ACHTER DE SCHERMEN VAN PANAMA PAPERS

OP DE REDACTIE VAN SÜDDEUTSCHE ZEITUNG De Duitse krant kreeg als eerste de files in handen en deelde de informatie met ICIJ. Project Prometheus was geboren. © Kristof Clerix

In alle opzichten is ‘Panama Papers’ de grootste internationale samenwerking én het grootste lek uit de geschiedenis van de journalistiek. Bericht van achter de coulissen van een historisch onderzoeksproject.

In de Sky Lounge, de 26e verdieping van het imposante hoofdkwartier van de krant Süddeutsche Zeitung in München, zijn de vensterblinden naar beneden. Het is dinsdag 8 september 2015, de ruimte is gevuld met meer dan negentig journalisten uit alle uithoeken van de wereld. Alleen een bordje met daarop ‘ICIJ – Project Prometheus’ verraadt de opzet van deze discrete samenkomst. ‘Als je denkt dat het veiliger is om je gsm achter te laten, kun je die hiernaast afgeven’, klinkt het. ‘Je kunt natuurlijk ook altijd de batterij uit je toestel halen.’

Op het wandscherm vooraan projecteert de beamer een foto van een futuristisch ruimteschip. Het is een gimmick van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ): nieuwe onderzoeksprojecten krijgen steevast een codenaam mee die verwijst naar het Star Trek-universum. Bij SwissLeaks was de codenaam Voyager, bij LuxLeaks was dat Enterprise.

Süddeutsche Zeitung heeft interne documenten ontvangen afkomstig van het Panamese bedrijf Mossack Fonseca. Het gaat om het grootste lek ooit. We hebben liefst 2,6 terabyte geheime gegevens in handen. Ons datateam is volop bezig de schat aan informatie te indexeren.’ De blikken op de gezichten van de onderzoeksjournalisten spreken boekdelen. Dit lek is bijna tien keer groter dan Offshore Leaks, het vorige ICIJ-onderzoeksproject naar belastingparadijzen. ‘We hebben informatie over de meeste offshore-vennootschappen die Mossack Fonseca heeft helpen opzetten, van 1977 tot vandaag. Grappig detail: op zijn website schrijft Mossack Fonseca hoe veilig het wel niet is. Maar ga nu niet allemaal op dit moment naar die site surfen, want dan zouden ze weleens iets kunnen merken.’

200.000 OFFSHORE-BEDRIJVEN

Drie maanden eerder. Mailtje van Marina Guevara Walker, vicedirecteur van ICIJ: ‘Welkom bij een nieuw ICIJ-project. Zoals gebruikelijk verwachten we van al onze partners om vaak te communiceren op ons onlineforum en de protocollen strikt te volgen om de veiligheid van het project en de data te verzekeren.’ De toegang tot het onlineforum, een soort Facebook-voor-onderzoeksjournalisten, is beveiligd met verschillende lagen. Ook intern mailverkeer moet versleuteld gebeuren, en de harde schijf van je laptop moet geëncrypteerd – dat zijn de basisafspraken bij ICIJ.

Toen de Amerikaan Charles Lewis het netwerk van onderzoeksjournalisten in 1997 opzette vanuit zijn non-profit Center for Public Integrity verenigde hij 76 reporters uit 41 landen. Vandaag staat de teller op ruim 190 onderzoeksjournalisten uit 65 landen. De non-profitorganisatie met wereldfaam telt maar elf voltijdse werknemers. De helft zit in Washington en New York, de andere in Costa Rica, Spanje en Frankrijk.

In zijn eerste vijftien jaar initieerde ICIJ onder meer onderzoeken naar internationale tabakssmokkel, private militaire kartels, asbestbedrijven, lobbyisten en contracten voor de oorlogen in Irak en Afghanistan. Het onderzoek Offshore Leaks zette ICIJ in 2013 op de wereldkaart. Daarna volgden LuxLeaks en SwissLeaks. De impact zindert vandaag nog na.

Elk nieuw ICIJ-project moet aan drie criteria voldoen. Het thema moet van wereldwijd belang zijn, het moet gaan om systemische problemen, en het onderzoek moet een concreet resultaat kunnen bereiken. Dat is met Project Prometheus duidelijk het geval. De échte projectnaam, Panama Papers, wordt uiteindelijk vastgelegd na een lange brainstorm. Hij verwijst niet alleen naar het belastingparadijs waar Mossack Fonseca zijn hoofdkantoor heeft, maar is ook een knipoog naar de Pentagon Papers die begin jaren zeventig werden uitgebracht door The New York Times en een nieuw licht wierpen op de Vietnamoorlog. Een klassieker uit de onderzoeksjournalistiek, net als Watergate of de Abu Ghraib-onthullingen.

De voorlopige zoekresultaten die ICIJ tijdens de lanceringstweedaagse in München voorlegt, ogen alvast indrukwekkend, en dan moet het échte spitwerk nog beginnen. ‘In de gegevens van Mossack Fonseca duiken staats- en regeringsleiders op, bedrijven op sanctielijsten, voetbalbonzen, criminelen, grote banken, corrupte regimes, en dat is nog maar het topje van de ijsberg.’ Meer dan 200.000 offshore-bedrijven staan op het punt hun geheimen te onthullen.

SLAPENDE HONDEN

De databank met Mossack Fonseca-documenten blijkt al snel een klein eldorado. In de eerste weken van het onderzoek geeft de zoekterm ‘België’ al 3771 resultaten. Gaandeweg worden nieuwe documenten toegevoegd, en op het eind van de rit zijn liefst 35.796 documenten beschikbaar waarin het woord ‘België’ voorkomt. Sommige documenten zijn eenvoudige e-mails tussen Mossack Fonseca en zijn klanten wereldwijd, maar andere zijn pdf’s van honderden pagina’s of Excel-tabellen met duizenden rijen. Meteen is duidelijk dat het onbegonnen werk is om élk document over België te bekijken. We moeten gericht zoeken. Gelukkig zijn we in België met vijf journalisten – ook collega’s van De Tijd en Le Soir maken deel uit van het onderzoeksteam. Gemiddeld één keer per maand zitten we samen om te overleggen, het werk te verdelen en andere praktische afspraken te maken.

We verzamelen lijsten van Belgische politieke mandatarissen, de rijkste families, topsporters, diamantairs en industriëlen. Die crosschecken we met de Prometheus-databank vol e-mails, paspoorten, oprichtingsaktes van offshores, lijsten met aandeelhouders, facturen en allerhande administratieve documenten van Mossack Fonseca. ‘For your files only’, staat hier en daar te lezen.

Gericht zoeken blijkt de efficiëntste methode. De zoekterm ‘IDBEL*’ levert bijvoorbeeld meteen alle Belgische identiteitskaarten op die in het datalek verborgen zitten, want op de achterkant van die ID’s staat een code die begint met IDBEL. Ook gerichte combinaties zoals ‘Beneficial Owner AND Belgium’ leiden naar nuttige documenten. Daarnaast zijn er nog lijsten die het datateam van ICIJ kon samenstellen, bijvoorbeeld van alle aandeelhouders van offshore-bedrijven die een adres in België hebben. Nu en dan speelt een buitenlandse ICIJ-collega via het beveiligde communicatieplatform een tip door over een Belgische naam waarop hij of zij toevallig is gestoten.

Het zoeken werkt verslavend. Elke vijf minuten vrije tijd zit je achter je scherm, nieuwe namen uit te proberen. Je weet maar nooit.

Gaandeweg ontvouwt zich voor onze ogen een parallel universum van tussenpersonen, stromannen en schermbedrijven. Een wereld die al decennia bestaat, maar voor het grote publiek geheim moet blijven. Terwijl in heel Europa politieke discussies oplaaien over alweer extra besparingen en bijkomende belastingen ploeteren wij door duizenden en duizenden documenten over riante vermogens, erfenissen en kunstwerken die offshore worden ondergebracht, vastgoed dat onder een postbusbedrijf wordt weggestopt en geheime bankrekeningen die nog beter worden verborgen.

De informatie uit het lek kruisen we met allerhande open bronnen, van persartikels uit de databank GoPress via bedrijfsinformatie afkomstig van Roularta Business Information tot sociale media zoals LinkedIn en Facebook. Ook het archief van wijlen Walter De Bock, destijds onderzoeksjournalist bij De Morgen en ooit het eerste Belgische lid van ICIJ, komt van pas in een historische zaak waar de Duitse collega’s op werken.

