Factcheck: ja, twee derde van het Europese graan wordt gebruikt als dierenvoer 

© Eduard Korniyenko/Reuters
Karin Eeckhout

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

‘Twee op drie Europese granen worden gebruikt als voeder voor dieren’, lezen we in een artikel van Bond Beter Leefmilieu. Dat cijfer is afkomstig van de Europese Commissie, en volgens specialisten klopt het. 

Op 6 mei verschijnt op de website van Bond Beter Leefmilieu (BBL) een artikel met als titel ‘Zorgt voedselcrisis voor ommezwaai richting duurzame landbouw?’. Volgens de auteur van dat artikel – Heleen De Smet, beleidsexpert voeding en woordvoerder bij BBL – is de  voedselcrisis waarmee de wereld op dit moment wordt geconfronteerd niet het gevolg van een gebrek aan voeding, wel van de ongelijke verdeling ervan. 

Volgens de auteur verspreidt de agro-industrie ‘een vals angstbeeld over Europese voedselschaarste’, met de bedoeling ‘haar efficiëntielogica verder door te drijven’. De Smet ziet in de crisis net een kans om ‘de ommezwaai richting duurzame landbouw’ in te zetten.

In het artikel valt de volgende passage op: ‘De beschikbaarheid van voeding is in Europa momenteel niet in gevaar: 2 op 3 Europese granen worden gebruikt als voeder voor dieren. Slechts een derde is voor menselijke consumptie, waarvan 3% gaat naar biobrandstoffen.’

We nemen contact op met Heleen De Smet en vragen wat haar bron is voor de stelling dat twee derde van het Europese graan voor dierlijke consumptie bestemd is. Via e-mail laat ze ons weten dat ze die informatie heeft teruggevonden via de Europese Commissie. Ze stuurt ons de link naar het bewuste document van de Commissie, waarin we de informatie terugvinden:

‘Het graan in de EU wordt vooral gebruikt voor dierenvoer (bijna twee derde), één derde is bestemd voor menselijke consumptie, terwijl slechts 3% gebruikt wordt voor biobrandstof’, lezen we in het bijschrift bij het diagram.

Stefan De Keersmaecker, coördinerend woordvoerder voor de Europese Green Deal bij de Europese Commissie, belooft op onze vraag na te gaan op welke data de Europese Commissie zich voor deze cijfers heeft gebaseerd, maar behalve een link naar een webpagina waar we een document vinden met de absolute cijfers, ontvingen we nog geen informatie over de herkomst van de data. 

Volgens professor landbouweconomie Xavier Gellynck (UGent) kloppen de cijfers wel, al betreurt hij dat BBL ze in deze context gebruikt zonder bijkomende informatie. ‘Het lijkt nu alsof die cijfers enkel het gevolg zijn van bewuste keuzes van landbouwers, alsof die er massaal voor kiezen om granen voor veevoer te produceren terwijl ze evengoed granen voor menselijke consumptie zouden kunnen telen. Dat klopt niet: niet alle gewassen en rassen kunnen overal verbouwd worden.’ 

‘Vlaanderen bijvoorbeeld, is door het klimaat en de samenstelling van de bodem niet geschikt voor de teelt van hoogwaardige baktarwe’, zegt professor Gellynck. ‘De tarwerassen die het best geschikt zijn om in Vlaanderen en Nederland te verbouwen, zijn net de rassen die voor voedertarwe worden gebruikt. De kwaliteit ervan is niet goed genoeg voor menselijke consumptie. Daarvoor is tarwe nodig met een hoger eiwitgehalte, zoals die die we invoeren uit landen als Frankrijk en Duitsland. Het is dus niet zo dat we zomaar van teelt kunnen switchen.’

Ook professor milieu-economie Steven Van Passel (UAntwerpen) gaat ervan uit dat de cijfers van de Europese Commissie kloppen. ‘Voor Vlaanderen ligt de verhouding nog anders. Van het graan dat hier wordt geteeld, is zelfs 80 à 90 procent bestemd voor dierlijke consumptie. De verklaring daarvoor is eenvoudig: zoals professor Gellynck al heeft uitgelegd, is het in onze contreien moeilijk om tarwe te telen die kwalitatief genoeg is, dat wil zeggen een voldoende hoog eiwitgehalte heeft, voor menselijke consumptie. Enkel wanneer de weersomstandigheden optimaal zijn en de landbouwer er bewust voor kiest om extra zorg in een perceel te investeren, bestaat de kans dat hij bepaalde volumes als baktarwe kan verkopen. Daarvoor krijgt de landbouwer dan wel een hogere prijs, maar hij heeft er ook meer kosten voor moeten maken. Het is begrijpelijk dat landbouwers dat risico mijden, zeker omdat het weer, één van de belangrijkste factoren voor de kwaliteit, onvoorspelbaar is.’

Conclusie
‘Twee op drie Europese granen worden gebruikt als voeder voor dieren’, lezen we in een artikel van Bond Beter Leefmilieu. Dat cijfer is afkomstig van de Europese Commissie, en het blijkt te kloppen. We beoordelen de stelling daarom als waar. Specialisten vinden wel dat het cijfer in deze context enige duiding vraagt.
 
Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen. Bovendien werden voor deze factcheck de volgende mensen gecontacteerd:

– Mailverkeer met Heleen De Smet op 9 mei 2022

– Mailverkeer met Stefan De Keersmaecker op 9 mei 2022

– Telefoongesprek en mailverkeer met Xavier Gellynck op 11 mei 2022

– Telefoongesprek en mailverkeer met Steven Van Passel op 11 en 12 mei 2022

Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 12 mei 2022.

Partner Content