook de Nederlandse pers hopen te betrekken, hebben ze de Taalunie dan ook gevraagd om een initiatief te nemen dat de nieuwe spelling leerbaar maakt en de bestaande ?grijze zones” uitwist. Pas dan kan de nieuwe spelling legitimiteit verwerven.

M.R.

?Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal”, Van Dale Lexicografie, 6500 fr.?Woordenlijst Nederlandse taal”, Sdu-Standaard, 750 fr.?De nieuwe spellinggids”, Van Dale-Wolters-Prisma, 595 fr.Ludo Permentier, ?Van Kaas naar Cees”, Van Halewyck, 350 fr.

De nieuwe spelling : onleerbaar ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content