Nuttig blijken ook de bedrijfsregisters van verscheidene belastingparadijzen, onder meer om vast te stellen of een offshore-bedrijf nog altijd actief is. Al botsen we af en toe wel op de geheimhouding en de anonimiteit die in het DNA van offshore-bedrijven zit. Tot het bedrijfsregister van de Britse Maagdeneilanden, bijvoorbeeld, krijgen buitenstaanders geen toegang. Andere registers kun je dan weer alleen raadplegen door je bekend te maken, en we willen natuurlijk geen slapende honden wakker maken.

KLEIN MIRAKEL

Om een overzicht te behouden over de gigantische berg aan informatie, stellen we in België een Excel-lijst samen van alle betrokkenen. Voor onderzoeksjournalisten anno 2016 is Excel een onmisbare tool. Gaandeweg groeit het bestand aan van enkele tientallen tot meer dan 700 personen. Handig is dat we daarna een uitgebreide data-analyse kunnen doen, om onder meer uit te vlooien wat het favoriete belastingparadijs is van de Belg, of pakweg in welke gemeente de meeste offshore-eigenaars wonen. De gegevenstabel is ook handig om onze trip naar Luxemburg te plannen, want net als bij LuxLeaks speelt het Groothertogdom een centrale rol. We stellen namelijk vast dat nogal wat Belgen via Luxemburg zijn gepasseerd om uiteindelijk in Panama, de Britse Maagdeneilanden, de Seychellen of elders hun offshore op te richten. Al zit in Luxemburg duidelijk niemand te wachten op het bezoek van Belgische journalisten. Wanneer we daar op een blauwe maandag in maart onaangekondigd aanbellen bij een tiental adressen om verhaal te halen bij advocatenkantoren, boekhouders en financiëledienstenleveranciers worden we keer op keer weggestuurd. ‘Zonder afspraak kunnen we u helaas niet te woord staan’ of ‘de baas is uitgerekend vandaag met vakantie’ krijgen we te horen.

Op één plek in Luxemburg is de ontvangst wel open en vriendelijk: het kantoor van… Mossack Fonseca. Daar leggen ze ons uit dat we onze vragenlijst moeten doorsturen naar het hoofdkantoor in Panama, maar geven ze wel wat algemene toelichting.

Het is een klein mirakel dat het Prometheus-project niet uitlekt vooraleer we het op 3 april 2016 wereldkundig maken, want liefst 376 journalisten werken eraan mee. Discretie is het ordewoord. Zelfs tegen je familie, buren, vrienden en collega’s moet je je mond kunnen houden. Helemaal spannend zijn de weken voorafgaand aan de publicatie, omdat dan steeds meer derden bij het project worden betrokken. Fotografen, cameraploegen, websitejournalisten, dataspecialisten, nieuwseditors, lay-outers, marketingmanagers, juristen… Plots zijn duizenden mensen op de hoogte. Vertrouwen is op dat moment cruciaal.

In de allerlaatste fase nemen we contact op met alle betrokken partijen voor wederhoor. Ook dat zijn momenten waarop een project kan uitlekken. Een vraag aan de Marokkaanse koning Mohamed VI, bijvoorbeeld, belandt al snel in de Marokkaanse pers. En in Panama zelf is het plots groot nieuws dat Ramón Fonseca, medestichter van het bedrijf, (tijdelijk?) een stap opzijzet als raadgever van de president. Midden maart is dat, kort nadat ICIJ het bedrijf voor de eerste keer benadert. ‘Om de eer van mijzelf en mijn bedrijf te verdedigen’, tweet de man. En even later: ‘De pluim is een machtig instrument. Het is jammer wanneer ze voor slechte doeleinden wordt gebruikt.’

Interessante vaststelling: de Panama Papers zijn nog niet gepubliceerd en de eerste gevolgen zijn al een feit.

DOOR KRISTOF CLERIX

DIT LEK IS BIJNA TIEN KEER GROTER DAN OFFSHORE LEAKS.

HET ZOEKEN WERKT VERSLAVEND. ELKE VIJF MINUTEN VRIJE TIJD ZIT JE ACHTER JE SCHERM.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content