…100 jaar geleden, 9 september 1918 Ruys de Beerenbrouck, de eerste katholieke premier
Koningin Wilhelmina beëdigt een nieuw kabinet onder leiding van jonkheer meester Charles Joseph Marie Ruys de Beerenbrouck (1873-1936), oud-lid van de Tweede Kamer en tot recent Commissaris van de Koningin in Limburg. Voorwaar een historische gebeurtenis, niet alleen omdat Ruys de eerste katholieke premier van Nederland is, maar ook omdat de samenstelling van de nieuwe Tweede Kamer drastisch is veranderd als gevolg van de grondwetswijziging van december 1917. Voortaan mogen alle mannen van 23 jaar en ouder hun stem uitbrengen en hebben zowel mannen als vrouwen boven de dertig jaar het passief kiesrecht. Bovendien is het districtenstelsel vervangen door het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging. De verwachte politieke aardverschuiving bij de Tweede Kamerverkiezingen van 3 juli 1918 blijft dan ook niet uit. De liberalen, sinds de invoering van de parlementaire democratie in 1848 de dominante politieke stroming, verliezen fors, terwijl de socialisten (SDAP) en de confessionelen (RKSP, ARP en CHU) flink winnen en respectievelijk 22 en vijftig van de toen nog honderd Kamerzetels in de wacht slepen. Omdat de Rooms-Katholieke Staats Partij met dertig zetels verreweg de grootste partij is geworden mag deze een formateur voordragen. De keuze valt vanzelfsprekend op Wilhelmus Hubert Nolens (1860-1931), de voorman van de katholieken. Omdat hij echter in 1887 tot priester is gewijd, is een premierschap uitgesloten, aangezien de gereformeerde en hervormde coalitiegenoten nooit akkoord zullen gaan met een gewijde ‘paap’ aan het roer van staat. Het wordt dus Ruys, net als Nolens een Limburger. Ondanks het feit dat Ruys geen meerderheid heeft in de Kamer, slaagt hij er in zijn regeringstermijn van vier jaar vol te maken. Blijkbaar tot tevredenheid van velen, want bij de verkiezingen van 1922 winnen de confessionelen negen extra zetels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier