De Verenigde Naties hebben scherpe kritiek geuit op de luchtaanvallen die de door Saoedi-Arabië aangevoerde coalitie heeft uitgevoerd op de haven van Hodeida, in het westen van Jemen.
“Deze aanvallen zijn een duidelijke schending van het internationaal humanitair recht en ze zijn onaanvaardbaar”, verklaarde Stephen O’Brien, het hoofd humanitaire zaken van de VN.
De haven van Hodeida is een belangrijke toegangspoort voor het land: Jemen wordt van daaruit bevoorraad met voedsel, medicijnen en brandstoffen. O’Brien zegt dat hij “extreem bezorgd” is over de schade die de bombardementen hebben aangericht.
Hij vreest dat actie van de coalitie “een zware impact op het hele land” zal hebben en de humanitaire crisis in Jemen alleen nog maar zal verergeren.
Hongersnood
In het door een oorlog verscheurde Jemen hebben momenteel zowat 13 miljoen mensen met een voedseltekort af te rekenen, zo blijkt uit cijfers van het Wereldvoedselprogramma (WFP). Zes miljoen mensen hebben dringende hulp nodig. In Jemen vechten de sjiitische Houthi-rebellen tegen soennitische milities, Al-Qaeda en troepen die trouw zijn aan de gevluchte Jemenitische president Abed Rabbo Mansur Hadi.
Sinds 26 maart voeren Saoedi-Arabië en acht andere Arabische landen bovendien luchtaanvallen uit op de Houthi-milities, die grote delen van Jemen in handen hebben. Sinds de start van die bombardementen zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie al bijna 4.400 mensen om het leven gekomen. Daarbij volgens Unicef ook minstens 400 kinderen.
(Belga/RR)
