Paul De Grauwe. © GF

Paul De Grauwe: ‘Als 2 procent inflatie moeilijk te bereiken is, dan streven we toch gewoon naar 3 procent?’

Blijft de inflatie dalen? We vroegen het aan hoogleraar Paul De Grauwe (LSE) en hoofdeconoom Peter Vanden Houte (ING België).

De inflatie is vorig jaar vrij hoog geweest, tot ruim 11 procent. Sinds dit jaar lijkt ze weer te dalen. Blijft die daling aanhouden?

Paul De Grauwe: Inflatie is nooit leuk, dat is evident, maar we hebben dat in het verleden nog gekend. In de jaren 1970 bedroeg de inflatie jarenlang 10 procent. Deze keer zal het wellicht minder lang duren. De centrale banken spelen veel korter op de bal om de inflatie te drukken. Trouwens, een van de grote oorzaken van de inflatie was de stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog in Oekraïne. Maar die prijzen zijn inmiddels alweer fors gedaald. De voedselprijsstijgingen blijven wel nog aan de hoge kant.

Peter Vanden Houte: Enkele prijsdalingen, zoals voor energie, drukken inderdaad de inflatie. Ook de prijs van landbouwgrondstoffen zoals graan, maïs- en zonnebloemolie, die sterk waren gestegen tijdens de oorlog, nemen weer af. Voedingsprijzen zullen met enige vertraging ook dalen, want een van de prijscomponenten is energie. En kochten we tijdens de pandemie veel goederen, dan wegen nu de diensten in ons consumptiepatroon door. De inflatie daarop kan langer aanhouden, ook vanwege de krapte op de arbeidsmarkt voor diensten, met hogere lonen als gevolg.

Hoofdeconoom Peter Vanden Houte (ING België). © GF

Paul De Grauwe: ‘In de jaren 1970 bedroeg de inflatie jarenlang 10 procent. Deze keer zal het wellicht minder lang duren.’

Wordt de inflatie zo laag als de centrale banken voor de pandemie nastreefden?

Peter Vanden Houte: Voor de pandemie beschouwden de centrale banken een inflatie van net geen 2 procent als ideaal voor het handhaven van voldoende economische groei. Elementen die de terugkeer tot dat niveau bemoeilijken, zijn de mogelijk structureel krappe arbeidsmarkt en de afkalving van de globalisering van de economie ten ‘voordele’ van meer (en duurdere) lokale productie, al dan niet als gevolg van toenemend protectionisme in de grote economische blokken.

Peter Vanden Houte: ‘De voedingsprijzen zullen met enige vertraging ook dalen.’

Paul De Grauwe: Er is niets heilig aan getallen en ik vraag me af of die 2 procent wel ideaal of zelfs maar noodzakelijk is. Een streefdoel van 3 procent inflatie kan even goed, want tussen 2 en 3 procent inflatie is er bitter weinig verschil. Sterker nog, sommige economen oordelen dat bij 2 tot 5 procent inflatie geen economisch aantoonbaar verschil optreedt.

Dus, als die 2 procent moeilijk te bereiken is, dan streven we toch gewoon naar 3 procent? Als vanwege structurele redenen de inflatie moeilijk onder de 3 procent te krijgen is, dan heeft het geen zin dat te blijven proberen. Een inflatie van 3 procent ligt ook verder af van een nulinflatie, die wel vervelend kan zijn. Trouwens, Duitsland was lange tijd het voorbeeld van een economie met een stabiele inflatie. Welnu, die bedroeg vele jaren lang, tot het begin van de eurozone, gemiddeld meer dan 3 procent.

Dirk De Moor

Het volledige dubbelinterview verscheen deze week in Knack Beleggen, een extra uitgave bij het weekblad Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content