Patrick Martens

De oproep van VDAB-baas Leroy om de arbeidsmarkt om te vormen valt niet in dovemansoren.

Luc Vanophalvens, regiomanager van het hrm-dienstenbedrijf Berenschot, schaart zich achter VDAB-baas Fons Leroy, die voorstelt om een frisse wind door de organisatie van de arbeidsmarkt te sturen en onder meer het principe van de anciënniteit (hoe langer een werknemer in een bepaalde functie aan de slag is, hoe hoger het loon wordt) te vervangen door ‘een loonevolutie op basis van productiviteit en competenties’.

Vanophalvens stelt voor om de loonevolutie binnen een functie te beperken tot de eerste tien loopbaanjaren, met een steilere verhoging gedurende twee à drie jaar en een tragere stijging nadien. In plaats van anciënniteit zou hij letten op ervaringsopbouw en op wat een werknemer effectief leert. Volgens de Berenschot-manager zou dat systeem de debatten over langer werken en een harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden ook vergemakkelijken.

Vanophalvens geeft twee voorbeelden (zie grafiek): de anciënniteitsbarema’s voor de ongeveer 400.000 bedienden die onder de regels van het paritair comité 218 vallen, en voor A1-verpleegkundigen die in de private zorgsector hun anciënniteit altijd als ‘ervaringsbarema’ meenemen als ze bijvoorbeeld in een ander ziekenhuis gaan werken. ‘Zulke baremaverhogingen doen de lonen gemiddeld met 1,5 procent per jaar toenemen, los van de indexering en de reële loonsverhogingen die in sociale akkoorden worden bedongen. Binnen dezelfde functie leidt dat tot een loonverschil van 50 à 60 procent tussen het begin en het einde van de loopbaan’, aldus Vanophalvens. Omdat baremastijgingen ook voor ambtenaren van toepassing zijn, geldt deze loonevolutie volgens hem voor het merendeel van de bediendefuncties in ons land. Dat is eveneens het geval voor technici en arbeiders met een verantwoordelijke taak.

Vanophalvens: ‘In het buitenland zijn er ook systemen van loonstijgingen, maar dan meestal in de eerste tien jaar van de loopbaan en zeker niet als een automatisme gedurende 25 jaar en langer zoals in ons land. België is een buitenbeentje. Anciënniteitsbarema’s zijn bij ons ingebakken in de looncultuur, ook als een werknemer verandert van werkgever.’ Volgens Vanophalvens is een bedrijf daarom minder snel geneigd om zo iemand aan te werven. Een werkgever zal ook uitkijken naar een jonge en goedkopere werknemer omdat hij vindt dat de toegevoegde waarde van een ouder personeelslid niet meer in verhouding is met diens hoge loon.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content